Zo, de kop is er zo gezegd wel een beetje af. Drie races gehad en ik ben niet ontevreden. Maar laat ik het nu niet eens hebben over de race van vandaag. Nu ja een beetje dan. Hij was geweldig toch?


Een van de mooiste races die ik heb meegemaakt. Goed voor de Formule 1 ook, jullie moeten genoten hebben voor de televisie. Overal rook en schade! Ik ben nog nooit met zo’n zware auto over de finish gereden…. Mijn sidepods zaten vol met rommel en carbonfibre van die gecrashte auto’s!

Jammer dat ik niet dichter bij de punten ben gekomen. Maar ik vind dat dus wel jammer, want ik zou graag voor de Nederlandse fans vooraan rijden. Maar helaas is dat nog niet zo. Ik moet me daar ook nog even bij neerleggen. Dat leer ik steeds beter te doen. Die balans te vinden. Ik kan van deze auto niet even een Renault maken. Ik kan geen wonderen verrichten. Het gaat er om dat je consequent snelle ronden neerzet en geen fouten maakt. Je denkt dan: die gaat zich vanaf nu focussen op zijn teamgenoot, maar dat doe ik dus niet.

Ik kan het trouwens wel goed met Tiago vinden. We hebben veel lol en we werken serieus. Het is altijd heel gezellig. Kijk, Jean Alesi en Bernd Schneider waren in de DTM natuurlijk toppers, maar Tiago is ook goed, net zoals Mark Webber dat was in de Formule 3000. We laten elkaar in elkaars waarde. Tiago is wel de makkelijkste om mee om te gaan overigens.

We moeten samen de auto beter maken en dan gaat het automatisch dat je sneller wilt zijn. Maar we moeten elkaar niet gaan zitten opjutten, want dat leidt alleen maar tot meer fouten. En ik moet jullie zeggen: tijdens de wintertests had ik al in de gaten dat mijn snelheid net iets hoger ligt dan die van Tiago. Ik zie hem dan ook niet als mijn concurrent. Ik ben mijn eigen concurrent. Ik tik mezelf op mijn vingers. Daar heb ik niemand anders voor nodig. Ik race ook niet tegen anderen tijdens een Grand Prix, maar tegen mezelf.

Christijan Albers