Daags na elke Grand Prix deelt coureur Jeroen Bleekemolen in een column voor Formule1.nl zijn bevindingen over het voorbije raceweekend. Wie of wat viel hem op, wat ging er goed of fout en wat moet er anders? Ditmaal: de masterclass van Max en frustratie bij concurrenten.
‘Hoe vaak hebben we het niet al gezegd? Max Verstappen is van uitzonderlijke kwaliteit, hij is buitengewoon, hij is uniek. Dat is niet het geval omdat hij dat eens een keertje bewijst, nee, dat bewijst hij zo vaak. En de race in Miami was er weer een voorbeeld van. De manier waarop hij rijdt, waarop hij wint; dat is heel erg knap.
Vanaf de negende plaats starten, dezelfde auto hebben als je teamgenoot die als eerste start en dan zo winnen? Daar is maar één woord voor: subliem.
En ja, we hebben het vaker gezien: Spa vorig jaar, de inhaalrace ook op de Hungaroring… Deze overwinning in Miami hoort hoe dan ook in dat rijtje thuis.
Dat Max dan helemaal naar voren rijdt en wint en ook nog vaker dan eens, dat maakt het niet gewoon of normaal. Ook niet als hij dat weer doet, zoals in Miami. Nee, dat maakt het juist alleen maar knapper. Hij is gewoon zó goed.
‘Het is frustrerend, ook voor hem. Al zal hij heus geen domme dingen gaan doen’
– Jeroen Bleekemolen
Kijk ook naar rondetijden; ik zit tijdens de race met de laptop op schoot en zie ze voorbij komen. Hij is zo ontzettend snel. En bevlogen en betrokken ook hè: hij denkt ver vooruit. Dat Max tijdens de race in Miami tegen zijn engineer begint over de voorvleugel en wat ze kunnen of zouden moeten doen, hoe het zit met de banden van anderen; zulke dingen zijn veelzeggend.
De Verstappens, Max en ook Jos, zijn echte racers. Pure racers. Die denken alleen aan hoe ze kunnen winnen, hoe ze het snelst kunnen zijn. Dat zit erin, het zijn echte winnaars. Dus Max zegt zulke dingen over de voorvleugel bijvoorbeeld dan ook niet om zogenaamd even te laten zien te laten hoeveel hij ergens van weet. Nee, het is puur vanuit de gedachte: ‘Hoe kunnen we snel zijn, hoe kunnen we winnen?’
Het tekent hem. Het tekent zijn kwaliteiten als coureur. Ook die overmacht waarmee hij wint. En neem van mij aan dat het frustrerend is voor de anderen. Wat te denken van Sergio Pérez? Heel Mexico dacht na Bakoe en na de kwalificatie misschien wel dat we een Mexicaanse wereldkampioen zouden kunnen krijgen. Maar je ziet hoe snel en hoe goed Max is’. Dat ziet Pérez ook.
Ik heb het zelf meegemaakt, een teamgenoot die sneller is en dat je denkt: hoe dan, waar dan, et cetera. Het is frustrerend. Dat is het ook voor hem. Al denk ik niet dat Pérez domme dingen gaat doen op de baan. Daarvoor is hij te slim, te ervaren; hij weet hoe het werkt.
Coureurs zijn niet achterlijk: iedereen ziet als collega hoe goed en snel Max is. Daar is ook heus bewondering voor. Dat was er al en is er ook na races als deze. Maar dus ook frustratie. En dat snap ik ook wel. Want wie moet hem stoppen? Of misschien wel: wat kan hem stoppen?
Als je het mij vraagt: alleen een paar geplofte motoren kunnen Max nog tegenhouden, of andere pech. Maar verder? Hij liet in Miami weer eens zien wie de beste is.’