De race is al ruim drie uur afgelopen. Coureurs met een prive-vliegtuig, zitten al lang thuis voor de buis. De meeste motorhomes zijn al ontmanteld en de eerste vrachtwagens hebben zich al in de file aangesloten. Als de vlag eenmaal gevallen is, wil iedereen altijd zo snel mogelijk naar huis. Helemaal in Frankrijk.


Het circuit van Magny-Cours ligt in de middle of nowhere. Er is hier echt geen bal te doen. Tegelijkertijd is dat het aantrekkelijke aan de regio. Weilanden, koeien en rust. Eens per jaar wordt die rust opgeschrikt door het Formule 1-circus. De inwoners van het dichtstbijzijnde plaatsje St. Parize le Chatel spelen er handig op in. Parkeren in de achtertuin kost een tientje. Een broodje ham 1,50.

De race in Frankrijk moest een bijzonder spektakel worden. De Formule 1 bestaat honderd jaar. Maar de huidige coureurs wilden niet mee werken. Oke, Schumacher won. Goed voor het kampioenschap, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Want objectief bekeken was het niet meer dan een saaie optocht.

Dat verklaart dan misschien ook waarom er om 19.00 uur nog steeds een man op de hoofdtribune zit. Zit hij daar uit protest? Hij rekende tenslotte op een race, geen bloemencorso. De Nederlandse pers, bestaande uit De Telegraaf, Dagblad de Limburger en twee man van FORMULE 1 Race Report kijkt gezamenlijk uit het raam, naar de eenzame man op de tribune. Hij draagt een Ferrari-shirt. In elkaar gezakt zit hij op de bovenste rij. Opeens valt zijn hoofd voorover. Zo blijft hij lange tijd zitten. Gefascineerd kijken we toe. ,,Leeft hij nog wel?’’, vraagt iemand zich hardop af. ,,Hij is vast bored to death’’, zegt een andere collega. Wij knikken: erg waarschijnlijk na zo’n race.

Linda Vermeeren