Via de rubriek Startnummers delen we in de zomerstop elke dag een bijzonder verhaal over een iconisch nummer uit de Formule 1: van 0 tot 99 of ergens daartussen. Vandaag startnummer 31, het nummer van de vaak vergeten Nederlandse coureur Roelof Wunderink.
Er is geen bocht of straat naar hem vernoemd. Hij wordt niet gebeld om in talkshows te praten over Max Verstappen of een terugkeer van de Grand Prix van Nederland en op het autosportmonument in Zandvoort is zijn naam afwezig. De wereld is Roelof Wunderink allang vergeten, zo lijkt het wel. Zes keer stond hij op de deelnemerslijst van een Grand Prix, drie keer ging hij daadwerkelijk van start en slechts eenmaal kwam hij aan de finish. Dat was in de Grand Prix van Oostenrijk in 1975, waar Wunderink met vier ronden achterstand niet geklasseerd werd.
Arie Luyendyk
Een waardeloze Formule 1-carrière dus, maar er zit meer achter het verhaal van Roelof Wunderink. In de vroege jaren vijftig meldt de jongeman uit Den Haag zich bij de raceschool van Andre Pilette in Zolder, België. Twee van de 120 deelnemers steken met kop en schouders boven de rest uit: Wunderink en Arie Luyendyk. Pilette is zo onder de indruk van Wunderink dat hij de Nederlander in de Formule Vee laat rijden, en hem bovendien aanbeveelt bij John Surtees. In 1972 wordt Wunderink kampioen in de Formule Ford, in 1973 herhaalt hij dat.
HB Alarmsystemen
Hij trekt de aandacht van de gebroeders Bob en Rody Hoogenboom en hun bedrijf HB alarmsystemen, dat graag iets in de autosport wil doen. Via de Formule 5000 komen Wunderink en zijn sponsor terecht bij het Formule 1-team van Ensign. Dat team verkeert in acute geldnood en met de nodige bravoure kopen de gebroeders Hoogenboom de gehele boedel van dat team op, om in 1975 met Wunderink in de Formule 1 te gaan rijden.
De eerste Grand Prix van de nieuwkomers wordt die in Barcelona, op het stratencircuit van Montjuich. Daar kwalificeert Wunderink zich als negentiende van de 26 coureurs. Niet slecht. In de twintigste ronde breekt een aandrijfas, maar Wunderink heeft wel indruk gemaakt. In Monaco, zijn tweede optreden, gaat het minder goed. Er mogen maar twintig rijders starten en Wunderink is te langzaam om zich te kwalificeren.
Formule 5000
Tussendoor zet HB alarmsystemen nog altijd een auto in voor Wunderinks parallel lopende Formule 5000-campagne. In Zandvoort loopt dat bijna uit op een drama als Wunderink bij Tunnel Oost van de baan schiet en in de vanghekken terechtkomt. Met een hersenkneuzing is Wunderink voorlopig uitgeschakeld. Pas in Engeland, na vier races te hebben gemist, keert hij terug. Maar is Wunderink wel helemaal hersteld van zijn ongeluk?
Achteraf denken de broers Hoogenboom dat de rentree te snel was. Kwalificeren doet Wunderink zich op Silverstone niet. In Oostenrijk start hij wel, maar wordt niet in de uitslag opgenomen. In Italië is hij opnieuw te langzaam om te mogen starten. Opnieuw dient de vraag zich aan of Wunderink na zijn crash wel helemaal de oude is. Omdat er in Amerika voor de Grand Prix op Watkins Glen maar 24 auto’s komen opdagen, is Wunderink daar verzekerd van een startplaats. Daar laat echter de Ensign de coureur in de steek. Daarmee is het seizoen voor Wunderink en HB alarmsystemen tot een anoniem einde gekomen.
Mysterie
En hoewel de gebroeders Hoogenboom het in 1976 nog even proberen, is Wunderink daar niet meer bij. Hij verdwijnt in de anonimiteit. Een keer duikt hij nog op in Zandvoort, in 1976 om een Formule Ford te testen, maar snel is hij niet. Daarmee is zijn carrière voorbij. Wunderink heeft de crash in Zandvoort kunnen navertellen, maar zijn oude vorm heeft hij nooit meer kunnen hervinden. Hoe het tegenwoordig met hem gaat, wat hij doet en waar hij woont: het is een raadsel. Roelof Wunderink verdwijnt net zo snel uit de autosport als hij erin kwam.