Jaarrapport: Renault 2016
Sutton Images
Vincent Sondermeijer
28 december 2016
Op het randje van de jaarwisseling neemt de Formule 1-webredactie alle teams nog één keer onder de loep. Welke teams vielen in positieve zin op en welke teams presteerden onder de maat? Vandaag de nummer 9 in het kampioenschap: Renault.
In 2006 veroverden Renault en Fernando Alonso hun tweede wereldtitel op rij. Afgelopen seizoen, tien jaar later, leek de glorietijd van het Franse team verder weg dan ooit. Natuurlijk, het was pas het eerste jaar na de overname van het nagenoeg failliete Lotus. Dat op weg naar nieuwe successen voor het zoet eerst het zuur moet komen, wisten ze bij Renault.
Dat maakt 2016 er echter niet makkelijker op. Klantenteam Red Bull Racing profiteerde van de verbeterde Renault-aandrijving, maar dat kon van het fabrieksteam zelf niet worden gezegd. Door geldgebrek bij Lotus in 2015 begon de ontwikkeling van de R.S. 16 veel te laat. Het werd dan ook een belabberde bolide.
Halverwege het seizoen had alleen Kevin Magnussen één keer punten weten te scoren in de gele bolide. Nu het jaar erop zit, zijn er maar twee schamele puntjes bij gekomen: Magnussen en teamgenoot Jolyon Palmer werden allebei nog een keer tiende.
Van de negende plek in het constructeurs-WK met acht punten zullen ze bij Renault niet heel blij worden. Trackside operations director Alan Permane zei onlangs dan ook dat hij de R.S. 16 met plezier gedag zou zeggen. “2016 was heel moeilijk voor ons.”
Magnussen vs. Palmer
In ons zomerrapport schreven we dat Magnussen en Palmer de rest van het jaar zouden strijden om lijfsbehoud in de Formule 1. Dat heeft het duo met succes gedaan. Palmer mag nog een jaar bij Renault blijven, Magnussen vervangt bij Haas Esteban Gutiérrez. Debutant Palmer leek in de tweede seizoenshelft iets meer zijn vorm te vinden. Hij was in de kwalificaties meestal sneller dan zijn teamgenoot, terwijl dat in de openingsfase van het kampioenschap nog anders was. In Maleisië scoorde Palmer met een puik optreden dan eindelijk zijn eerste punt. Magnussen had met zijn zevende plek in Rusland al bewezen hard te kunnen rijden. De R.S. 16 stelde de Deen na de zomer niet in staat nog een keer zo’n demonstratie van zijn vaardigheden te geven. Hij viel nog het meest op met zijn gigantische crash bovenaan Eau Rouge tijdens de Grand Prix van België. Wie van de twee Renault-coureurs was de beste? Aanvankelijk was dat Magnussen, maar vanaf de zomerstop deed Palmer niet echt meer voor hem onder. Onbeslist, dus. Magnussens McLaren-ervaring zal ongetwijfeld een deel van de verklaring zijn voor het feit dat juist hij naar Haas gaat. Straks in maart
Renault wil weer terug naar voren, en liefst meteen. De Fransen beginnen 2017 met een volledig nieuwe motor. De oude was uitontwikkeld, en door met een schone lei te beginnen wil Renault in 2018 Mercedes van de troon stoten als bouwer van de krachtigste Formule 1-aandrijving. Met de regelwijzigingen voor 2017 in het vooruitzicht, zal Renault waarschijnlijk al vroeg de doorontwikkeling van de kansloze R.S. 16 grotendeels hebben stopgezet, zodat het alle middelen kon richten op de nieuwe auto. Als Renault de komende jaren op chassis-gebied een grote sprong wil maken, dan heeft het daar nu de grootste kans toe. Wat coureurs betreft heeft de formatie al een flinke slag geslagen: Nico Hülkenberg draagt vanaf komend jaar een Renault-gele overall. Hij maakt de overstap vanaf Force India, waar hij de afgelopen jaren een vaste klant was in de top tien. Dan is Renault op het oog een behoorlijke achteruitgang. Zouden ze hem dan zo’n dik salaris geboden hebben? Hülkenberg zweert dat hij het niet voor het geld doet. “Ik denk dat het voor Force India erg moeilijk wordt de top drie binnen te dringen. Met een fabrieksteam als Renault denk ik betere kaarten te hebben.” Eindoordeel Renault: 5
In ons zomerrapport schreven we dat Magnussen en Palmer de rest van het jaar zouden strijden om lijfsbehoud in de Formule 1. Dat heeft het duo met succes gedaan. Palmer mag nog een jaar bij Renault blijven, Magnussen vervangt bij Haas Esteban Gutiérrez. Debutant Palmer leek in de tweede seizoenshelft iets meer zijn vorm te vinden. Hij was in de kwalificaties meestal sneller dan zijn teamgenoot, terwijl dat in de openingsfase van het kampioenschap nog anders was. In Maleisië scoorde Palmer met een puik optreden dan eindelijk zijn eerste punt. Magnussen had met zijn zevende plek in Rusland al bewezen hard te kunnen rijden. De R.S. 16 stelde de Deen na de zomer niet in staat nog een keer zo’n demonstratie van zijn vaardigheden te geven. Hij viel nog het meest op met zijn gigantische crash bovenaan Eau Rouge tijdens de Grand Prix van België. Wie van de twee Renault-coureurs was de beste? Aanvankelijk was dat Magnussen, maar vanaf de zomerstop deed Palmer niet echt meer voor hem onder. Onbeslist, dus. Magnussens McLaren-ervaring zal ongetwijfeld een deel van de verklaring zijn voor het feit dat juist hij naar Haas gaat. Straks in maart
Renault wil weer terug naar voren, en liefst meteen. De Fransen beginnen 2017 met een volledig nieuwe motor. De oude was uitontwikkeld, en door met een schone lei te beginnen wil Renault in 2018 Mercedes van de troon stoten als bouwer van de krachtigste Formule 1-aandrijving. Met de regelwijzigingen voor 2017 in het vooruitzicht, zal Renault waarschijnlijk al vroeg de doorontwikkeling van de kansloze R.S. 16 grotendeels hebben stopgezet, zodat het alle middelen kon richten op de nieuwe auto. Als Renault de komende jaren op chassis-gebied een grote sprong wil maken, dan heeft het daar nu de grootste kans toe. Wat coureurs betreft heeft de formatie al een flinke slag geslagen: Nico Hülkenberg draagt vanaf komend jaar een Renault-gele overall. Hij maakt de overstap vanaf Force India, waar hij de afgelopen jaren een vaste klant was in de top tien. Dan is Renault op het oog een behoorlijke achteruitgang. Zouden ze hem dan zo’n dik salaris geboden hebben? Hülkenberg zweert dat hij het niet voor het geld doet. “Ik denk dat het voor Force India erg moeilijk wordt de top drie binnen te dringen. Met een fabrieksteam als Renault denk ik betere kaarten te hebben.” Eindoordeel Renault: 5