Vincent Sondermeijer
20 maart 2016
Voor Kevin Magnussen was de megacrash van Fernando Alonso stiekem goed nieuws. De Renault-coureur lag een ronde achter, maar mocht die na de rode vlag inlopen. Punten haalde hij desondanks niet.
Magnussen was de race begonnen vanaf de veertiende plek. Al direct na de eerste bocht spatten de vonken onder zijn R.S. 16 vandaan: lekke band. De Deen moest de pits in en kwam op een ronde achterstand als laatste terug de baan op.
Tot Alonso’s crash dus. “Zo’n zware crash wil je nooit zien, en ik ben blij dat Fernando er niets aan heeft overgehouden”, aldus Magnussen. “Maar wij profiteerden er wel van. Ons tempo na de herstart was veelbelovend.” Meer dan de twaalfde plek zat er niet in, maar Magnussen blikt optimistisch vooruit. “We hebben een heel goede auto. Het tempo is er.”
Palmer terug in actie
Het was voor Jolyon Palmer anderhalf jaar geleden dat hij voor het laatst een race gereden had. Hij genoot dus van zijn tocht naar de elfde plek. “Heerlijk. Het was druk, maar heel leuk. Echt geweldig om na een seizoen aan de zijlijn weer man-tot-man-gevechten te voeren op de baan. En dan verliep het nog best gesmeerd ook.” Net als Magnussen is ook Palmer ondanks de nulscore van Renault optimistisch over de kansen van zijn werkgever. “Het team heeft het geweldig gedaan, met twee auto’s in Q2 en dan de elfde en twaalfde plaats aan de finish. Een heel goede start, we zaten dichtbij de punten. Vanaf hier kunnen we verder bouwen.”
Het was voor Jolyon Palmer anderhalf jaar geleden dat hij voor het laatst een race gereden had. Hij genoot dus van zijn tocht naar de elfde plek. “Heerlijk. Het was druk, maar heel leuk. Echt geweldig om na een seizoen aan de zijlijn weer man-tot-man-gevechten te voeren op de baan. En dan verliep het nog best gesmeerd ook.” Net als Magnussen is ook Palmer ondanks de nulscore van Renault optimistisch over de kansen van zijn werkgever. “Het team heeft het geweldig gedaan, met twee auto’s in Q2 en dan de elfde en twaalfde plaats aan de finish. Een heel goede start, we zaten dichtbij de punten. Vanaf hier kunnen we verder bouwen.”