Ferrari: ‘Alleen goedkopere motor als Ecclestone betaalt’
Sutton Images
Daan de Geus
11 januari 2016
Ferrari blokkeerde in december met de andere motorleveranciers de komst van een goedkope standaardmotor en sprak verder haar veto uit over een prijslimiet voor klantenmotoren. Ferrari-topman Sergio Marchionne zegt nu achter beide plannen te staan, zolang Bernie Ecclestone betaalt.
Dat verklaart Marchionne, die zowel de president is van Ferrari alsmede ceo van het overkoepelende Fiat Chrysler Automobiles, in gesprek met Autosport. “Wij zijn er best toe bereid mee te werken aan de ontwikkeling van een goedkopere motor en volgens mij is Mercedes dat ook. Voor ons zijn er dan echter wel voorwaarden, waaronder dat Bernie Ecclestone’s Formula One Management (FOM) ervoor betaalt.”
Marchionne zou verder ook graag zien dat de teams die een dergelijke krachtbron willen gebruiken een duit in het zakje doen wat betreft de kosten voor het doorontwikkelen daarvan. Ferrari zou daarbij ook best bereid zijn daar een rol bij te spelen, maar een voorwaarde hierbij is dat ‘Ferrari niet de enige is die haar technologie deelt’, zo benadrukt Marchionne.
Wat de Ferrari-topman verder aangeeft is dat hij nog steeds niet voelt voor een prijslimiet voor het leveren van klantenmotoren die gelijk zijn aan die van het fabrieksteam, of voor een soortgelijk van te voren bepaald maximumbedrag voor een eventuele goedkopere standaardmotor. “Ik vind het ronduit ongepast dat leveranciers een prijslimiet voor het leveren van motoren wordt opgelegd. Wij investeren immers enorm veel in de Formule 1 en Mercedes doet dat eveneens, maar onder de streep is Bernie de enige winnaar”, beweert Marchionne.
“Ik vind dan ook dat de commerciële rechtenhouders, Ecclestone en zijn FOM, hun verantwoordelijkheid moeten nemen.” Marchionne draait er daarbij niet omheen dat Ferrari ook een zekere verantwoordelijkheid heeft tegenover de Formule 1. “Maar dat ligt anders”, meent hij. “Zomaar de regels veranderen en vervolgens verplichtingen opleggen aan Ferrari en Mercedes, dat kan niet.”