Honderd (deel 3)
Dit weekend wordt in Magny-Cours het honderdjarig jubileum van de Grand Prix gevierd. Een goed moment om terug te blikken op die eerste Grand Prix, op 26 en 27 juni 1906. Vandaag het laatste deel uit een driedelige serie: dag 2.
Na de loodzware eerste dag moesten de coureurs op woensdagmorgen alweer vroeg vertrekken. Ferenc Szisz, de winnaar van de eerste dag, werd al om zes uur in de ochtend op pad gestuurd. Het zou een strijd worden tussen Nazzaro, Vincenzo Lancia en Szisz. Een verslaggever van l’Express de la Sarthe sprak uitgebreid met de Hongaar. ,,In het begin van de race pushte ik om Lancia onder druk te zetten”, was op 27 juni 1906 in de betreffende krant te lezen. ,,Gelukkig hoefde ik niet een keer te stoppen wegens mechanische problemen. Meneer Louis Renault droeg me op om rondjes te rijden van 58 minuten, maar ik voelde dat ik sneller kon en dus reed ik 57 minuut 30 per ronde, wat probleemloos ging.” De behoudende strategie die Fernando Alonso honderd jaar later zou toepassen om de wereldtitel te pakken was ook in 1906 al populair. ,,Toen ik aan de leiding kwam en mijn voorsprong groot genoeg was stopte ik met pushen”, aldus Szisz. ,,Mijn Michelinbanden waren goed, maar ik wilde ze niet onnodig belasten en omdat ik zo’n grote voorsprong had kon ik ze elke twee ronden wisselen.”
De verwisselbare naven die Michelin had uitgevonden zorgden dat Szisz’ voorsprong nog verder groeide. Even dreigde de zege in gevaar te komen toen in de elfde ronde een langzamere deelnemer niet goed aan de kant ging. ,,Ik nam een te wijde lijn”, legde Szisz uit aan de krant l’Auto, die het verslag van de monsterrace op 28 juni 1906 publiceerde. ,,Daardoor kwam ik in een greppel terecht en brak een van de veren.”
Geen pretje als een rondje meer dan honderd kilometer lang is. Teambaas Louis Renault wilde zijn rijder uit voorzorg dan ook binnenhalen, maar Szisz besloot anders. ,,Ferenc weigerde te stoppen in de pit”, aldus Renault in l’Auto van 28 juni 1906. ,,Hij reed iets verder door, naar het deel van de baan dat door het bos loopt. Daar zette hij zijn auto in de schaduw en repareerde hij de veer zelf.” Na twaalf uur en veertien minuten kwam Ferenc Szisz als winnaar over de streep van wat later een legendarische race zou blijken. Grote autoraces waren voortaan een ‘Grand Prix’ en Szisz was de allereerste winnaar. En dat terwijl hij er zelf vooraf weining vertrouwen in had, getuige zijn relaas in Les Dossiers Chronologiques Renault. ,,Toen de gebroeders Renault (Louis’ broer Marcel verongelukte in 1903 tijdens de race Parijs-Madrid, MB) mij vroegen voor hun fabriek te komen rijden, leek me dat helemaal geen goed idee. Ik kwam er en trof een klein houten schuurtje aan. Dat was de Renault-fabriek. Het wekte niet de indruk een serieus bedrijf te zijn…” Mischa Bijenhof
Na de loodzware eerste dag moesten de coureurs op woensdagmorgen alweer vroeg vertrekken. Ferenc Szisz, de winnaar van de eerste dag, werd al om zes uur in de ochtend op pad gestuurd. Het zou een strijd worden tussen Nazzaro, Vincenzo Lancia en Szisz. Een verslaggever van l’Express de la Sarthe sprak uitgebreid met de Hongaar. ,,In het begin van de race pushte ik om Lancia onder druk te zetten”, was op 27 juni 1906 in de betreffende krant te lezen. ,,Gelukkig hoefde ik niet een keer te stoppen wegens mechanische problemen. Meneer Louis Renault droeg me op om rondjes te rijden van 58 minuten, maar ik voelde dat ik sneller kon en dus reed ik 57 minuut 30 per ronde, wat probleemloos ging.” De behoudende strategie die Fernando Alonso honderd jaar later zou toepassen om de wereldtitel te pakken was ook in 1906 al populair. ,,Toen ik aan de leiding kwam en mijn voorsprong groot genoeg was stopte ik met pushen”, aldus Szisz. ,,Mijn Michelinbanden waren goed, maar ik wilde ze niet onnodig belasten en omdat ik zo’n grote voorsprong had kon ik ze elke twee ronden wisselen.”
De verwisselbare naven die Michelin had uitgevonden zorgden dat Szisz’ voorsprong nog verder groeide. Even dreigde de zege in gevaar te komen toen in de elfde ronde een langzamere deelnemer niet goed aan de kant ging. ,,Ik nam een te wijde lijn”, legde Szisz uit aan de krant l’Auto, die het verslag van de monsterrace op 28 juni 1906 publiceerde. ,,Daardoor kwam ik in een greppel terecht en brak een van de veren.”
Geen pretje als een rondje meer dan honderd kilometer lang is. Teambaas Louis Renault wilde zijn rijder uit voorzorg dan ook binnenhalen, maar Szisz besloot anders. ,,Ferenc weigerde te stoppen in de pit”, aldus Renault in l’Auto van 28 juni 1906. ,,Hij reed iets verder door, naar het deel van de baan dat door het bos loopt. Daar zette hij zijn auto in de schaduw en repareerde hij de veer zelf.” Na twaalf uur en veertien minuten kwam Ferenc Szisz als winnaar over de streep van wat later een legendarische race zou blijken. Grote autoraces waren voortaan een ‘Grand Prix’ en Szisz was de allereerste winnaar. En dat terwijl hij er zelf vooraf weining vertrouwen in had, getuige zijn relaas in Les Dossiers Chronologiques Renault. ,,Toen de gebroeders Renault (Louis’ broer Marcel verongelukte in 1903 tijdens de race Parijs-Madrid, MB) mij vroegen voor hun fabriek te komen rijden, leek me dat helemaal geen goed idee. Ik kwam er en trof een klein houten schuurtje aan. Dat was de Renault-fabriek. Het wekte niet de indruk een serieus bedrijf te zijn…” Mischa Bijenhof
Gerelateerd nieuws