De Nederlandse Indycar-coureur Rinus van Kalmthout heeft in de tweede race van dit weekend op de Iowa Speedway niet zo kunnen imponeren als in de eerste. Een neutralisatie viel niet lekker voor hem. Hij was daarna gezien en moest genoegen nemen met P19.
Op de Speedway in het dorpje Newton kwam Van Kalmthout prima uit de startblokken en deed in het begin mee in de top tien. Nadat hij zaterdag – mede door een sterk slotstuk – als vierde was gefinisht in race één op de korte kombaan, zag het er zo goed voor hem uit. Tot zijn tweede pitstop.
Lees ook: Indycar: Van Kalmthout grijpt net naast podium, maar imponeert met vierde plek in Iowa
Van Kalmthout verloor vlak daarvoor een paar plekken en worstelde met de grip van zijn auto, waarop ECR hem ogenschijnlijk vrij vroeg naar binnenhaalde. Van Kalmthout, die al op een ronde achterstand stond, kwam zo op twee ronden achterstand – en vrij kort na zijn stop volgde een neutralisatie.
Pech met neutralisatie
Deze zogenaamde caution ontstond toen Van Kalmthout naast koploper Josef Newgarden reed en Kyle Kirkwood daar weer aan de buitenkant van zat. Kirkwood verloor de controle en raakte de muur, wat tot een neutralisatie leidde waaronder de mannen vooraan zonder veel tijdverlies hun stops konden maken.
Bij de herstart lag Van Kalmthout zodoende twintigste, op twee ronden achterstand. Het ging echter van kwaad tot erger, want hij kreeg ook nog straf voor een pitstraatovertreding. ‘VeeKay’ lag daarna 23ste op drie ronden, en eindigde uiteindelijk als negentiende.
Lees ook: Indycar – Van Kalmthout: ‘Belangrijk dat ik heb laten zien dat dit jaar geen herhaling wordt’
Kostbare klapper Newgarden
Hoewel het Van Kalmthout dus niet meezat, was Josef Newgarden onmiskenbaar de grootste pechvogel. De coureur van Team Penske had de race onder controle en was niet alleen onderweg naar zijn vijfde zege van het jaar, maar ook de leiding in het kampioenschap.
In ronde 236 van de 300 ging het echter mis, ogenschijnlijk doordat er iets brak aan de achterwielophanging. Newgarden klapte de muur in en was klaar. McLaren-coureur Pato O’Ward, die eerder door de pitstops voor Penske’s Will Power was gekomen, trok de zege daarna naar zich toe.
Power finishte als tweede, met teamgenoot Scott McLaughlin die de derde plek claimde. Ganassi’s Scott Dixon, Jimmie Johnson en Marcus Ericsson eindigden als vierde, vijfde en zesde. Voor NASCAR-legende Johnson is dit zijn beste Indycar-resultaat. Ericsson blijft de leider in het kampioenschap.