FORMULE 1 Magazine bestaat in 2024 maar liefst 30 jaar. Ter gelegenheid daarvan duiken we elke zaterdag de archieven in op zoek naar een bijzonder verhaal, met waar mogelijk een actuele aanleiding. Zoals deze, over de nieuwbakken Visa RB-teambaas Laurent Mekies en diens eerdere werk in de Formule 1. Terug naar 2017: Daan de Geus sprak de destijds voor de FIA werkzame Fransman.
Uit: FORMULE 1 Magazine, editie: 2017, nummer 18
Hij begon in de achterhoede, maar werkte zich op tot de top van de Formule 1, zij het niet meer in dienst van een team. Laurent Mekies geniet van zijn werk als adjunct-wedstrijdleider en veiligheidschef van de FIA. “De sport veiliger maken, is een race zonder einde.”
Hij werkt achter de schermen, maar is soms toch te zien. Als de camera’s een kijkje bij race control nemen, waar Mekies in het NASA-achtige zenuwcentrum van de wedstrijdleiding naar allerlei schermen tuurt. Doorgaans zit hij naast een wat oudere en bekendere man: wedstrijdleider Charlie Whiting. Het is diezelfde Whiting met wie Mékies bij de laatste Grand Prix van Maleisië over het circuit van Sepang liep om het tijdens de tweede vrijdagtraining te inspecteren, nadat een losgekomen putdeksel voor een harde klapper van Romain Grosjean had gezorgd. Circuitveiligheid is een groot deel van Mekies’ werk, door zijn duobaan als adjunct-wedstrijdleider van de Formule 1 en veiligheidschef van autosportfederatie FIA.
Het zijn titels die fraai op een visitekaartje staan. “Voor alle kampioenschappen, van karten tot de Formule 1, het WEC en WRC, is het doel hetzelfde: ze zo veilig mogelijk maken.” Zijn werk als tweede wedstrijdleider van de Formule 1 is eveneens makkelijk samen te vatten, maar niet minder complex. “Ik ondersteun Charlie in zijn werk als race director.” Mekies vindt het geweldig werken met Whiting. “Hij is zo ervaren en kundig.”
Tekst gaat verder onder de foto
Met veel raakvlakken tussen zijn beide functies is een goede wisselwerking gegarandeerd. “Doordat ik weet hoe het er op het circuit aan toegaat, kunnen we betere veiligheidsmaatregelen treffen.” Het zijn ook allebei functies met twee kanten: op het circuit en op de FIA-burelen. “Bij een team is die verdeling niet anders”, weet Mekies na jaren aan de andere kant te hebben gewerkt, want net zoals coureurs begon hij in een opstapklasse.
“De Formule 3, met het Signature-team in 2000.” Hij ging er aan de slag na een opleiding tot mechanisch ingenieur in zijn geboorteland Frankrijk en een specialisatie in autosport engineering aan Loughborough University in Engeland.
Minardi en meer
Na een jaar Formule 3 volgde de Formule 1. “Ik kreeg een kans bij Peugeot, dat toen net Asiatech werd.” Als motoringenieur werkte Mekies in 2001 met het Arrows van Jos Verstappen, waarna Asiatech in 2002 naar Minardi ging. Toen Asiatech ten onder ging, bleef Mékies bij het Italiaanse team plakken. Hij werd race-engineer, onder meer van Christijan Albers. “A great guy”, zegt hij over de Nederlander, met wie hij in 2005 werkte. “Heel gedreven, maar je kon ook met hem lachen. We hadden een goede relatie en hebben nog steeds contact.”
Het jaar met Albers was Minardi’s laatste. Het team werd overgenomen door Red Bull, omgedoopt tot Toro Rosso en groeide van zo’n tachtig man tot een stuk of vierhonderd, met Mékies eerst als chief engineer en later head of vehicle performance. “Het was een privilege deel uit te maken van die jaren waarin het team snel volwassen werd.”
Al was het doel vooral om Red Bull-talenten volwassen te laten worden. De jonge Sebastian Vettel, wiens zege met Toro Rosso in 2008 Mekies een hoogtepunt noemt, en Daniel Ricciardo zaten in zijn tijd in de schoolbanken. “Als engineer kun je niet om méér vragen dan met zulke grote coureurs in wording te werken en ze bijstaan.”
Toch begon het te kriebelen, na ruim tien jaar in allerhande engineersfuncties. “Dan komt dat keuzemoment: wil je een carrière die maar één hoofdstuk telt of wil je aan een nieuw hoofdstuk beginnen?” Het werd het laatste. “Het is als engineer voor een team moeilijk voor te stellen welke kant je verder nog op kunt, maar toen ik in gesprek raakte met de FIA begon ik toch na te denken over wat het beste is. En wat is er nou mooier dan proberen de sport veiliger te maken? Een betere motivatie om elke dag op te staan voor je werk vind je niet snel.”
Andere race
Hoe zijn werkdag eruitziet? Een raceweekend begint donderdag met de track walk. “De dagen daarna gaan we de baan nog zo’n vijf keer per dag rond ter controle, zelfs als er geen problemen zijn.” Daarvoor gebruiken ze ook wel de snelste huurauto ter wereld: de safetycar. “Meestal doen Charlie en ik dat samen, soms rijdt Bernd Mayländer”, doelt Mekies op de vaste safetycar-bestuurder, die tijdens de sessies zelf achter het stuur zit en een belangrijk onderdeel vormt van de inspectiemethoden. “We vertrouwen op zijn feedback om te beslissen of we een sessie starten of niet.”
Het is iets waar nogal eens kritiek op is: de FIA die te lang wacht om de baan vrij te geven als het regent. Mékies snapt dat wel. “Maar wij zijn duidelijk over wat we geschikte omstandigheden vinden en proberen eenduidig te zijn. Het is een beetje een bewegend doelwit: er zijn denk ik net zoveel mensen die vinden dat we juist rijden als het te nat is.”
Is er groen licht, dan is zijn werk natuurlijk niet gedaan. “Tijdens een sessie zorgen we ervoor dat alles goed loopt. Daarbij zijn wij het belangrijkste contact voor het circuit, de teams en coureurs.” Als wedstrijdleiders houden ze alles in de gaten vanuit race control. “Fantastische apparatuur”, laat Mekies zijn voorliefde voor techniek blijken. “We hebben toegang tot het gesloten camerasysteem van het circuit, we hebben eigen camera’s, data van alle auto’s, alle boordradio’s… Maar het belangrijkste is ervoor zorgen dat je ziet wat je moet zien, anders staar je je blind.”
Het heeft volgens Mekies wat weg van aan de pitmuur zitten bij een team. Hij mist dat niet, al was het wel even wennen. “De competitieve kant mis je in het begin, maar dat moet je gewoon vergeten. Er zijn genoeg andere dingen die motiveren.” Mekies is in een ander soort race dan alleen die op zondagmiddag verzeild geraakt. “Qua veiligheid zijn er altijd dingen die beter kunnen, altijd ontwikkelingen. Het is een race zonder einde. Er is nog veel werk te doen en we willen dat zo goed mogelijk doen.”
Dit verhaal verscheen eerder in FORMULE 1 Magazine in 2017, editie 18
De wintereditie van Formule 1 Magazine al gezien? Bestel ‘m hier (met gratis bezorging!)