Formule1
Daan de Geus
1 juni 2011
Nick Heidfeld denkt niet dat Renault de pineut is als de FIA de ban op geblazen diffusors doorvoert. Hij gelooft dat Renault de R31 op andere vlakken genoeg kan verbeteren om het verlies op te vangen.
De FIA wil de door uitlaatgassen geblazen diffusor op termijn aanpakken omdat het volgens de autosportfederatie tegens de regels is dat de geblazen diffusor – door allerlei kunsgrepen en trucjes met het motormanagement – extra downforce blijft genereren als coureurs geen gas geven.
Renault is één van de teams die het meeste profijt heeft van dit type diffusor. De R31 is namelijk ontworpen om er maximaal gebruik van de te maken, zoals onder meer uit de in de sidepods geïnstalleerde uitlaten blijkt.
Heidfeld wil allereerst nog maar eens afwachten of het tot een ban of restricties komt. “Ik zou niet weten waarom het verboden moet worden. Iedereen met wie ik er binnen het team over heb gesproken, denkt dat het gewoon legaal is”, zegt hij tegen Autosport.
Zelfs al mocht het tot een verbod komen, dan nog denkt Heidfeld niet dat Renault daar meer last van heeft dan andere renstallen: “Dat denk ik niet. Als de geblazen diffusor verboden wordt, dan heeft dat consequenties voor elk team”, stelt hij in de eerste plaats.
In de tweede plaats gelooft Heidfeld dat Renault zich goed genoeg ontwikkelt om een eventueel verlies van de door uitlaatgassen geblazen diffusor op te vangen. “Als ik naar onze plannen voor de komende weken en maanden kijk, dan zie ik genoeg mogelijkheden om vooruitgang te boeken.”