Daan de Geus
17 juni 2016
Renault-coureurs Kevin Magnussen en Jolyon Palmer zijn tevreden over de vooruitgang die Renault tijdens de trainingen heeft geboekt, maar weten ook dat er nog werk te doen is.
Magnussen, achtereenvolgens negentiende en zeventiende, laat optekenen dat de Renault RS16 ‘niet fantastisch’ aanvoelde in de eerste training. “Maar in de tweede sessie was het stukken beter, nadat we vooruitgang hadden gemaakt met de set-up en de grip op de baan ook beter was geworden.”
De Deen is nu ‘best blij’ met de balans van zijn auto, al is er volgens hem nog wel werk te doen om het blokkeren van de remmen op te lossen. “Al zou dat ook al beter moeten zijn als de baan verder verbetert.” Magnussen heeft daarbij al zin in de weekendwerkzaamheden op het ‘awesome‘ circuit: “Het kan er interessant worden voor ons”, denkt hij.
Teamgenoot Palmer – eerst achttiende en daarna twintigste – rept ook over de goede vooruitgang die Renault tijdens de vrijdag heeft gemaakt. “We hebben het circuit zeker beter leren kennen en ook de auto verbeterd.” De balans in snelle bochten kan nog wel beter volgens de Brit: “Hopelijk lukt dat nog met set-up werk voor de kwalificatie.”