Lotus-coureurs Kimi Räikkönen en Romain Grosjean kwamen in India als zevende en negende over de streep. Volgens beide coureurs hadden ze echter hoger kunnen eindigen, als ze maar meer topsnelheid hadden gehad.

“Mijn auto was vandaag erg goed, maar ik kon er eigenlijk niet veel mee klaarspelen, omdat ik niet de snelheid had om in te halen op de rechte stukken”, legt de als zevende geëindigde Räikkönen uit wat eraan schortte.

“Dat we vandaag in die situatie zaten, komt echter omdat we ons qua set-up vooral op de kwalificatie hadden gericht”, geeft de Fin eerlijk toe. “We hebben het dus eigenlijk aan onszelf te wijten dat we vandaag niet konden inhalen en hebben in de race de tol moeten betalen voor de keuzes die we gisteren gemaakt hebben.”

“Als je achter iemand anders rijdt en op de verkeerde plaatsen op het circuit snel bent, is er immers niets wat je verder kunt doen”, herhaalt Räikkönen, die het merendeel van de race pal achter Felipe Massa reed, maar er niet langs kwam. “Hopelijk zijn we volgend weekend dus wat slimmer en kunnen we onze goede race pace dan gebruiken om meer punten te scoren.”

Teamgenoot Grosjean heeft dezelfde klacht als Räikkönen. “We hadden niet genoeg topsnelheid en dan is inhalen een onmogelijke opgave.”

“Behalve het gebrek aan topsnelheid was alles namelijk goed op orde”, stelt de Fransman eveneens. “Mijn pitstop verliep perfect en ik reed zelf ook een goede race, waarin ik negentig minuten lang voluit ben gegaan. Ik ben dan ook tevreden met mijn race én met het feit dat ik vanaf mijn twaalfde startplaats als negende over de finish ben gekomen, maar ja, er was dus wel meer mogelijk geweest.”