Sutton Images
Vincent Sondermeijer
4 oktober 2014
Met het vanmorgen aangekondigde vertrek van Sebastian Vettel bij Red Bull – en zijn zeer waarschijnlijke overstap naar Ferrari – lijkt het logisch dat Fernando Alonso zijn transfer van de Scuderia naar McLaren ook door zal zetten. Volgens Ron Dennis is er echter nog niets zeker.
“We hebben nog met helemaal niemand een contract voor 2015, dat is een simpel feit”, laat de McLaren-teambaas weten. Maar, zo zegt Dennis tegen SkySports F1: “We willen de beste coureurs hebben, en ik heb zo’n beetje met iedere topcoureur gepraat.” Om daar ook direct aan toe te voegen dat het vastleggen van coureurs op dit moment geen topprioriteit heeft.
Alonso ziet met de zo goed als zekere komst van Vettel naar Ferrari zijn stoeltje verdwijnen, omdat teamgenoot Räikkönen over een doorlopend contract beschikt en niet van plan lijkt te zijn op te stappen. Toch is er nog geen zekerheid, zo vertelt hij Sky: “Ik ben er nog niet helemaal uit. Ik heb wel een plan in mijn hoofd, waar ik de afgelopen twee, drie maanden aan gedacht heb.”
Alonso’s vervelende vertrek bij McLaren in 2007, dat onder andere werd ingeluid door ruzie tussen de Spaanse wereldkampioen en Dennis, is laatstgenoemde naar eigen zeggen al weer helemaal vergeten. “Daar is al jaren geleden zand over gegaan. Alonso mag terugkomen, Hamilton mag terugkomen, Magnussen en Button mogen blijven.”
Met het noemen van Kevin Magnussen en Jenson Button snijdt Dennis een ander heikel punt aan. Als Alonso daadwerkelijk een contract krijgt bij het team, zal één van de twee het veld moeten ruimen en het is nog allesbehalve duidelijk wie dat zal worden. “Het is geen ideale positie om je in te bevinden voor Jenson en Kevin”, erkent Dennis. “Maar ze begrijpen dat het bouwen van een auto waarmee we kunnen winnen voor ons nu prioriteit nummer één is.”
Button hoopt in elk geval dat hij het veld niet zal hoeven ruimen. “Ik wil hier volgend jaar racen. In de vijf jaar dat ik hier rijd hebben we veel mooie dingen meegemaakt, terwijl de laatste twee jaar wat moeilijker waren. Maar we hebben hard gewerkt, en daar zou ik in de toekomst graag nog de vruchten van plukken.”