Teamrapport 2011: Renault
Formule1
Bouke van den Berg
23 januari 2012
Nog voor de seizoensstart zat Renault al in de penarie. Robert Kubica raakte bij een rallyongeluk zwaargewond en de Franse renstal moest daarom halsoverkop opzoek naar een waardige vervanger. Nick Heidfeld bleek die niet te zijn, terwijl 2011 nog best aardig begon maar uiteindelijk een teleurstelling was.
Voorseizoen
De verwachtingen aan de vooravond van het seizoen waren hooggespannen. Robert Kubica presteerde in 2010 meer dan uitstekend in de Renault. Met meerdere podiumplaatsen wist het team te imponeren. De volgende stap, overwinningen, moesten in 2011 volgen. Maar dat liep dus even anders. Dat verdiende de renstal niet na de risico’s die het in het ontwerp van de R31 had gelegd. Met een revolutionair uitlatensysteem dat bij de voorkant van de side-pods naar buiten kwam wilde Renault zich meten met Ferrari, McLaren en misschien zelfs Red Bull Racing. Een ding was zeker: aan de vooravond van 2011 wilde Renault overwinningen gaan pakken. De eerste testweek met de R31 was veelbelovend. Kubica klokte namelijk op 2 februari de snelste tijd van de week op het circuit van Valencia. Op 6 februari belandde de Pool echter in het ziekenhuis na een zware rallycrash in de rally van Andora. Al snel werd duidelijk dat Kubica de eerste helft van het seizoen ging missen. En later bleek dat hij het hele jaar niet in actie kon komen. Heidfeld
Als vervanger werd Kubica’s voormalige teamgenoot bij BMW Sauber, Nick Heidfeld, in huis gehaald. Renault wilde een rijder met de nodige ervaring in de gelederen hebben, die wist hoe races gewonnen moeten worden. Met Heidfeld vond Renault daarin slechts deels de gehoopte vervanger van Kubica. Hij won in 172 F1-races nooit een Grand Prix. De coureur uit Mönchengladbach bleef steken op een handjevol tweede plaatsen. Ervaring had Heidfeld echter wél. En daarom was de keuze van Renault voor de Duitser zo gek nog niet. Zeker als de relatief ongepolijste Vitaly Petrov in de andere Renault rijdt. Het seizoen begon ook wel goed voor de Franse formatie uit het Britse Enstone. Petrov eindigde in Albert Park als derde. Een kunststukje dat Heidfeld in Maleisië kon herhalen. En daarmee leek Renault zijn belofte van regelmatige podiumfinishes en hopelijk ook die F1-overwinning in te gaan lossen. Maar na de race op Sepang had niemand voorzien dat Renault al zijn kruit al had verschoten. Onbeloonde innovatie
Podiumplaatsen werden er daarna namelijk niet meer gepakt. Wel pakten Heidfeld en Petrov in de eerste seizoenshelft veel punten. Toch waren de eerste barstjes in het gedwongen huwelijk tussen Renault en Heidfeld al redelijk snel te zien. Volgens het team speelde de Duitser niet de gehoopte leidersrol die Renault zag. Onvermijdelijk was daarom het ontslag van Heidfeld na de Hongaarse Grand Prix. Terwijl hij meer punten had gepakt dan Petrov. Zijn vervanger was Bruno Senna, die na een sterke kwalificatie in België en de negende plaats in de Italiaanse Grand Prix eigenlijk niet meer zoveel klaarspeelde. Net als Petrov trouwens. Renault viel steeds verder terug in de tweede helft van het jaar. Het voorwaartse uitlatensysteem zorgde er mede voor dat Renault in de eerste races goed presteerde. De technische staf van de renstal was echter niet in staat om het revolutionaire systeem verder te ontwikkelen. En daarmee veranderde het systeem van paradepaardje binnen tien races in de achilleshiel van het team. Renault sloot het jaar af als vijfde in het constructeurskampioenschap. En dat was vooraf niet de doelstelling. Twee podiumplaatsen werden er gepakt, terwijl er overwinningen werden verwacht. Technisch directeur James Allison erkende al tijdens het seizoen dat het uitlatensysteem niet werkte zoals gehoopt. En dat de doorontwikkeling ervan lastiger was dan verwacht. En dat het misschien beter zou zijn gegaan als Kubica niet geblesseerd was geraakt. Hoe nu verder?
Renault blijft een team met ambitie. Het gevolg van 2011 is dat het team dit jaar in een compleet andere setting op de grid staat. Petrov en Senna zijn bedankt voor hun diensten. GP2-kampioen Grosjean krijgt een herkansing bij het team. In 2009 reed hij zonder succes al een handjevol races voor Renault as vervanger van Nelsinho Piquet. Met Kimi Räikkönen heeft het team weer de gedroomde kampioen in huis van het kaliber Kubica. Het plan is dat de formatie uit Enstone nu wél de stap naar de top kan gaan maken. Maar het is de vraag of dat direct kan. Want heeft Renault vorig jaar niet teveel terrein verloren om dat dit jaar al goed te maken? Naast het nieuwe rijdersduo is ook de naam van team veranderd. Vorig jaar was Lotus al aanwezig in de teamnaam als hoofdsponsor. Nu is Renault verdwenen uit de teamnaam. Omdat het nog wel de motorleverancier heet de formatie dit jaar Lotus-Renault. Conclusie
2011 had hét jaar van Renault moeten worden. Maar het werd een fiasco. We zullen nooit weten hoe het was gegaan als Kubica niet geblesseerd raakte. De formatie van Genii Capital bleek nog niet in staat om een revolutionair, innovatief idee om te toveren in een succes. Wellicht dat het met de aanwezigheid van Kubica wel was gelukt. Räikkönen is ook zo’n coureur uit de buitencategorie. We zullen er daarom dit jaar, en anders in 2013, achter komen of Renault inderdaad de stap naar de top kan maken. Dat het dit jaar, ondanks de doelstellingen, niet is gelukt, zorgt daarom voor een laag cijfer. Cijfer: 5/10.
De verwachtingen aan de vooravond van het seizoen waren hooggespannen. Robert Kubica presteerde in 2010 meer dan uitstekend in de Renault. Met meerdere podiumplaatsen wist het team te imponeren. De volgende stap, overwinningen, moesten in 2011 volgen. Maar dat liep dus even anders. Dat verdiende de renstal niet na de risico’s die het in het ontwerp van de R31 had gelegd. Met een revolutionair uitlatensysteem dat bij de voorkant van de side-pods naar buiten kwam wilde Renault zich meten met Ferrari, McLaren en misschien zelfs Red Bull Racing. Een ding was zeker: aan de vooravond van 2011 wilde Renault overwinningen gaan pakken. De eerste testweek met de R31 was veelbelovend. Kubica klokte namelijk op 2 februari de snelste tijd van de week op het circuit van Valencia. Op 6 februari belandde de Pool echter in het ziekenhuis na een zware rallycrash in de rally van Andora. Al snel werd duidelijk dat Kubica de eerste helft van het seizoen ging missen. En later bleek dat hij het hele jaar niet in actie kon komen. Heidfeld
Als vervanger werd Kubica’s voormalige teamgenoot bij BMW Sauber, Nick Heidfeld, in huis gehaald. Renault wilde een rijder met de nodige ervaring in de gelederen hebben, die wist hoe races gewonnen moeten worden. Met Heidfeld vond Renault daarin slechts deels de gehoopte vervanger van Kubica. Hij won in 172 F1-races nooit een Grand Prix. De coureur uit Mönchengladbach bleef steken op een handjevol tweede plaatsen. Ervaring had Heidfeld echter wél. En daarom was de keuze van Renault voor de Duitser zo gek nog niet. Zeker als de relatief ongepolijste Vitaly Petrov in de andere Renault rijdt. Het seizoen begon ook wel goed voor de Franse formatie uit het Britse Enstone. Petrov eindigde in Albert Park als derde. Een kunststukje dat Heidfeld in Maleisië kon herhalen. En daarmee leek Renault zijn belofte van regelmatige podiumfinishes en hopelijk ook die F1-overwinning in te gaan lossen. Maar na de race op Sepang had niemand voorzien dat Renault al zijn kruit al had verschoten. Onbeloonde innovatie
Podiumplaatsen werden er daarna namelijk niet meer gepakt. Wel pakten Heidfeld en Petrov in de eerste seizoenshelft veel punten. Toch waren de eerste barstjes in het gedwongen huwelijk tussen Renault en Heidfeld al redelijk snel te zien. Volgens het team speelde de Duitser niet de gehoopte leidersrol die Renault zag. Onvermijdelijk was daarom het ontslag van Heidfeld na de Hongaarse Grand Prix. Terwijl hij meer punten had gepakt dan Petrov. Zijn vervanger was Bruno Senna, die na een sterke kwalificatie in België en de negende plaats in de Italiaanse Grand Prix eigenlijk niet meer zoveel klaarspeelde. Net als Petrov trouwens. Renault viel steeds verder terug in de tweede helft van het jaar. Het voorwaartse uitlatensysteem zorgde er mede voor dat Renault in de eerste races goed presteerde. De technische staf van de renstal was echter niet in staat om het revolutionaire systeem verder te ontwikkelen. En daarmee veranderde het systeem van paradepaardje binnen tien races in de achilleshiel van het team. Renault sloot het jaar af als vijfde in het constructeurskampioenschap. En dat was vooraf niet de doelstelling. Twee podiumplaatsen werden er gepakt, terwijl er overwinningen werden verwacht. Technisch directeur James Allison erkende al tijdens het seizoen dat het uitlatensysteem niet werkte zoals gehoopt. En dat de doorontwikkeling ervan lastiger was dan verwacht. En dat het misschien beter zou zijn gegaan als Kubica niet geblesseerd was geraakt. Hoe nu verder?
Renault blijft een team met ambitie. Het gevolg van 2011 is dat het team dit jaar in een compleet andere setting op de grid staat. Petrov en Senna zijn bedankt voor hun diensten. GP2-kampioen Grosjean krijgt een herkansing bij het team. In 2009 reed hij zonder succes al een handjevol races voor Renault as vervanger van Nelsinho Piquet. Met Kimi Räikkönen heeft het team weer de gedroomde kampioen in huis van het kaliber Kubica. Het plan is dat de formatie uit Enstone nu wél de stap naar de top kan gaan maken. Maar het is de vraag of dat direct kan. Want heeft Renault vorig jaar niet teveel terrein verloren om dat dit jaar al goed te maken? Naast het nieuwe rijdersduo is ook de naam van team veranderd. Vorig jaar was Lotus al aanwezig in de teamnaam als hoofdsponsor. Nu is Renault verdwenen uit de teamnaam. Omdat het nog wel de motorleverancier heet de formatie dit jaar Lotus-Renault. Conclusie
2011 had hét jaar van Renault moeten worden. Maar het werd een fiasco. We zullen nooit weten hoe het was gegaan als Kubica niet geblesseerd raakte. De formatie van Genii Capital bleek nog niet in staat om een revolutionair, innovatief idee om te toveren in een succes. Wellicht dat het met de aanwezigheid van Kubica wel was gelukt. Räikkönen is ook zo’n coureur uit de buitencategorie. We zullen er daarom dit jaar, en anders in 2013, achter komen of Renault inderdaad de stap naar de top kan maken. Dat het dit jaar, ondanks de doelstellingen, niet is gelukt, zorgt daarom voor een laag cijfer. Cijfer: 5/10.