Donderdagavond werden de deelnemers aan de ADAC Rallye Deutschland aan het publiek voorgesteld in de binnenstad van Trier. Vanaf het startpodium bij de Porta Nigra reden alle auto’s een kort stukje door het centrum om zich vervolgens weer op het servicepark te melden voor de echte start van de rally de volgende dag.
Geholpen door een aangenaam zonnetje stelden zich een flinke mensenmassa op langs de dranghekken. Op sommige plaatsen zelfs rijendik. De stadionspeaker was opgevallen dat het lang niet allemaal lokale bezoekers waren. “Zijn er Fransen?” vroeg hij. Doodse stilte. “Zweden?” Een enkeling. “Finnen?” Al iets meer. Zo ging het nog even door, totdat hij bij Duitsland aankwam. Eindelijk wat rumoer.
Dat was echter niets vergeleken met het helse kabaal dat vervolgens losbarstte toen de Nederlanders werd gevraagd zich te laten horen. Toegegeven, er zijn niet veel Nederlanders nodig om luidruchtig te zijn, maar ook aan de roodwitblauwe vlaggen en oranje uitdossingen was duidelijk te zien dat Nederland goed vertegenwoordigd was in Trier.
En niet alleen omdat het evenement gratis toegankelijk was. Want ook langs de proeven is Nederlands haast de voertaal. Je kunt ze ook moeilijk ongelijk geven. Het is de dichtsbijzijnde locatie om ’s werelds beste rallyrijders van zeer dichtbij in actie te zien. Bovendien in een prachtig gebied, rond een historische stad waar veel te beleven valt. En ook het deelnemersveld is aardig oranje gesierd.
De meesten rijden in het bijprogramma, maar ook in het WRC speelt Nederland inmiddels een belangrijke rol. Terwijl Hans Weijs jr. op uitnodiging van Volkswagen, dat in 2013 zijn intrede doet in het WK, zijn kunsten vertoont in een Skoda Fabia S2000, rijden Peter van Merksteijn jr. en Dennis Kuipers in de hoogste categorie, respectievelijk in een Citroën en Ford. Laatstgenoemde had donderdag overigens speciaal bezoek.
Een fan meldde via Twitter dat hij naar de rally zou komen om Kuipers aan te moedigen, waarop het FERM Power Tools WRT hem uitnodigde wat eerder te komen om een rondleiding te krijgen door het servicepark. Daarop bood de fan, tevens bakker, aan oliebollen mee te brengen. Aldus geschiedde. En zo maakte de stad die ooit door de Romeinen werd gesticht nu kennis met een oeroud karakteristiek Nederlandse traktatie. Rare jongens, dat rallyvolk, maar wel aangenaam.