In de schaduw van het wereldkampioenschap Formule 1 heeft de GP2 een ijzersterke reputatie verworven. Na drie fraaie seizoenen wint de klasse ook in Nederland aan populariteit, mede dankzij het debuut van Ho-Pin Tung. Verschillende andere Nederlanders kloppen op de deur van de GP2. Bovendien krijgt de klasse in 2008 een hagelnieuwe, fraaie auto. Een diepere blik op de meest spectaculaire klasse van dit moment, en een overzicht van het afgelopen seizoen:

Herintreders

Timo Glock is na Lewis Hamilton en Nico Rosberg de derde kampioen die in evenzoveel seizoenen GP2 promoveert naar een Formule 1-zitje. De klasse heeft daarmee zijn bestaansrecht definitief bewezen. Het seizoen 2007 liet wel een aantal nieuwe fenomenen zien. Het meest in het oog springende daarvan was de ‘Formule 1-degradant’, coureurs die al een Formule 1-verleden hebben en via de GP2 probeerden opnieuw een plekje in de hoogste categorie af te dwingen. Kampioen Timo Glock, in 2004 goed voor drie Grands Prix bij Jordan, en volgend jaar op het hoogste niveau in actie voor Toyota, bewees dat het mogelijk is. Antonio Pizzonia faalde jammerlijk. Gianmaria Bruni gooide vorig jaar de handdoek al in de ring en Giorgio Pantano blijft jaar na jaar tegen beter weten in proberen een plekje in de eredivisie af te dwingen.

Vaste klanten

Deze Pantano, ironisch genoeg de man die in 2004 bij Jordan moest wijken voor Glock, reed in 2007 zijn derde seizoen in de GP2 en is in die tijd verworden tot een betrekkelijk nieuw fenomeen in een opstapklasse: Pantano wordt als een van de weinige coureurs in de GP2 namelijk royaal betaald voor zijn diensten. De talenten van de 28-jarige zijn onbetwist, maar een rentree wordt elk seizoen minder waarschijnlijk. Voor teams met een gezond budget is Pantano dankzij zijn ervaring in elk geval een garantie op overwinningen. Dat onderstreepte hij in 2007 door met het voorheen kansloze Campos Grand Prix twee races te winnen. Ook Adam Carroll behoort tot deze categorie. In de Formule 1 zit kennelijk niemand op de Noord-Ier te wachten, maar toen Pizzonia na een handvol races met knallende ruzie opstapte bij FMS, was Carroll maar al te graag bereid om zijn derdehands DTM-Audi in te ruilen voor de GP2. Volgend jaar wil hij er ook weer bij zijn. ,,Als ik geen Formule 1 kan rijden, dan maar GP2”, verklaarde Carroll. ,,Ik heb geen zin om ergens bakken met geld te moeten neerleggen om te kunnen rijden in derderangs materiaal. Hier krijg ik betaald om te racen en kan ik races winnen. De auto’s zijn leuk, het niveau is hoog, dus waarom niet?”

Nederlanders

Ook nieuw in 2007: Nederlanders in de GP2. Ho-Pin Tung reed zonder enige voorbereiding zijn eerste seizoen en hoopt op een verlenging in 2008. Na het seizoen testten niet minder dan zeven Nederlandse coureurs voor verschillende GP2-teams. Naast Tung waren dat Carlo van Dam, Renger van der Zande, Ricardo Bruins-Choi, Yelmer Buurman, Giedo van der Garde en Chris van der Drift. Het moet raar lopen als we niet tenminste een van hen volgend jaar terugzien. Ook was er bijna een Nederlands team: ondernemer Michel Perridon zag zijn plannen uiteindelijk echter gedwarsboomd door het besluit van GP2-organisator Bruno Michel om de contracten met de huidige elf teams te verlengen. Perridon beraadt zich momenteel op de mogelijkheid een aandeel in een bestaand team te kopen.

De teams

Zeker voor debutanten geldt: wie betaalt, bepaalt. GP2 is een dure aangelegenheid en het niveau van de teams kan per seizoen enorm fluctueren. Bovendien maakt in 2008 de nieuwe auto zijn debuut, waardoor de verhoudingen ongetwijfeld opnieuw zullen verschuiven. Zo deden de dertien teams het in het afgelopen seizoen:

iSport

Kampioen, 118 punten

Timo Glock kampioen, 88 punten

Andreas Zuber, 9e, 30 punten

Het team van Paul Jackson koos in 2007 voor een combinatie van ervaring en jong talent. Een combinatie die in Magny-Cours desastreus uitpakte toen Timo Glock zijn ervaring en Andreas Zuber zijn talent leek te zijn verloren. Bij de start kegelden de twee teamgenoten elkaar vanaf de eerste startrij uit de race. Glock toonde zich over 2007 de meeste constante coureur, al liep hij de titel nog bijna mis na een rampweekend in Spa-Francorchamps. Zuber is snel maar wisselvallig en maakte te weinig progressie in zijn tweede jaar. De Oostenrijker werd desondanks beloond met een test bij Honda.

ART Grand Prix

2e, 87 punten

Lucas di Grassi, 2e, 77 punten

Michael Ammermüller, 26, 1 punt

Mikhael Aleshin, 25e, 3 punten

Sebastian Buemi, 21e, 6 punten

Op het vlak van organisatie en budget is ART een van de sterkste teams in de GP2, maar in 2007 had het team te lijden onder een wisseling in de rijdersbezetting. Michael Ammermüller brak in Bahrein zijn pols en werd vervangen door de Rus Mikhael Aleshin, die op zijn beurt weer plaatsmaakte voor Sebastien Buemi. Beide Red Bull-protégés maakten meer indruk dan Ammermüller. De grootste troef van ART was echter Lucas di Grassi, die pas in de laatste race de titel aan Glock moest laten. Di Grassi is een groot talent dat door de Formule 1 over het hoofd dreigt te worden gezien.

Campos Grand Prix

3e, 80 punten

Giorgio Pantano, 3e, 59 punten

Vitaly Petrov, 13, 21 punten

Dankzij een forse kapitaalinjectie van de zakenman Alejandro Agag was Campos de verrassing van het jaar. Ervaren rot Giorgio Pantano deed enige tijd mee om de titel, maar kende erg veel pech. De tweede auto van Campos werd bezet door de Rus Vitaly Petrov, die aanvankelijk weinig indruk maakte, maar wel de voorlaatste race in Valencia wist te winnen. Campos Grand Prix heeft Formule 1-ambities en is voor 2008 absoluut een titelkandidaat in de GP2. Dan moet er wel een ervaren rijder van het kaliber Pantano aanblijven.

Super Nova International

4e, 78 punten

Luca Filippi, 4e, 59 punten

Mike Conway, 14e, 19 punten

Super Nova is al sinds de Formule 3000-jaren een vertrouwde naam in de eerste divisie van de autosport en ook in 2007 liet het team van David Sears een degelijke indruk achter. Daarvoor had het de kwaliteiten van Luca Fillipi nodig, die maar een race won maar wel zes keer op het podium eindigde. Debutant Mike Conway had de pech vaak tijdens de sprintrace uit te vallen, met een slechte startpositie in de hoofdrace als gevolg. De tweede plek voor eigen publiek in Silverstone en twee vijfde plaatsen in Spa maakten het voor de Brit toch nog een aardig seizoen.

DAMS

5e, 67 punten

Kazuki Nakajima, 5e, 44 punten

Nicolas Lapierre, 12e, 23 punten

Het lukt het ervaren en op-en-top Franse DAMS maar niet om de Formule 3000-successen van weleer te herhalen in de GP2. Nicolas Lapierre werd in 2005, toen hij de allereerste GP2-race won, nog gezien als een groot talent, maar de Fransman heeft in drie seizoenen eigenhandig het tegendeel bewezen. Kazuki Nakajima viel wel in positieve zin op, de Japanner eindigde zes keer op het podium. Het sterke optreden – én zijn nauwe banden met Toyota – leverden hem voor 2008 een zitje bij Williams in de Formule 1 op.

Racing Engineering

6e, 51 punten

Javier Villa, 6e, 42 punten

Sergio Jimenez, 24e, 4 punten

Marcos Martinez, 22e, 5 punten

Felipe Albuquerque, 0 punten

Ernesto Viso, 0 punten

Een rotsvaste middenmoter, dit Spaanse team van de steenrijke Alfonso de Orléans-Borbon. Dat had in 2007 beter kunnen zijn als het team niet continu gehusseld had in de rijdersbezetting. Liefst vijf coureurs namen plaats in de door de Spaanse telecomgigant Telefonica gesponsorde auto van Racing Engineering. Javier Villa reed als enige alle races en kwam dan ook als beste uit de bus; de Spanjaard eindigde als zesde en won drie sprintraces. Ernesto Viso had alle geluk van de wereld bij een reusachtig ongeluk in Magny-Cours, dat hij tegen alle logica – en, zo leek het, tegen alle natuurwetten – in zonder al te veel kleerscheuren overleefde.

Arden International

7e, 44 punten

Bruno Senna, 8e, 34 punten

Adrian Zaugg, 18e, 10 punten

Felipe Albuquerque, 0 punten

De veelbelovende rijdersbezetting bracht pijnlijk aan het licht hoe Arden in 2007 de plank missloeg. Bruno Senna en Adrian Zaugg kregen hun afstelling het hele seizoen niet voor elkaar; het onvermijdelijke gevolg van een team met twee debutanten. Het ware potentieel van de jonge rijders is dan ook niet goed in te schatten. Beiden mannen verdienen in elk geval een tweede kans in 2008. De komst van een nieuwe auto zou voor het zeer ervaren team voordeel moeten opleveren.

Durango

8e, 44 punten

Karun Chandhok, 15e, 16 punten

Borja Garcia, 10e, 28 punten

Dit Italiaanse team heeft een lange historie als achterhoedeteam met uitschieters naar de middenmoot, en dat was dit jaar niet anders. De rekeningen werden grotendeels betaald door de Indiër Karun Chandhok, die daar aanvankelijk geen resultaten tegenover stelde. Maar met de toenemende belangstelling vanuit India voor de Formule 1, namen ook Chandhoks prestaties een plotselinge vlucht, met een fraaie overwinning in Spa als voorlopig hoogtepunt. Borja Garcia is goed, maar geen supertalent. Chandhok is dat evenmin, maar die heeft zijn nationaliteit als voordeel en kijkt al met begerige ogen naar Force India.

FMS International

9e, 37 punten

Antonio Pizzonia, 27e 1punt

Adam Carroll, 7e, 36 punten

Jason Tahinci, 0 punten

Fisichella Motorsport, voorheen Coloni, hoopte met Antonio Pizzonia een gooi naar de titel te kunnen doen, maar de relatie met de nogal wild en onbeheerst rijdende Braziliaan liep al snel spaak. Pizzonia haalde maar een punt in vijf races, waarna FMS hem verving door Adam Carroll. Al in zijn derde race stond Carroll op de hoogste trede van het erepodium. Toen Carroll in Hongarije opnieuw won was het seizoen van FMS gered. De jonge Turk Jason Tahinci mocht dankzij sponsor Petrol Ofisi de tweede auto besturen en deed dat net als vorig jaar volkomen onopgemerkt. Zelf denkt Tahinci de eerste Turk in de Formule 1 te worden.

Trident Racing

10e, 35 punten

Pastor Maldonado, 11e, 25 punten

Kohei Hirate, 19e, 9 punten

Ricardo Risatti, 0 punten

Sergio Hernandez, 0 punten

De prijs voor de mooiste auto ging in 2007 opnieuw naar Trident. Met de Venezolaan Pastor Maldonado had het team ook een racewinnaar in huis, zo werd duidelijk toen de coureur in Monaco domineerde. Het was een grote genoegdoening voor Maldonado, die in 2005 tijdens een race in de Renault Word Series in de straten van het Prinsdom een marshall aanreed en daarvoor de rest van het seizoen geschorst werd. Een fietsongeluk waarbij hij zijn sleutelbeen brak zorgde er echter voor dat Maldonado opnieuw een seizoen niet kon afmaken. Vervangers Hernandez en Risatti konden geen potten breken, terwijl tweede man Kohei Hirate vooral heel vaak uitviel.

Minardi Piquet Sports

11e, 22 punten

Alexandre Negrao 20e, 8 punten

Roldan Rodriguez, 17e, 14 punten

De naam Minardi verdween in 2005 uit de Formule 1, maar keerde vorig jaar terug in de GP2, om daar direct zijn vertrouwde plaats in de achterhoede in te nemen. Het is de vraag wat het toch redelijk sterke Piquet Sports is opgeschoten met de fusie. Het team leunde opnieuw sterk op de dikke portemonnee van Alexandre Negrao, de enige man die in drie seizoenen GP2 aan alle races én testsessie heeft meegedaan. Het is de Braziliaan nog altijd niet aan te zien, getuige het vertrouwde beeld van spins en domme acties. Roldan Rodriguez presteerde wisselvallig, wat grotendeels aan zijn gebrek aan ervaring en het niveau van zijn team toegeschreven kan worden.

DPR

12e, 15 punten

Andy Soucek 16e, 15 punten

Christian Bakkerud, 0 punten

Oliver Pla, 0 punten

David Price Racing maakte in 2007 een diepe val. Goed, in 2005 en 2006 bivakkeerde het team ook in de onderste regionen, maar toen was DPR in elk geval goed voor een incidenteel succesje. Tot het voorlaatste raceweekend dreigde DPR puntloos te blijven. Dat kwam vooral door de vele technische problemen. Een paar flinke crashes trokken bovendien een zware wissel op het budget. Andy Soucek maakte het goed door in vier races nog vijftien punten bijeen te sprokkelen. Christian Bakkerud sloeg een modderfiguur door almaar terugkerende fysieke problemen, waardoor hij amper aan racen toekwam. Zijn vervanger, oudgediende Olivier Pla, liet zien waarom hij zijn dagen tegenwoordig in het middenveld van de Duitse Porsche Cup slijt.

BCN

13e, 4 punten

Ho-Pin Tung, 23e, 4 punten

Sakon Yamamoto, 0 punten

Henri Karjalainen, 0 punten

Markus Niemela, 0 punten

BCN zou dit jaar rijden met Ricardo Risatti, maar die kreeg zijn budget niet rond, waardoor Ho-Pin Tung kon instappen. De Velpenaar had als enige coureur geen meter getest, maar al snel bleek de organisatorische wanorde bij het team een veel grotere hindernis. De vechtlustige Tung liet desondanks een paar mooie races zien, al stonden overoptimistische acties van anderen (waaronder drie terminale inhaalpogingen van Nakajima) resultaten in de weg. Gaandeweg kreeg Tung zijn afstelling beter voor elkaar, wat resulteerde in een eerste puntenfinish in Spa-Francorchamps. In de tweede auto zorgden Sakon Yamamoto en Henri Karjalainen voor veldvulling. Markus Niemela liet ondanks zijn gebrek aan ervaring een redelijke indruk achter.