Brown: ‘McLaren hoeft zich geen zorgen te maken om de financiën’
Sutton Images
Daan de Geus
17 mei 2018
Ondanks de sportieve tegenslag van de laatste jaren en de dure scheiding van Honda hoeft McLaren zich niet druk te maken om de financiën. Dat stelt topman Zak Brown.
McLaren won eind 2012 voor het laatst een Grand Prix en verloor eind 2013 hoofdsponsor Vodafone, waarvoor het nog altijd geen vervanger heeft gevonden. Een overstap van Mercedes- op Honda-motoren per 2015 bracht ook niet wat McLaren ervan had gehoopt. Eind 2017 brak het daarom met de Japanse fabrikant, waarmee ook een grote bron van inkomsten verloren ging, terwijl het nu ook nog eens voor Renault-motoren moet betalen.
De MCL33 van dit jaar is verder niet bepaald volgestickerd met sponsoruitingen, maar zorgen om de financiële situatie kent het team uit Woking niet, vertelt Brown aan Motorsport-Total: “We hebben geen geldzorgen”, verklaart hij ronduit. Hij wijst daarbij naar McLarens aandeelhouders, zakenman Mansour Ojjeh en het Bahreinse staatsinvesteringsfonds Mumtalakat: “Zij zijn al lang bij deze sport betrokken en weten hoe het werkt.”
“We hebben het geld dat we nodig hebben om te racen. Onze aandeelhouders investeren in het team”, aldus Brown. De Amerikaan haalt verder aan dat McLaren weliswaar geen nieuwe hoofdsponsor heeft gevonden, maar wel ‘meer nieuwe partners dan wie dan ook’ heeft weten de verleiden de Formule 1 te betreden. “En onze aandeelhouders weten ook dat dat niet makkelijk is.” Brown heeft het dan over sponsoren die zich de laatste jaren bij McLaren hebben aangesloten, zoals Petrobras, Dell, Logitech en CNBC.
Hoewel McLarens prestaties in de koningsklasse al jaren niet passen bij de ambities van de renstal die zichzelf nog altijd als topteam ziet, zingen er ook geruchten rond dat McLaren aan een full-time Indycar-programma denkt en een Le Mans-project overweegt. Hoewel hij hier niet concreet op ingaat, hebben McLarens aandeelhouders daar geen problemen mee, zegt Brown. “Zolang het financieel rendabel is, goed is voor ons merk en we competitief kunnen zijn, staan ze erachter. Ze zijn namelijk echte racers, dat maakt het ook fijn werken met ze.”