Sauber-coureur Marcus Ericsson is niet happy na zijn exit in Q1 van de kwalificatie in Bahrein. Nog minder gelukkig is teamgenoot Felipe Nasr: hij was laatste.

Nasr reed in Q1 een 1:34.388. Met die tijd was hij bijna twee tienden trager dan de nummer 21 Rio Haryanto, terwijl zijn eigen teamgenoot Ericsson zeventiende was met een tijd die maar liefst anderhalve seconde sneller was.

Zo hoort het niet te gaan, verklaart Nasr: “Het mag duidelijk zijn dat we de nodige problemen met mijn auto hebben. We moeten in detail nagaan wat het was.”

“Wat echter positief is, is dat er aan de andere kant van de garage ter vergelijking een auto staat die wel goed werkt. We moeten alles nu uitgebreid analyseren, zodat we weten wat we nog moeten aanpassen voor zondag.”

Hoewel hij 22ste was in de kwalificatie, begint Nasr zondag als 21ste. Dit omdat Renaults Kevin Magnussen uit de pits moet starten. Mocht Sauber heel veel aan zijn auto veranderen, dan kan het zijn dat Nasr dat ook moet doen.

Ericsson
Wie zich daar geen zorgen om hoeft te maken, is Ericsson. Hij werd weliswaar geklopt door Pascal Wehrlein van het nog kleinere Manor-team, maar versloeg zelf behalve Nasr en Haryanto ook Sergio Pérez en de Renault-rijders.

“Ondanks dat het resultaat niet top was, was het een redelijke kwalificatie”, laat Ericsson optekenen. “Als team hebben we het namelijk goed gedaan door de set-up van de auto steeds verder te verbeteren.”

“We weten verder allemaal dat we meer snelheid moeten vinden, want met uitschakeling in Q1 kunnen we niet tevreden zijn. Voor nu moeten we het er echter maar mee doen en afwachten wat de race ons brengt.”