Daan de Geus
24 februari 2014
Door alle technische veranderingen die voor 2014 zijn doorgevoerd in de Formule 1 duurt het repareren van een bolide volgens Ferrari’s technisch directeur op het moment soms wel ’twee keer zo lang’.
In gesprek met Autosport vertelt Ferrari’s technisch directeur Pat Fry dat ‘de nieuwe auto’s zo ingewikkeld zijn dat het een tijdje duurt om een probleem te vinden en vervolgens te verhelpen’.
“Het kost tegenwoordig een stuk meer tijd om bij het onderdeel te komen dat je onder handen moet nemen, dan dat het daadwerkelijke reparen of vervangen ervan kost”, legt Fry de vinger op de zere plek.
Volgens Fry heeft Ferrari tijdens de eerste testsessies met issues te maken gekregen die verrassend veel tijd vergden om te verhelpen. “Wij zijn vier uur bezig geweest met dingen waarvan ik dacht dat we ze in twee uur konden oplossen”, illustreert hij.
Fry denkt dat deze langere reparatietijd ervoor heeft gezorgd dat de 2014-bolides onbetrouwbaarder lijken dan ze zijn. “De meeste teams lijken best wel betrouwbare auto’s te hebben, zodra deze eenmaal werken en de baan op kunnen.”
“Op het moment is dat laatste – het repareren of aan de praat krijgen van een auto – echter nog een flinke taak, maar ook dat zal uiteindelijk wel weer makkelijker worden”, voorspelt Fry tot slot.