In de korte rubriek ‘titeldruk’ spreken we, nu de titelstrijd dit weekend beslist wordt, met voormalig topcoureurs over hun ervaringen met het vechten voor een titel, alles wat erbij komt kijken én het duel tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton. Vandaag: Mark Webber, titelkandidaat in 2010.
NB: Dit interview is voor de Grand Prix van Saoedi-Arabië afgenomen.
In 2010 ging Webber, toen coureur voor Red Bull, de seizoensfinale in als nummer twee in het kampioenschap, maar een lastig weekend later moest de Aussie genoegen nemen met de derde stek in de einstand – terwijl teamgenoot en rivaal Sebastian Vettel met de titel aan de haal ging. In 2012 was hij tot halverwege het seizoen een groot kanshebber op de titel, maar pas in 2015 mocht Webber zich uiteindelijk wereldkampioen noemen – al was dat inmiddels in het World Endurance Championship met Porsche, en niet meer in de Formule 1.
Wat Webber in zijn periode aan de Formule 1-top met Red Bull wel heeft geleerd als het op titelduels aankomt? “Je focus wordt nauwer, alles is meer toegespitst op die titelstrijd.” Het wordt, zegt hij, zelfs vrij repetitief. “Je moet elke week dezelfde vragen beantwoorden van de media”, zegt de Australiër, die nu zelf aan de andere kant van de camera en microfoon staat als analist en co-commentator bij het Britse Channel 4. Alles wat op je afkomt, de interesse, het kan veel zijn. Maar: “Het is natuurlijk iets goeds. Je vecht immers liever wel om de titel dan niet.”
Lees ook: Titeldruk – Coulthard: ‘Max en Lewis zijn smart cookies’
The best in the business
Zet de huidige titelkandidaten wat dat betreft naast elkaar, en Hamilton heeft volgens Webber qua ‘titelervaring’ een duidelijk voordeel. “Hij heeft vaker wel om het kampioenschap gevochten dan niet. Lewis is the best in the business als het op titelervaring aankomt. Maar dan nog”, nuanceert Webber dat, “moet je elke race als een op zichzelf staand evenement zien. Het is een cliché, maar dat is in elke sport zo. In het tennis zegt Rafael Nadal ook: ‘ik concentreer me op het volgende punt’. Max richt zich steeds op de volgende bocht, Lewis ook.”
(tekst loopt door onder de foto)
Een balans vinden tussen het bocht-voor-bocht en race-voor-race nemen versus het grotere geheel in de gaten houden, is volgens Webber een kwestie van rijp genoeg zijn. “Je moet daar het juiste ‘gereedschap’ in je gereedschapskistje voor hebben”, verwoordt hij dat, vrij vertaald. “Heb je dat, dan ben je goed genoeg om kampioen te worden.” In de strijd om die felbevochten titel van 2010 was dat voor hem dus niet het geval, erkent hij. “Ik had soms wat geduldiger moeten zijn, was in bepaalde races te agressief. Zo gingen we de laatste race in met vier coureurs die nog kampioen konden worden. Uitzonderlijk. We hadden dat jaar allemaal twee grote fouten gemaakt, was dat niet gebeurd…”, droomt hij even weg, om te vervolgen: “Het laat wel zien dat je race na race de klus moet klaren.”
Cruciaal is daarbij dat je je dus ook op je eigen werk concentreert. “Op je eigen team, engineers, mensen en prestaties. Dat kost al genoeg energie”, weet Webber. Volgens Webber kunnen Hamilton en Verstappen niet direct invloed op elkaars prestaties uitoefenen, maar elkaar wel onder druk zetten. “Maar hoe creëer je druk? Door jezelf de beste kansen te geven, het zelf goed te doen. Je moet de beste starts maken, als team de beste pitstops… Als alles gefinetuned is, heb je in elk geval de best mogelijke wapens in je arsenaal.” Het psychologische spel in de pers en over de boordradio (‘want die gebruik je daar ook voor’) is natuurlijk ook een manier om elkaar druk op te leggen. Al houden Hamilton en Verstappen dat over het algemeen beleefd. “Zij zijn van zulke grote klasse dat ze dat ook niet nodig hebben.”
Coureurs hebben een goed geheugen
Wat gunstig is voor Hamilton en Verstappen, zegt Webber, is dat ze voor rivaliserende teams rijden. Toen hij in 2010 (en deels in 2012) met Vettel om de kroon vocht, verdeelde dat Red Bull welhaast. De spanning in de stierenstal was te snijden. “Intern was dat heel zwaar. We waren in het team veel energie kwijt om dat te managen. De intensiteit ervan, de paranoia om zaken als of je wel het juiste materiaal krijgt”, verwijst hij bijvoorbeeld naar hoe Red Bull in 2010 bij de Britse Grand Prix zijn nieuwe specificatie voorvleugel afpakte en aan Vettel gaf, die zijn eigen exemplaar had beschadigd. Webber won toen alsnog op Silverstone, waarna hij schamperde dat dit ‘niet slecht was voor een tweede coureur’.
Over Silverstone gesproken, daar ging het dit jaar natuurlijk mis tussen kemphanen Hamilton en Verstappen. Net als later op Monza, zoals er nog wel meer flashpoints zijn geweest. Webber kent dat, botste zelf in 2010 in Turkije met Vettel. De gemoederen liepen toen, net als nu tussen Hamilton en Verstappen, meermaals hoog op. Is het daarna lastig de spreekwoordelijke geest weer terug in de fles te krijgen, de boel weer te normaliseren? “Je vergeet zoiets natuurlijk nooit, wij coureurs hebben goede geheugens als het op dat soort situaties aankomt. Belangrijk is dat je weet waarom zoiets dan is gebeurd. Of het fair was maar verkeerd afliep, of dat er sprake was van kwade wil.” Hoe dan ook, zegt Webber, moet je door: “Je moet als professional gewoon weer aan de slag. Je kan niet met een soort bitterheid over je rivaal en wat er is gebeurd blijven rondrijden. Dat kost je rondetijd.”
Lees ook: Horner: ‘Verstappen moet hier rijden zoals in de afgelopen 21 races’
Uiteindelijk, komt Webber daarbij terug, gaat het om gas geven. “Al is het moeilijk er een nummer op te plakken en zeggen dat zus of zoveel procent van een titelstrijd om hard rijden gaat, en de rest om al die andere factoren zoals de druk, de psychologie en noem het maar op.” Het is een totaalplaatje. Maar: “Met langzaam rijden maar goed zijn met de pers, red je het niet.”