In het Olympiastadion was een kort en krap parcours uitgetekend, waar de DTM het tegen elkaar opnamen. Op zaterdag per merk, met een finale tussen de beste Mercedes en Audi, en op zondag was er een knock-out toernooi met de zestien snelste coureurs door elkaar.
Van der Zande drong tweemaal door tot de halve finale, maar tweemaal ging het daarin mis in de pits. Op zaterdag overkwam hem een ‘Sven Kramertje’. “Ik werd door mijn engineer bij de verkeerde box geroepen voor de verplichte pitstop”, verklaart hij. “Kan gebeuren, want door al die bochten is het erg onoverzichtelijk.”
Op de slotdag moest Van der Zande het in de halve finale opnemen tegen Edoardo Mortara, de winnaar van de eerste dag. “In de eerste twee heats waren we bijzonder aan elkaar gewaagd en bleven we binnen een tiende van elkaar, maar in de beslissende derde race verloor ik een seconde in de pitstop. En dat was ook precies wat ik tekort kwam aan de finish.”
Mortara legde het vervolgens in de finale af tegen Bruno Spengler. Van der Zande eindigde dus tweemaal op een gedeelde derde plaats en behaalde zo zijn eerste podiumplaatsen in de DTM. Helaas voor hem telde het spectaculaire evenement niet mee voor het kampioenschap. “Maar het was fantastisch. Ik heb enorm veel lol gehad”, aldus Van der Zande.