Daan de Geus
19 maart 2016
Sauber-coureurs Marcus Ericsson en Felipe Nasr bleven in Melbourne in Q1 steken. Ericsson is daarbij het meest tevreden: hij was sneller dan Nasr.
Aan het eind van Q1 moesten Ericsson en Nasr dus allebei uitstappen, maar het scheelde maar anderhalve tiende of Ericsson had Q2 gehaald. “We hadden al gedacht dat het spannend zou worden of we het tot Q2 zouden redden. Het scheelde niet veel, maar uiteindelijk was het net niet goed genoeg”, constateert Ericsson.
De Zweed spreekt verder van ‘een redelijke kwalificatie’. “De auto voelde goed aan. Het team heeft prima werk verricht, ondanks hoe weinig we op vrijdag hebben gereden”, meent de nummer zestien van de zaterdag. Voor zondag mikt Ericsson nu op punten: “We gaan onze best doen daarom mee te strijden.”
Voor Nasr was het met een achterstand van een halve seconde op Ericsson een minder prettige sessie, zoals hij dat ook zelf omschrijft: “Het was tricky. Ik ging ook net op een nieuw setje supersofts naar buiten op het moment dat ik geen tijd meer had, zoals kan gebeuren in dit nieuwe afvalsysteem waaronder we ons kwalificeren.”
Volgens Nasr zijn de onderlinge verschillen erg klein in de middenmoot. Aan de ene kant betekent dit volgens de Braziliaan dat Sauber nog het nodige werk te doen heeft, maar het biedt ook kansen: “Ik denk in de race nog wel enkele plekken goed te kunnen maken.”