‘Regen in de middaguren, ’s avonds droog’ lees ik ’s avonds op mijn beeldscherm, terwijl mijn kletsnatte shirt om mijn lijf plakt en het water in mijn schoenen staat. Het zou natuurlijk kunnen dat ze hier in Maleisie onder middaguren de periode van zeven uur tot half elf ’s avonds bedoelen, maar waarschijnlijk zit de voorspelling er gewoon naast. De wandeling naar het Chinese restaurant om de hoek duurt nog geen vijf minuten, maar het is genoeg om doorweekt te raken. Ik lees verder: ‘Zaterdagochtend regen en vanaf zaterdagmiddag ook onweer.’ Buiten begint het al te rommelen: een halve dag te vroeg dus. Mijn mobiele telefoon probeer ik droog te krijgen door er een föhn op te zetten. Dat lukt: al is het schermpje door de hitte nu dusdanig vervormd dat het de komende week bij elk belletje een verrassing zal blijven wie ik aan de telefoon krijg.

Dan maar de televisie aangezet, wie weet dat de weerman het daar wel bij het rechte eind heeft. Net als de lokale Peter Timofeeff in beeld verschijnt bliksemt het buiten. Paf, weg beeld, alleen nog maar sneeuw. Dit is dus het weer in Nederland, denk ik.

Het woord ‘regen’ heeft op autosportjournalisten hetzelfde effect als het woord ‘speeltuin’ op een groep kleuters. Er hoeft maar een wolk over het circuit te trekken en de halve paddock staat met toegeknepen ogen omhoog te turen, inschattend hoe groot de kans is dat er een regenbui uitkomt.

Tot nu toe ben ik deze week een keer of vijf kletsnat geworden. Op weg van het station naar het hotel, op weg van het hotel naar de bus, op weg van de bushalte naar de supermarkt en twee keer tussen het restaurant en het hotel. U mist het circuit in dit lijstje? Klopt: hier in Sepang, op een slordige vijftig kilometer van Kuala Lumpur, heb ik nog geen druppel gezien.

Je moet de Maleisiërs nageven dat ze voorbereid zijn op alle weersomstandigheden. Gisteren kwam ik in een winkelcentrum langs een grote zaak genaamd 'Wintertime', gespecialiseerd in winterkleding. Mutsen, skischoenen, dikke jassen: alles is er te krijgen. De aanbieding van de week: sneeuwschoenen. Ik moest denken aan Herman Finkers die een V&D-medewerker speelde: ,,Kussentjes? Ja, we hebben ze wel maar we verkopen ze nooit."

Ik dus naar binnen bij Wintertime. Geen klant te zien natuurlijk. ,,Die jassen, vroeg ik aan de verkoopster, wijzend op een dik felgekleurd ski-jack, ,,verkoop je er daar wel eens een van?"

Niet echt, zei ze.

,,En die sneeuwschoenen?"

Ook niet echt. Ik vroeg haar of ze wel eens sneeuw gezien had. Op televisie wel, zei ze.

,,Maar dan heb je geen dikke jas en sneeuwschoenen nodig", antwoordde ik.

Dat vond ze ook.

,,Gaan Maleisiërs wel eens op wintersport?"

Ze kende er geen een.

Ik heb eens opgezocht wat de laagste temperatuur ooit gemeten in Maleisië is: acht graden celsius. Dat was op 1 februari 1978, op een bergtop 1471 meter boven zeeniveau.

Maleisië en weersvoorspellingen: ik vertrouw er niet op.