Sutton Images
Vincent Sondermeijer
12 februari 2015
McLaren staat aan de vooravond van haar tweede opeenvolgende seizoen zonder titelsponsor. En dat kan best nog wel eens even zo blijven, zegt CEO Ron Dennis.
Dennis gelooft niet dat titelsponsorschap in de huidige Formule 1 veel toekomst heeft. “Het is een concept dat eigenlijk niet meer bestaat”, zegt de Brit tegen Autosport. “Normaal gesproken legt een titelsponsor zo’n 40 tot 50 procent van je budget op tafel.” Daar ontstaat het probleem: de budgets waar de topteams vandaag de dag mee werken, zijn torenhoog. Dennis: “Er is geen bedrijf dat aan komt kloppen om je zulke sommen geld aan te bieden.”
In plaats daarvan gaat de McLaren-CEO voor een andere aanpak. “We hakken het totaalpakket op in kleinere stukjes en trekken een stel bedrijven met een overeenkomstige aanpak aan om ons te sponsoren, in plaats van één groot bedrijf.” Wat overigens niet wil zeggen dat McLaren gestopt is met zoeken naar een hoofdsponsor, vertelt Dennis: “Wat we alleen niet willen, is een hele grote naam op de auto tegen een bodemprijs.”
Wat ook mee zal helpen, is dat het water McLaren niet bepaald aan de lippen staat. In 2013 boekte de raceorganisatie een keurige 23,5 miljoen euro winst. Dennis: “Natuurlijk hebben we ruimte voor grotere namen op de auto. Maar onze technische dienstverlening (McLaren levert technologie aan verschillende raceklassen, waaronder de Formule 1, NASCAR en IndyCar, red.) zorgt ervoor dat we genoeg inkomsten hebben.”
Manchester United
Dennis vergelijkt zijn team met de voetbalclub Manchester United, dat het voorbije jaar net als McLaren wat moeilijke momenten kende. “Ze waren flink gezakt in de competitie, maar ze waren nog steeds Manchester United. Zo is het ook met ons. Ik denk dat we nog steeds op bedrijven af kunnen stappen om te vragen of ze ons willen sponsoren”, aldus Dennis.
“Het laatste wat je op zo’n moment moet doen, is deals afsluiten die meer passen bij clubs uit de degradatiezone”, trekt Dennis zijn voetbalvergelijking door. “Misschien heb ik het mis, maar het is mijn overtuiging.”