Het contract van George Russell bij Williams loopt eind dit jaar af, en CEO Jost Capito vreest ervoor de talentvolle jonge Brit aan Mercedes te verliezen. Dit natuurlijk ook omdat Russell een Mercedes-juniorcoureur is.
Russell mocht ook al een keer aan het grote werk ruiken bij Mercedes, toen Williams hem toestemming gaf eind 2020 bij de Grand Prix van Sakhir de positief op corona geteste Lewis Hamilton te vervangen bij het kampioenschapsteam. Als Mercedes-protegé geldt Russell ook als een belangrijke kandidaat om volgend jaar, als zijn Williams-contract er zoals gezegd op zit, een fulltime-zitje bij het team te krijgen.
Lees ook: Zit Russell in 2022 in een Mercedes? ‘Verwacht rond de zomerstop duidelijkheid’
Gevraagd door Auto, Motor und Sport of het lastig wordt voor Williams om Russell te behouden, erkent Capito dat hij hier wel bang voor is. “Als Mercedes een coureur een aanbod doet, is het voor ieder team moeilijk om hem te houden. Dat geldt voor elke coureur, bij welk team dan ook”, weet Capito. Voorsorteren voor een mogelijk vertrek van Russell naar Mercedes, doet de Williams-CEO echter nog niet: “Daarvoor is het nog te vroeg.”
“Er zijn verschillende coureurs waarvan het contract afloopt. Het silly season“, doelt hij op de coureurscarousel, “zal daarom op een gegeven moment wel losbarsten. Je moet daar echter niet eerder mee beginnen dan noodzakelijk”, meent Capito. “In mijn optiek is het op het moment nog te vroeg om over alternatieven na te denken. De focus moet sowieso in de eerste plaats ook liggen bij het beter maken van het team.”
Positief over Latifi
Williams staat immers nog altijd laatste in het WK, op de tiende plek waar het ook in 2019 en 2020 eindigde. Voor 2022 heeft het nog geen coureurs onder contract, al lijkt Russells teamgenoot Nicholas Latifi goede papieren te hebben. Capito is positief over de ontwikkeling van de Canadees. “Hij is beter dan zijn reputatie. Het is niet makkelijk voor hem om Russell als teamgenoot te hebben – dat is net zo lastig als naast Hamilton rijden – maar hij gaat er goed mee om.”