Hoewel autoracen van oorsprong een Franse sport is, vind je daar in de Formule 1 tegenwoordig nog maar weinig van terug. Ook niet bij Renault, dat vooral wordt bevolkt door Engelsen en een Italiaan aan het roer heeft

Michelin is nog wel echt Frans. De voertaal is Frans, de wijn nemen ze zelf mee uit Frankrijk en na de lunch ruikt het hele personeel een beetje naar knoflook. Geen wonder dus dat Olivier Panis er graag komt. Hoewel: Panis is testrijder van Toyota en die rijden met banden van Bridgestone. Toch kwam hij zaterdagmiddag even een hapje mee eten bij zijn landgenoten van Michelin. Hij hoeft tijdens de Grand Prix-weekenden niet in actie te komen maar meestal is hij er wel. Aardige vent. Waar vind je nog een Formule 1-coureur die zich als hij binnenkomt netjes aan iedereen voorstelt?

Hij is de laatst overgebleven Franse Formule 1-coureur, al zullen sommigen hem alweer vergeten zijn. Een opvolger is er nog niet, of het moet Alexandre Premat of Nicolas Lapierre lukken om vanuit de GP2 een Formule 1-zitje te veroveren. Franck Montagny gaat het ook niet halen: bij de eerste twee Grand Prix’ van dit seizoen was hij officieel reserverijder van Super Aguri, maar Montagny zag gelukkig op tijd in hoe belachelijk dat was.

De meningen onder de journalisten over het Franse volk lopen nogal uiteen. Eigenwijze, bureaucratische kinkels, vinden sommigen. Soms hebben ze gelijk, maar voor een sport als de Formule 1, die zo veel historie in Frankrijk heeft liggen, is het wel schrijnend dat het Franse bloed langzaam wegtrekt.

Volgend jaar verdwijnt Michelin ook uit de Formule 1 en is er helemaal niks Frans meer over. Toch wel jammer.

Mischa Bijenhof