Heeft iemand toevallig vorige week nog de slotrace van de Champ Cars gezien? Ik wel, al was het maar omdat ik ooit genoten heb van deze Amerikaanse klasse.Tegenwoordig snap ik er niks meer van. Robert Doornbos werd vorig jaar als debutant vice-kampioen. Dat zou toch wonderen moeten doen voor je marktwaarde. Maar in Amerika gaat het anders. Doornbos wachtte op een aanbod van Minardi, dat nooit kwam. De andere teams bleken ineens al in hun vacatures voorzien. En dus staat Robert Doornbos in het jaar dat de Indy Racing League hun Champ Car-rivalen inlijfden, met lege handen.

In Long Beach, bij de laatste Champ Car-race – de IRL-teams waren in Motegi aan het racen – kwam Minardi met twee auto’s aan de start om de klasse een laatste eer te betuigen. Doornbos werd wel gevraagd, maar volgens hem was met de Minardi's weinig eer te behalen. En dus kwam Minardi met Nelson Philippe en Roberto Moreno. Niks ten nadele van Moreno, maar de beste man is 49 jaar. In de race viel hij uit. Philippe werd vijftiende. Doornbos had dus wel gelijk.

Wat mij wel een plezier deed was de naam van de man op de tweede plek. Franck Montagny had nog nooit in een Champ Car gereden, kende het circuit niet en was bovendien tamelijk gaar omdat hij dvier dagen daarvoor in China zijn debuut had gemaakt in de A1GP. Montagny keek er zelf niet eens van op. ,,Amerika ligt mij wel”, zei hij na de podiumceremonie. Een contract heeft hij nog niet. ,,Hopelijk komt er wat uit.”

Het is te hopen dat Montagny aan zijn verbazingwekkende optreden een contract overhoudt. Een paar jaar geleden besloot hij bijna te stoppen met racen, vertelde hij me in 2006. Hij begon met een vriend een kapperszaak in Barcelona. ,,Om iets achter de hand te hebben als het met het racen niet lukt.”

Toen belde Aguri Suzuki, of Franck wilde invallen voor Yuji Ide. Ineens was hij Formule 1-coureur. Na een paar races kwam er iemand met geld en stond Franck er weer naast. Net als Robert Doornbos.

Terugdenkend aan dat gesprek herinnerde ik me ineens een voornaamgenoot van Montagny. Franck Lagorce heette hij, en hij was kampioen in de Franse Formule 3. Twee jaar later werd hij vice-kampioen in de Formule 3000. aan het eind van het jaar belde Guy Ligier en voor hij het wist was ook deze Franck Formule 1-coureur. Hij deed het goed, maar na twee races was het seizoen afgelopen en stond Franck met lege handen.

Tegenwoordig heeft Lagorce een eigen bedrijf, FLF1. Inderdaad, dat staat voor Franck Lagorce Formula 1. Het is de grootste modelracebaan van Europa. ,,Bij mij kan iedereen Formule 1 racen. Ook vrouwen kunnen hier races winnen, of mensen die niet in een racewagen passen.”

Voor Franck Montagny ben ik bang dat hij binnenkort weer in de kapsalon staat. Franck Lagorce heeft nog een tijdje in GT’s garacet, maar is tegenwoordig voltijd bezig met zijn modelracebanen.

Wat zou Robert Doornbos over twee jaar doen?