Maandagavond: U’ve got mail. Van Shell om precies te zijn. Op donderdagmiddag is er een persconferentie in het Ritz Carlton in Istanbul. Michael Schumacher en Felipe Massa zijn aanwezig. Of we zin hebben om te komen…


Natuurlijk hebben we dat. Zoveel kansen om met de zevenvoudig wereldkampioen te babbelen hebben we tenslotte niet. Bovendien heeft de Duitser alweer een tijdje geleden aangekondigd zijn vakantie te zullen gebruiken om na te denken over zijn toekomst. Misschien dat hij ons daar vanmiddag wel iets over wil vertellen.

Vol goede moed reizen we naar het Ritz Carlton. Behalve onze twee Nederlandse collega’s van de dagbladen Algemeen Dagblad en de Telegraaf, zien we slechts één bekend gezicht. Zouden onze buitenlandse Formule 1-collega’s niet op de hoogte zijn? Onze zorgen zijn snel vergeten als de lunch geserveerd wordt. Om 12.30 worden we langzaam de balzaal in geloodst. Een kwartier later begint de presentatie. Veel Turks gepraat, gevolgd door een verhaal over de relatie tussen Shell en Ferrari. Een gelukkig huwelijk. Mooi, maar niet interessant. Wij willen Schumacher. Vol ongeduld zitten we het pr-praatje uit als dan tien minuten later eindelijk Schumacher ten tonele verschijnt.

Schumacher ziet er casual uit: korte broek, slippers. Hij is op z’n gemak en maakt een praatje over het weer. De Turkse presentator leest in rap tempo de vragen van z’n kaartje voor. Wat Massa’s verwachtingen waren voorafgaand aan dit seizoen. Of Schumacher het lastig denkt te krijgen op dit relatief nieuwe circuit. En hoe het kan dat Ferrari zo’n vooruitgang heeft geboekt (Schumacher: vooral dankzij onze goede partner Shell).

Dan is het de beurt aan de pers. Tientallen handen gaan er in de lucht. Eerste vraag: Michael, bocht acht heet nu bocht acht. Als jij het een naam zou mogen geven welke naam zou jij dan bedenken? Schumacher: ,,Ehm, ik vind bocht acht eigenlijk wel een mooie naam.” Juist. Volgende: Van Michael wil ik weten, hoe voel je je als je racet? Schumacher: ,,Dat hangt er vanaf. In Hongarije voelde me ik me in de eerste ronde heel erg goed, was ik erg emotioneel. Daarna viel ik terug en was ik erg verdrietig. Daarna werd het interessanter want ik boekte progressie. Maar uiteindelijk was ik weer verdrietig omdat ik met schade uitviel.” Schumacher houdt het simpel voor de journalisten. Maar goed ook, want weer een ander wil van hem weten wat hij van het Turkse voetbal vindt. ,,Ik vind het niveau best goed.”

Ondertussen zitten wij alweer een tijdje met ons arm omhoog. Maar de mevrouw met de microfoon ziet ons over het hoofd. Misschien dat die meneer vooraan het wel vraagt. Maar in plaats van dat hij Schumacher naar zijn toekomstplannen vraagt, informeert hij wat Schumacher van het verkeer in Istanbul vindt. Schumacher antwoordt beleeft dat het weliswaar niet zo snel gaat als hij doorgaans over het circuit raast, maar dat het wel mee valt als je beetje op tijd je hotel verlaat. Volgende vraag. ,,Hier!” Nee, opnieuw worden we genegeerd. Wat Schumacher vindt van de beslissing om de massadempers te verbieden. ,,Iets wat Renault moet accepteren.”

De Turkse presentator neemt het woord en bedankt ons voor onze komst. De vijftig Turkse collega’s staan met een grote glimlach op. Ze hebben Michael Schumacher in levende lijve gezien. Ze haasten zich naar de lobby waar ze een Shell-rugtas uitgereikt krijgen. Hun dag kan niet meer stuk. En wij? Wij blijven gedesillusioneerd achter.