Pirelli wil snel duidelijkheid over haar toekomst als bandenleverancier in de Formule 1 aangezien ‘de tijd begint te dringen’.

In gesprek met Autosport laat Pirelli’s motorsportchef Paul Hembery zijn onvrede blijken over de gang van zaken met betrekking tot het verlengen van de na dit seizoen aflopende deal tussen de Formule 1 en de huidige bandenmonopolist.

Volgens Hembery is het ‘belachelijk’ dat er nog geen nieuwe afspraken gemaakt zijn, zeker aangezien het daardoor nog niet met de ontwikkeling van nieuwe banden voor 2014 – het jaar waarin het technische reglement flink op de schop gaat – kan beginnen, terwijl het dat wel zou moeten doen als het in 2014 weer de bandenleverancier is.

“Wij moeten de teams op 1 september alles vertellen wat ze over de nieuwe banden voor 2014 moeten weten, maar het is nu halverwege mei en er is nog steeds geen overeenkomst”, schampert Hembery.

“Je kunt je wellicht wel indenken dat dit een belachelijke situatie is”, stelt Hembery, die niet uitsluit dat Pirelli zich terugtrekt als er niet snel duidelijkheid volgt: “Misschien zijn we er volgend jaar niet meer bij…”

Deadline
Autosport
claimt dat Pirelli al wel een nieuwe deal heeft gesloten met Bernie Ecclestone, de commerciële uitbater van de Formule 1, maar nog niet met de FIA en de teams. Volgens Hembery heeft Pirelli daar intern wel een deadline voor gesteld, maar de Brit wenst die datum niet openbaar te maken.

Hembery benadrukt echter wel dat de tijd om een nieuwe deal overeen te komen ‘serieus begint te dringen’: “Er moet nu echt snel een beslissing genomen worden, want er gaat volgend seizoen behoorlijk wat veranderen en wij moeten ons daar zowel qua organisatie als op technisch vlak op voorbereiden.”

“Het is niet zo dat we onze banden simpelweg harder kunnen maken en dat ze dan geschikt zijn voor de nieuwe auto’s en motoren. De reglementswijzigingen zijn dusdanig ingrijpend dat we de banden grondig moeten reviseren. Dat kost tijd, en de vertraging maakt ons werk alleen maar moeilijker, terwijl er binnenkort uiteraard ook een punt komt waarop het te laat is en we ons werk niet meer kunnen doen.”