Jarno Trulli denkt dat Team Lotus een tweede sprong voorwaarts kan maken. Het gaat dit seizoen al beter met de renstal, maar de coureur ziet nog volop ruimte voor verbetering.

Het lukte Trulli dit seizoen nog niet om zich voor Heikki Kovalainen te kwalificeren en in China moest hij geteld over een volledige race twintig seconden toegeven op zijn teamgenoot. Wel rijdt Team Lotus verder naar voren dan in 2010 het geval was.

De achterstand op het middenveld is kleiner geworden en de hoop op het scoren van punten groeit. Vanaf de Grand Prix van Spanje moet die kans weer groter worden als het team een groot pakket met nieuwe vondsten aanbrengt op de T128.

“Op dit moment rijd ik absoluut nog niet op de toppen van mijn kunnen. Het is niet zo dat er van alles moet veranderen, maar het oplossen van de problemen met de stuurbekrachtiging zou een welkome hulp zijn”, schetst Trulli in gesprek met ESPNF1 zijn perspectief.

“De stuurbekrachtiging is het enige waarover ik te klagen heb, want ik heb nu geen goed gevoel bij de auto. Ik heb een klein zetje nodig om meer vertrouwen in de auto te krijgen en de prestaties eruit te halen die erin zitten. Dat heeft mijn eerste prioriteit.”

De 36-jarige Italiaan is wel wat gewend, maar geeft toe dat de problemen hem toch wel een beetje frustreren. “Ik kan nu niet genieten van het racen. Ik heb enkele gevechten gevoerd waar ik een goed gevoel aan overhield, maar ik kan niet zo pushen als ik wil. Dat is een kanttekening.”