Alonso zoekt naar bevestiging op de Nürburgring
Formule1
Daan de Geus
22 juli 2011
Ferrari-coureur Fernando Alonso gelooft dat zijn zege in Silverstone geen toevalstreffer was, en hoopt daar in Duitsland de bevestiging van te krijgen.
Alonso lag in de eerste helft van de Grote Prijs van Engeland achter de latere nummer twee Sebastian Vettel, maar passeerde hem nadat Vettel tijd verloor tijdens een pitstop en kwam daarna met een voorsprong van een seconde of zestien als eerste over de streep.
De overwinning van Alonso wordt echter deels toegeschreven aan het dispuut over de off-throttle blown diffusor, aangezien het verbod op het gebruik van uitlaatgassen om de diffusor aan te blazen er in Silverstone voor zou hebben gezorgd dat de Red Bulls (en McLarens) aldaar minder competitief waren.
Alonso weerspreekt dat al sinds het raceweekend in Silverstone zelf en herhaalt ook nu weer dat het ‘diffusordispuut’ er niet verantwoordelijk voor is dat hij in Engeland wist te winnen: “Ik denk niet dat er één partij is die daar opvallend veel voordeel van heeft gehad”, stelt hij in gesprek met Autosport.
“Wij waren in Valencia (de race voor Silverstone, red.) namelijk ook al gewoon tweede, dus je kunt niet zeggen dat de in Silverstone geldende regels zoveel verschil hebben gemaakt.”
De Spanjaard erkent wel dat het een gelukje was dat Vettels pitstop slecht verliep, maar dat hoort volgens hem gewoon bij het spelletje. “Red Bull is ons ook wel eens te snel afgeweest in de pits, maar in Silverstone toevallig niet. De pitstops gaan niet elke race even goed. Zo gaat het nu eenmaal.”
Nu het raceweekend in Duitsland op het punt staat te beginnen, hoopt Alonso te bewijzen dat zijn zege inderdaad niet enkel aan bovegenoemde factoren te danken valt. “We moeten hier laten zien hoe snel we werkelijk zijn. In Silverstone kwamen we ongeveer een tiende tekort in de kwalificatie, maar we hebben daar slechts één run gedaan en weten bovendien niet of Red Bull zich in Engeland misschien een beetje had ingehouden vanwege de regen.”
“We zullen dus nog wel zien waar we nu eigenlijk staan. De kwalificatie wordt daar een belangrijke graadmeter voor, al blijft de race natuurlijk hetgene waar we ons het meest op focussen, aangezien de punten dan pas worden verdeeld.”