Daan de Geus
3 februari 2016
‘We willen weer winnen en we weten hoe het moet’. Dat is de boodschap van de teamleiding van Renault, dat vanaf 2016 weer met een fabrieksteam aantreedt.
Gelijk in 2016 winnen, zit er vermoedelijk niet in, erkent ook ceo Carlos Ghosn tijdens de 2016-presentatie van Renault. Ghosn gaf eerder al aan dat dit waarschijnlijk een jaar of drie gaat duren en doet dat ook nu weer. “Over drie jaar willen we om het podium meedoen”, verklaart hij.
Jérôme Stoll, die aan het hoofd zal staan van Renault Sport Racing, de tak waar het Renault Sport Formula One Team onder valt, laat weten er vertrouwen in te hebben dat dit gaat lukken. “Anders zouden we het ook niet doen”, grapt hij, alvorens serieus te vervolgen: “We hebben het budget, de technische mogelijkheden en de expertise om te winnen.”
Cyril Abiteboul, de managing director van Renaults fabrieksteam, kent zoals hij het zelf zegt ‘geen twijfel’ over Renaults kans van slagen. “We hebben altijd succes behaald, in elke vorm van autosport waar we aan hebben meegedaan. Ook van de Formule 1 weten we wat nodig is om succesvol te zijn, dus er is geen reden waarom we daar niet in zouden slagen.”
Dat succes, op termijn, een vereiste is, beseft Abiteboul daarbij: “Het mag duidelijk zijn waar we naartoe willen. We willen winnen, niet slechts als veldvulling meedoen.” Een managementslaag hoger, bij Stoll, is winnen geen kwestie van willen, maar een keiharde doelstelling: “Renault is terug in de Formule 1 om te winnen”, besluit hij de presentatie zonder er omheen te draaien.