Graham Watson was erbij, toen Jules Bianchi tien jaar geleden in Suzuka crashte met fatale gevolgen. Het uitzenden van herhalingen van (zware) crashes op tv verloopt sindsdien volgens een strikt protocol, waarvan geen millimeter wordt afgeweken. Dit verscheen eerder in editie 07 van FORMULE 1 Magazine.
In 2014 had Jules Bianchi in Suzuka een noodlottig ongeval. Wat ik me van die race nog kan herinneren is dat het nat en ook donker was: veel donkerder dan het op televisie leek. Toen het ongeluk gebeurde, was niet meteen duidelijk wat er nu precies was voorgevallen.
Ik stond op dat moment zelf in de garage van Caterham F1, het team waarvoor ik destijds werkte. Door het sombere weer kon je weliswaar weinig zien, maar het was me direct duidelijk dat er iets ernstigs aan de hand was. Je voelde eigenlijk dat de race gestopt moest worden, iets wat niet gebeurde.
De atmosfeer sloeg in de pitstraat heel snel om, nadat we op andere kanalen zoals YouTube beelden hadden gezien van de auto en de crash. Iedereen vroeg zich af of Jules, die met hersenletsel naar het ziekenhuis was vervoerd, nog leefde. Als ik er nu aan terugdenk, kun je stellen dat er destijds fouten zijn gemaakt. Maar er zijn, hoe wrang het is, ook belangrijke lessen uit getrokken.
Zo maakte Ross Brawn na dat ongeluk een veiligheidsrapport, waarin hij rigoureuze veranderingen aanbeval. Een daarvan was de tijdstippen van de races in Azië en Australië aan te passen. Die werden verreden op tijden om het Europese publiek beter te bedienen. Probleem was alleen dat het daardoor te laat werd: er was geen ruimte voor rode vlaggen of safety cars. We kwamen op punt dat we letterlijk in de schemering gingen rijden. Ross stelde: die races moeten vervroegd worden. Dat is ook gebeurd.
Ross’ aanbevelingen omvatten naast een wijziging van de starttijden ook betere hoofdbescherming voor de coureurs, daarvoor is onder meer de halo geïntroduceerd, en de inzet van veiligheidskranen op de baan. In Suzuka is over dat laatste een belangrijke les geleerd, hoewel een paar jaar terug daar wéér kranen de baan opkwamen. De coureurs waren daarover terecht heel boos. We mogen als sport niet dezelfde fouten maken als vroeger.
Er zijn ook na het ongeluk van Jules veel crashes geweest, zware en minder zware: denk aan die van Zhou in Silverstone en Grosjean in Bahrein. Wij hebben met de tv-registratie een strikt protocol wat betreft het uitzenden van herhalingen. Die worden niet eerder vertoond na akkoord van de FIA en onszelf, de FOM. We moeten wachten op het sein dat coureurs niets is overkomen, er geen medische zorgen zijn. Dan pas mogen we een herhaling starten.
We luisteren zelf uiteraard mee met alle teamradio’s. De eerste vraag die je na een crash over de boordradio vanaf de pitmuur hoort is of de coureur in orde is. Maar zelfs als dat zo is, wachten we met de herhaling. Dan nog volgen we het protocol. Er wordt nu nooit meer een herhaling uitgezonden direct na een crash. Vroeger was dat een ander verhaal. Toen Michael Schumacher in Silverstone bij een crash zijn enkel brak werd dat ik weet niet hoe vaak herhaald. Ayrton Senna 1994 Imola net zo. Nu zou de tv-registratie daarvan heel anders zijn.
We hebben 32 tot 38 camera’s, dat hangt van het circuit af, langs de baan staan. Daarnaast heeft elk circuit een gesloten cameracircuit (CCTV) waarop alles kan worden teruggekeken. We moeten niet vergeten dat Formule 1 niet alleen entertainment is. Er staan levens op het spel. Mensen lijken dat door een soort – heel begrijpelijk – defensief mechanisme snel te vergeten. Maar in motorsport kun je helaas nooit garanderen dat er geen slachtoffers vallen.