Daan de Geus
10 juli 2015
Honda’s motorsportchef Yasuhisa Arai ziet zichzelf nog altijd als de aangewezen man om een succes te maken van Honda’s motorproject, ondanks de slechte start met McLaren.
McLaren en Honda staan – ondanks dat ze wereldkampioenen Fernando Alonso en Jenson Button in de gelederen hebben – na negen races pas op vijf punten, waarbij het seizoen van de herenigde Britse grootmacht en Japanse autofabrikant gekenmerkt wordt door technische problemen.
De Honda-V6 die achterin de McLaren MP4-30 ligt vertoont nog altijd regelmatig kuren, terwijl de hybride turbomotor ook nog eens vermogen te kort komt. McLaren begint dan ook te morren, terwijl de druk daarnaast ook door de media aardig wordt opgebouwd.
In gesprek met Autosport draait Yasuhisa Arai er niet omheen dat hij de druk voelt, maar de Japanner vindt dat ook niet vreemd, vertelt hij: “Want McLaren en Honda hebben in het verleden grote successen geboekt, hetgeen druk met zich meebrengt.”
“We voelen de aanzienlijke druk ook zeker, maar McLaren en Honda gaan er goed mee om, en ikzelf kan er ook goed tegen”, benadrukt Arai, die ook een duidelijk antwoord heeft op de vraag of hij wel de juiste man op de juiste plek is: “Ja.”
“Ik wil aan het hoofd blijven staan van dit programma”, vervolgt Arai, die beklemtoont dat Honda nog geen twijfels heeft over haar commitment aan de Formule 1: “Dit is voor Honda een project voor de lange termijn, dat beloof ik.”
“Het gaat er voor ons om dat we stap-voor-stap vooruitgang maken”, verklaart de Japanner, die aangeeft dat Honda zich vanaf nu ‘steeds meer op performance gaat richten’. “We blijven natuurlijk ook aan de betrouwbaarheid werken, maar onze focus ligt vanaf nu op de performance.“
“We verwachten in de tweede helft van het jaar een flinke stap te zetten, de motor competitiever te maken en het gat naar de teams voor ons te dichten”, besluit Arai, wiens firma ook wel progressie moet boeken, want McLaren begint zoals gezegd ongeduldig te worden.
Afgelopen weekend in Silverstone sprak McLaren-teambaas Eric Boullier bijvoorbeeld al klare taal: “We zetten Honda intern flink onder druk”, stelde de Fransman. “Bij Honda spreken ze van succes als ze over een paar jaar een winnende motor hebben, maar zo lang kunnen wij niet wachten.”
“De motor is in de huidige Formule 1 cruciaal, dus we sporen Honda zoveel mogelijk aan om het gat zo snel mogelijk te dichten. Publiekelijk zijn we verenigd, zijn we één team, maar zoals bij elk gemeenschappelijk project zetten we elkaar achter de schermen onder druk om het beter te doen.”