Het is voor Alexander Albon duidelijk wat er aan de Williams moet veranderen om weer competitief te worden, maar het is ‘geen makkelijk gegeven’ dat het team erin slaagt om de snelheid te vinden.
Williams worstelt al jaren om een competitieve auto te produceren, al zag het vorig jaar ook regelmatig positieve tekenen. Zo scoorde Albon punten in Australië, Miami en België terwijl teamgenoot Nicholas Latifi in Japan voor zijn eerste Formule 1-punten tekende.
De FW44 bleek met name sterk te zijn op de circuits waar minder downforce nodig is, zoals Monza. Albon is ervan overtuigd dat Williams dat laatste beetje kan vinden om een stuk competitiever te worden op alle circuits. “Het is een lastige, aangezien de auto een stuk sneller kan zijn als we de juiste balans hebben”, zegt Albon tegen Motorsport.com.
Lees ook: Albon heeft vertrouwen weer terug: ‘Was mijn sterkste jaar tot nu toe’
Op sommige circuits presteerde de Williams FW44 een stuk slechter dan verwacht. Dat komt volgens Albon doordat de bolide ‘behoorlijk beperkt is in performance‘. “Sommige circuits leggen onze zwakke punten bloot, zoals Brazilië of Mexico.”
“Maar,” vervolgt Albon, “ik weet precies wat we aan de auto moeten doen. We moeten het gewoon zien te vinden.” Dat is alleen geen ‘makkelijk gegeven’, benadrukt Albon. “Het is niet zo dat we zeggen dat we iets nodig hebben en dat we dat dan vinden. Er zijn veel correlaties die moeten kloppen.”
In samenwerking met de verschillende afdelingen in de fabriek hoopt Albon te vinden wat Williams nodig heeft om competitiever te worden. “We moeten samen de juiste kant op gaan, dat is het doel voor de winter”, aldus de Britse Thai.