In de Formule 1 draait veel om de banden. Goed rubber kan het verschil maken tussen winnen en verliezen. Dat bleek maar weer eens bij de Grand Prix van Amerika. Onze Engelse medewerker Adam Cooper analyseert het Grand Prix-weekend. Ik heb nooit de moed gehad (of ben nog nooit zo stom geweest, zo kan je het ook zien) om te gokken op een Grand Prix. Maar daar heb ik na de Grand Prix van Amerika toch wel een beetje spijt van. Nog voor Canada vertelde Fernando Alonso dat Renault niet opgewassen zou zijn tegen Ferrari in Noord-Amerika. De schade beperken, dan was hij allang blij.

In Montréal was het juist de omgekeerde wereld omdat Michael Schumacher problemen had met de Bridgestones. Juist hij moest toen de schade beperken. Toch waren de eerste tekenen er al dat de Spanjaard met recht zijn zorgen had geuit. Een klein beetje meer snelheid in het Japanse rubber en Alonso was inderdaad verslagen.

En guess what? Juist dat gebeurde op Indianapolis. En Bridgestone had niet een beetje meer grip, maar veel meer. Renault zag de bui al snel hangen. Velen van jullie vonden het vast de moeite niet waard om een gokje te wagen. Niet dat ik veel geld zou hebben gewonnen, maar alle beetjes helpen mee…

Bridgestone heeft haar zaakjes op orde

Op vrijdag had Ferrari al een goede indruk van hoe succesvol het weekend in Amerika zou worden. Massa en Schumacher eindigden als vierde en zesde in de tweede vrije training. Met tijden die niks onder deden voor die van de derde rijders. Dat op zich was geen teken aan de wand van ophanden zijnde dominantie. Maar Ferrari wist met hoeveel benzine er werd gereden en hoeveel sneller het nog kon.

Nadat hij de tijden had bestudeerd en zijn berekeningen had afgerond was Ross Brawn meer dan optimistisch. Zijn reactie was tegenovergesteld aan zijn humeur op vrijdag in Canada. ,,Het is nog wat vroeg. Onze banden waren iets te zacht vandaag. Dat is wel een goed teken, want dan worden ze alleen nog maar beter als er meer rubber op de baan komt. Deze symptomen zorgen ervoor dat we er vertrouwen in hebben. Veel meer vertrouwen dan na de eerste dag in Canada.”

De echte klap kwam op zaterdagochtend, want toen deden de derde coureurs niet meer mee. Het gros van de coureurs maakte van de gelegenheid gebruik om alvast een kwalificatierun te doen. Handig voor later op de dag. Michael en Felipe waren eerste en tweede, Giancarlo Fisichella gaf 1,2 seconde toe. En dan wist hij nog het dichtst in de buurt van de Ferrari’s te blijven. Conclusie: de pole ging naar Ferrari, de derde plek was vanaf dat moment voor de overige deelnemers het hoogst haalbare. En de lange runs van Ferrari suggereerden dat die snelle rondetijden geen uitschieters waren.

Na afloop bevestigde Ross dat alles volgens plan was verlopen wat betreft de banden. Die werden inderdaad beter gedurende het weekend. ,,Precies zoals we hadden gehoopt. Wat wel heel belangrijk was, was dat de banden meteen de eerste dag al behoorlijk wat grip boden. Er was wel sprake van wat graining, maar dit euvel verdween in de race.”

,,De race zelf ging wel lekker. We hadden de goede banden. Dat is een groot voordeel, zelfs op een circuit met zo’n lang recht stuk. Perfect, dat is de enige omschrijving die ik voor de Bridgestones kan verzinnen. Deze zege voelt veel fijner dan die van vorig jaar. En het toont maar weer eens aan hoe belangrijk het rubber is. Dit zorgt er voor dat we weer een beetje dichterbij komen in het kampioenschap. Dat is altijd mooi meegenomen.”

De feiten zijn simpel. Bridgestone zat goed, met recht een schot in de roos. Had Michelin geopteerd voor een conservatieve band na de problemen van vorig jaar? Ik denk niet dat de Fransen bewust slechtere banden mee hebben genomen. Het was meer hun beurt om een slecht weekend te hebben. Al lag deze conclusie wel voor de hand natuurlijk.

Het was wel opvallend dat de vrijdagtesters Robert Doornbos en Anthony Davidson beiden problemen hadden met de Michelins tijdens hun lange run op vrijdag. De Franse bandenleverancier had zes verschillende types meegenomen (in tegenstelling tot de twee van vorig jaar), dus het is moeilijk om te zeggen wat voor invloed dit heeft gehad op de prestaties van topteams als Renault en McLaren. Al had juist het team van Ron Dennis moeite met het vinden van grip. Waardoor de kwalificatie tegenviel en dit uiteindelijk resulteerde in twee uitvalbeurten na de chaos bij de start.

Desondanks was het toch nog een beetje spannend aan de kop van het veld. In de eerste stint dan, want Felipe slaagde er in zijn teamgenoot af te troeven bij de start. ,,We hebben onze coureurs geen instructies meegegeven, zolang ze elkaar d’r maar niet af zouden rijden”, gaf Brawn de ’strategie’ prijs. ,,Nu werd het nog even gevaarlijk met Fernando, omdat hij bijna buitenom langs Michael kwam. Onze banden waren zo goed dat we meteen bij de start veel grip hadden. Dat is onze redding geweest.”

Na de eerste pitstops was het uit met de pret. Ondanks zijn vroegere stop nam Michael de leiding over. Daarna was het een demonstratie van de rode renstal. Onze enige hoop was eigenlijk dat Michael gas terug zou nemen. Om te kijken of dat gelijk over de finish rijden nu wel zou lukken…

Het gat tussen Alonso en Schumacher is ’slechts’ negentien punten nu. En in de acht races die nog komen kan er nog veel gebeuren. Toch betwijfel ik of zelfs de meest optimistische Ferrari-fans er echt nog in geloven. Natuurlijk gaat Michael er voor, maar het is al een prestatie op zich als hij de beslissing weet te rekken tot buiten Europa. Renault ligt voor, Ferrari probeert de druk er op te zetten. En dat zijn wel de omstandigheden waaronder fouten gemaakt kunnen worden. Maar dan nog is het een bijna onmogelijke opgave.

,,We zijn redelijk optimistisch”, zegt Ross met het oog op de race in Frankrijk. ,,Wederom komt veel aan op de banden. Tussen de auto’s onderling zit mijns inziens niet zoveel verschil. Het is puur de vraag hoe goed de banden werken. Deze week is er een test in Jerez, eens kijken wat we voor elkaar kunnen krijgen.”

Renault moet terug naar voren

Een ander interessant punt was de snelheid van Alonso. Of beter gezegd: het gebrek daar aan. Iets wat hem zelden overkomt. Zelfs Ferrari had niet verwacht dat hij zoveel tekort zou komen op zijn teamgenoot. Het hele weekend lang. ,,We waren verbaasd, ja. Het was wel duidelijk dat hij in de problemen zat. Giancarlo was veel competitiever. Ik ga er niet van uit dat het nu het hele jaar zo doorgaat. Dit was eenmalig. Het wordt nog een hele strijd”, wist Brawn.

Pat Symonds gaf zondagavond toe dat Indianapolis niet echt Fernando’s favoriete circuit is. De redenen daarvan kon niemand binnen het team eigenlijk uitleggen. Hij had al moeite met Jarno Trulli, een paar jaar geleden. En vorig jaar was het niet anders. Tel daar dan nog eens die bandenproblemen bij op en je krijgt dit resultaat.

Dat gezegd hebbende, hij werd wel vijfde. Wat hem vier punten opleverde. Net als vorig jaar in Monaco liet hij zien dat hij de kwaliteit heeft om er het beste van te maken in zo’n situatie. Dat is het teken van de ware kampioen. Zoals gewoonlijk was wel het geluk aan zijn zijde. Ralf gunde hem een extra punt. En wat te denken van Button, Raikkonen, Montoya en Heidfeld? Net als Trulli stonden ze (bijna) allemaal op een éénstopper. Ze hadden er zomaar voor kunnen zitten aan het einde van het liedje.

Het is interessant om op te merken dat Fernando vaak zijn motor spaart in de slotronden. Niet dit keer: hij zette zijn persoonlijk snelste rondetijd neer in de voorlaatste ronde. Hij had natuurlijk in zijn achterhoofd zitten dat het de laatste race van deze V8 was (Fisichella had een nieuwe en moest de krachtbron dus wel sparen), maar ik verdenk Alonso er van dat hij een punt probeerde te maken.

Het was dus niet echt zijn race, dit keer was het Fisichella die de Renault-eer hoog hield. In deze sport gaat het om vele elementen, die allemaal in orde moeten zijn. Daar scheelt er nog wel eens aan bij Fisi. Twee keer ging het hartstikke fout terwijl hij vanaf de voorste rij startte. Dit keer vielen de puzzelstukjes grotendeels op de juiste plek. Misschien vloog hij wel omdat hij er vertrouwen in heeft nu zijn contract is verlengd.

Na afloop was hij behoorlijk goed gemutst. Ik liep hem ’s avonds nog tegen het lijf, vlak voor hij het circuit zou verlaten. ,,Ik heb mijn best gedaan. En meer dan de derde plek zat er vandaag niet in”, lachte hij. ,,Het was goed, maar niet goed genoeg om Ferrari te verslaan. Het was belangrijk om Fernando in te halen omdat ik anders veel tijd zou verspelen.”

Maar ook hij kon niet aangeven waarom hij zoveel sneller was dan Fernando. ,,Ik heb geen idee. Soms voel je je gewoon op je gemak in de auto en dan ben je sneller dan je teamgenoot. Zo zie ik wat er is gebeurd, daarom was ik sneller. En dat komt niet bepaald op een slecht moment, want onze thuisrace staat voor de deur. Ik ben trouwens ook erg blij met mijn contractverlenging.”

De Trulli-TGV

Vreemd genoeg verliep de race in Indianapolis uitermate positief voor Jarno Trulli, die meer bekend is met de pechduivel dan met de geluksvogel. Trulli staat de laatste jaren een beetje bekend om het ophouden van andere coureurs en de start van zijn seizoen was ook niet al te best. Nadat hij in Canada eindelijk zijn eerste punten van het seizoen scoorde, werkte hij zich in Amerika na een geweldige inhaalrace op naar de vierde plek. Dan hoor je de criticasters niet meer. En er was ook niemand die het woord ’opgehouden’ in de mond durfde te nemen.

In eerste instantie leek het er nog op alsof het totaal niet zijn weekend zou worden. Hij kwam niet door de eerste kwalificatiesessie. Eén van de elementen van zijn ophanging was los geschoten, in ieder geval niet gebroken of kapot, en het team stond voor een raadsel. Toyota had geen idee wat de oorzaak was. Gevolg was extreme bottoming van de TF106B. Vooral in bocht 13 (met de banking) was het duidelijk waarneembaar.

Voor de race werd alles opgelost, maar Jarno moest wel vanuit de pitstraat starten. Dat deed hij met een extreem zware auto. Dit is juist één van de races waarin dat geen slechte tactiek is, dat is uit het verleden wel gebleken. Vandaar dat Jarno erg optimistisch was zondagochtend. Hij had een goed gevoel over de auto en had het scoren van punten zeker nog niet uit zijn hoofd gezet.

Dit keer was het geluk juist aan zijn zijde, getuige de capriolen die Juan Pablo Montoya en Christian Klien in de eerste bocht uithaalden. Jarno startte dus vanuit de pit en hoefde alleen maar om de brokstukken heen te rijden. Maar, het belangrijkste van alles was dat er nergens een rode vlag te zien was. Hij lag meteen dertiende en had nog niet eens één keer plankgas gegeven. Bij wijze van spreken dan. Nice one!

Takuma Sato’s absurde actie ten opzichte van Tiago Monteiro bij de herstart hielp hem weer twee plekken naar voren. Op het rechte stuk haalde hij Tonio Liuzzi in aan het einde van zijn eerste vliegende ronde. Toen lag hij al tiende. Vervolgens ging hij langs Coulthard in ronde acht en weer twee ronden later moest ook Nico Rosberg er aan geloven. Achteraf bleek dat zij nog zwaarder waren dan Jarno zelf.

In de vierentwintigste ronde passeerde Trulli Rubens Barrichello, die naar binnen kwam voor zijn pitstop. Toen de koplopers ook hun pitstop hadden gemaakt lag hij derde. Enkel de Ferrari’s hadden genoeg voorsprong om hem voor te blijven. Alleen had de concurrentie nu wel in de gaten dat hij de snelheid redelijk te pakken had.

Toen hij in ronde 39 eindelijk stopte viel hij kortstondig terug naar de zevende plek. Maar het team wist toen al dat hij er wel weer een aantal terug zou pakken. De anderen moesten natuurlijk nog een tweede keer stoppen. Uiteindelijk pakte Trulli zelfs Fisichella bijna nog terug, maar hij kwam net een fractie van een seconde tekort. Niet dat hij nu ontevreden was met de vierde plek…

Na afloop was hij juist meer dan tevreden. ,,Ik zei het vanmorgen nog, dat ik best nog kans op punten had. Dat wist ik omdat de auto behoorlijk goed is. Ik hoefde alleen nog maar te pushen. En ik had natuurlijk wat geluk, dat helpt altijd wel mee. Ik vocht zelfs om een podiumplek, helaas kwam ik een seconde tekort. Want dat was de marge die Fisichella had toen hij de baan weer op kwam na zijn tweede stop. Alleen kon ik het hem niet meer moeilijk maken. Mijn motor moet nog een race mee.”

,,De gehele race was ik erg snel. Natuurlijk zaten we in het begin met veel vraagtekens, met zo’n zware auto hadden we nog nooit gereden. We wisten dus niet zeker of het allemaal wel goed zou gaan. Maar ik wist dat mijn bolide snel was en dat er kansen lagen. En met een beetje geluk kwam het allemaal op z’n pootjes terecht.”

Waar zou hij zijn geëindigd als hij vanaf een ’normale’ startplek had mogen beginnen? ,,Als derde waarschijnlijk, of ondersteboven in de eerste bocht. Dat weet je maar nooit! Natuurlijk is het wrang om vanuit de pit te moeten starten, maar met de vierde plek kan ik goed leven. Het was ongelofelijk dat ik zover naar voren kwam. Je moet gewoon nooit opgeven, dat blijkt nu maar weer. En zo is het weer eens bewezen, geef me een goede auto en ik behaal aansprekende resultaten.”

Er zijn dit seizoen races geweest waarin Toyota de grootste problemen met het Bridgestone-rubber had. Australië was de uitzondering op de regel, waar Ralf Schumacher als derde eindigde. Want inderdaad, Toyota maakte daar de betere bandenkeuze. En Ferrari dus niet.

Maar Toyota is getting its act together, dat werd in Amerika wel duidelijk. Want de puike prestatie van Trulli was niet enkel en alleen te wijten aan de banden. Kijk maar naar Williams. Sinds in Monaco de TF106B debuteerde gaat het steeds een beetje beter. Mike Gascoyne mag dan wel zijn vertrokken, die B-versie mag er best zijn. Ik ben benieuwd hoe hij nu thuis zit. ,,Zie je wel…”

..Het is zeker een goede stap vooruit”, vertelde Jarno. ,,Het team werkt hard om de prestaties verder te verbeteren. Dat gaat in samenwerking met Bridgestone, wiens banden steeds beter worden. Kortom, het totale pakket wordt beter en beter.”

,,Hier was de Bridgestone de beste band, zeker weten. Men werkt erg hard en zorgt er voor dat we over goede banden beschikken. Maar van dominantie over een geheel seizoen gezien is geen sprake. Dan is Michelin weer beter, dan is het weer Bridgestone. Uiteindelijk zijn beide firma’s ongeveer gelijkwaardig. Daar waar we in het voordeel zijn moeten we er gebruik van maken ook. Iedere race brengt een ander verhaal met zich mee. Ik ben benieuwd naar dat van Magny-Cours.”

Zelfs als Alonso in Frankrijk de draad als vanouds weer oppakt blijft er daarachter genoeg over om naar uit te kijken. Toyta en BMW boeken vooruitgang en wie weet waar Honda toe in staat is. Er kan nog genoeg gebeuren…