Ondanks alle juridische problemen naast de baan en het missen van VT1, zat Sauber er vooral met Felipe Nasr aardig bij in de kwalificatie: de Braziliaan kreeg een elfde tijd op de klokken.
Nasr deed het daarbij aanzienlijk beter dan teamgenoot Marcus Ericsson, die al na Q1 klaar was, terwijl Nasr ondertussen op een haar na Q3 wist te halen. Hij laat dan ook weten tevreden te zijn: “Want na het missen van de eerste vrije training – wat zeker zijn weerslag heeft gehad op de auto en mijn eigen voorbereiding, aangezien ik minder tijd had om de baan te leren kennen – is dit een resultaat waar we gelukkig mee mogen zijn.”
“Dat we zelfs bijna bij de eerste tien zaten, is helemaal goed nieuws voor ons als team”, benadrukt Nasr, die minder dan een tiende te kort kwam om van Q2 door te gaan naar Q3. De elfde plaats biedt echter alsnog kansen, weet Nasr, die met vertrouwen en plezier uitkijkt naar de race: “Het wordt een belangrijke dag, want de race van zondag is mijn eerste Grand Prix, waarin ik gezien deze startplek ook gelijk zal proberen om punten te scoren.”
Ericsson
Teamgenoot Marcus Ericsson moet van vijf plekken verder terug komen en waagt zich dus niet aan het uitspreken van een soortgelijke doelstelling. De Zweed houdt het erbij dat hij morgen hoopt ’terug te knokken’ na een teleurstellende kwalificatie. “Ik kan hier niet tevreden mee zijn”, zo draait hij er niet omheen. “Ik voelde me vrijdag goed en comfortabel achter het stuur, maar vandaag had ik het vertrouwen niet”, stipt Ericsson aan.
“Vooral in de remzones had ik geen lekker gevoel. We moeten de verzamelde informatie dus maar goed bestuderen, zodat we kunnen zien welke aanpassingen averechts hebben gewerkt”, weet Ericsson, die voor de vorm toch maar besluit op de positieve noot dat ‘morgen weer een nieuwe dag is’.
