Het was voor Daniel Ricciardo lastig om zijn teleurstelling te verbergen na de tegenvallende Grand Prix van de Verenigde Staten. Het blijft voor hem ‘een mysterie’ hoe teamgenoot Lando Norris ‘zo’n grote marge’ had en stelt dat het een ‘understatement’ is om de race ‘pijnlijk’ te noemen.
De Grand Prix van de Verenigde Staten ging van kwaad tot erger voor Ricciardo. Op zaterdag strandde hij al in Q1 en hij moest – na gridstraffen – van de vijftiende plek beginnen. Daar hoopte de Australiër er een mooie inhaalrace van te maken, maar het werd uiteindelijk een middag om te vergeten. Ricciardo reed achteraan een anonieme race en eindigde op 90 seconden van racewinnaar Max Verstappen op de zestiende en een-na-laatste plek.
Lees ook: Ricciardo werkt aan plan voor toekomst: ‘Wil vooraan terugkeren en races winnen’
Ricciardo had juist gehoopt op een goede race op zijn geliefde Circuit of the Americas, maar kon na deze race zijn teleurstelling niet verbergen. “Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen”, aldus Ricciardo. Hij baalt ervan dat hij dit seizoen ‘zo ver van het tempo’ zat en dat hij de rondetijden er niet uit wist te persen met de MCL36. “De onregelmatigheid in de rondetijden laat ook zien dat het een worsteling is. Om weer zo’n grote marge te hebben… het blijft een mysterie.”
Lees ook: Ricciardo denkt niet aan overstap naar IndyCar: ‘Ben bang voor ovals’
“Ik houd van Texas, ik houd van Austin maar deze race was onplezierig”, voegt Ricciardo nog met een kleine glimlach toe. De teleurstelling straalt er vanaf bij de Australiër, die donderdag nog vrolijk te paard in de paddock verscheen. “Net als je denkt dat het niet erger kan, wordt het erger. Ik weet niet hoe ik doorga met doorgaan. Pijnlijk is een understatement”, besluit de McLaren-coureur.