Crashen hoort erbij als coureur, zo heeft Renger van der Zande in zijn lange loopbaan zelf ook ondervonden. Je leert er mee leven. Volgens hem is het ‘onvoorstelbaar’ hoeveel coureurs ‘gewoon’ uitstappen na horrorcrashes.
Door Renger van der Zande
Zonder de halo waren er, honderd procent zeker, eerder deze maand twee doden gevallen in Silverstone. Guanyu Zhou, wiens megacrash bij de start van de Britse Grand Prix iedereen zal hebben gezien, en Roy Nissany ’s ochtends in de Formule 2. Hij ontsnapte aan de dood toen een coureur die hij van de baan had geduwd over een kerbstone werd gelanceerd en tegen zijn cockpit aan vloog – waar de halo zat.
De halo was bij zijn introductie niet geliefd. Max Verstappen vond hem lelijk. Ik ook. Hij ís ook lelijk, maar het is wél een stuk veiliger geworden. Tel de ongelukken maar uit die we sindsdien hebben gehad en zonder halo minder goed waren afgelopen…Of iets ‘mooi’ is en bij je ‘gevoel’ van oldskool racen past, doet er dan niet toe.
Verandering is altijd lastig, ook in de autosport. Daarom is het goed dat er mensen en organisaties zijn die zoiets toch gewoon doorvoeren. Als je het aan de racers laat, zou het niet gebeuren. Ik ben dankbaar dat er engineers zijn die raceauto’s veiliger maken. Het is onvoorstelbaar hoeveel coureurs ‘gewoon’ uitstappen na horrorcrashes. Ik voel me veiliger in mijn raceauto met 360 km/u op Le Mans, dan op een racefiets of een paard.
Natuurlijk, ik heb ook harde crashes meegemaakt. Vooral wanneer de remmen niet werkten. Zoals een keer in Long Beach, en in de Formule 3 op Hockenheim – daar werd ik via de VIP-uitgang naar het ziekenhuis gebracht, maar had gelukkig niks. Als je het mis voelt gaan, wéét dat je gaat crashen, schiet je onbewust in een soort overlevingsmode. Ik heb dat een paar keer gehad. Je bent je heel bewust van wat er gebeurt. Je pompt op de remmen, maar die werken niet. Of je probeert de auto recht te houden, terwijl hij begint te glijden. En ondertussen komt de muur dichterbij… Je probeert een uitweg te vinden, maar die is er niet. Rechtdoor de banden in is soms nog de beste optie. In andere gevallen ben je een passagier – en dan komt de klap.
Crashen is voor een coureur onvermijdelijk. Ik zal eerlijk zeggen: als je gecrasht bent en niks hebt, voelt het best cool. Het is alsof je uitstapt en als een natte hond dat wrak van je afschudt. Of zo’n filmscene waarin iemand wegloopt bij een ontploffing. Natuurlijk denk je: zonde van de punten, het geld en het werk. Het is nergens goed voor, maar best cool om mee te maken. Al zit ik ook in de autosportverzekeringen, dus moet ik opletten wat ik zeg. Je wil eigenlijk geen crashes zien, en als het gebeurt, wil je iedereen zien weglopen. Tegelijkertijd is dat waarom wij coureurs racen: het is spannend, er is altijd een kans dat het fout gaat. Als het altijd goed zou gaan, zou het niet spannend zijn.
Renger van der Zande is één van de columnisten van FORMULE 1 Magazine, net als Rob Kamphues, Stéphane Kox, Amber Brantsen en Noël Ummels. De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine, nr. 11, ligt nu in de winkel of is hieronder te bestellen – met gratis verzending binnen Nederland!