Flashback ’99: Mark Webber vertelt over zijn ‘Mercedes-vluchten’ tijdens Le Mans ’99
Linda Vermeeren
28 augustus 2019
Iedereen kent de beelden van de Mercedes van Peter Dumbreck die in 1999 tijdens de 24 Uur van Le Mans plots begint te vliegen en na meerdere salto’s tussen de bomen langs de baan belandt. Het was niet de eerste keer dat raceweekend dat een Mercedes loskwam van de grond, een jonge Mark Webber was het al twee keer overkomen. De Australiër vertelt over zijn horrorweekend in 1999.
“De LMP1-auto’s waren vrij gevaarlijk toentertijd, er was weinig aandacht voor veiligheid waardoor het kon gebeurden dat een auto achterover sloeg. Ik was jong en bezig aan mijn tweede seizoen als fabriekscoureur voor Mercedes. De Formule 1 was toen al mijn droom en je gaat ver om die te realiseren. Crashes horen daar ook bij. Op Le Mans crashte ik in 1999 twee keer. Eén keer op donderdagavond tijdens de training, de tweede keer tijdens de warm-up op zaterdagochtend.”
“Vervolgens overkwam Peter Dumbreck precies hetzelfde tijdens de race. Een ramp natuurlijk. Op papier leek het één van de beste edities in jaren te worden. Porsche deed mee, net als Mercedes, Toyota, Nissan, Audi, en BMW –veel fabrikanten gingen de strijd met elkaar aan. Er was Mercedes alles aan gelegen goed voor de dag te komen. De CLR waarmee ze het gevecht in Le Mans aangingen was ook geweldig om te rijden, tenminste op de momenten dat hij alle vier de wielen bleef.”
Flashback ’98: ‘Mensen vragen hoe ik kan werken met Villeneuve terwijl het zo’n eikel is’
“Die CLR’s waren erg gevoelig, zeker als je in de slipstream van andere auto’s reed. Daarnaast waren ze ook verdomd snel. Bernd Schneider, die in de andere Mercedes reed, startte niet voor niets van pole. Toen ik die zaterdag tijdens de warm-up weer in de auto stapte, had ik geen twijfels. Ik was enorm gefocust om voluit te gaan – ik had de kans om Le Mans te winnen en als me dat was gelukt, was ik de jongste coureur in de geschiedenis geweest die dat voor elkaar had gekregen. Ik wist dat de auto onstabiel was, maar daar denk je niet aan. Noem het de arrogantie van de jeugd – je denkt dat jou niks kan overkomen.”
“De tweede keer ging het mis op het heuveltje op de Mulsanne Straight. Ik maakte een dubbele salto achterover en kwam pas honderden meters verder tot stilstand. De auto was op het dak geland, dus ik kon er niet uit. Ik kon niet geloven dat mij dit opnieuw overkwam. Gelukkig kwam ik er opnieuw ongeschonden vanaf. Voor mij was de maat vol. Toen zei ik: vergeet het maar. Ik stap niet nog een keer in die auto, ik ga naar huis. En ik heb ook nooit meer in die auto gereden. Het team ging echter door. De technici dachten dat met wat kleine aerodynamische aanpassingen het probleem kon worden verhopen. Natuurlijk zat de schrik er in, maar er was zoveel geld en tijd in het project gestoken dat stoppen geen optie was. Pas nadat Peter Dumbreck tijdens de race hetzelfde overkwam, trok Mercedes zich terug.”
“Het was dramatisch om te zien wat er met Peter gebeurde. Het was live op televisie, terwijl de mensen van mijn crash alleen foto’s hadden gezien. Hij vloog ook nog eens tegen een boom aan, waardoor de shock enorm was. Voor mij was het extra verbijsterend om te zien: ik realiseerde me toen pas hoeveel geluk Peter en ik gehad hebben. Het was een slecht weekend. Of Mercedes eerder had moeten besluiten te stoppen? Dat is achteraf gemakkelijk gezegd. In de autosport kun je nooit voorspellen wat er gebeurt.”
Lees ook: Flashback: Ietwat voorbarige conclusies na snelle testtijden Jos Verstappen in Estoril
“Of ik in de toekomst nog een keer aan Le Mans deelneem weet ik niet. Het staat in ieder geval niet op mijn verlanglijstje. Het is een mooi evenement, maar het heeft niet de veiligheidsvoorzieningen zoals we die in de Formule 1 kennen. Als ik stop met de Formule 1 wil ik vooral veel rode wijn drinken en een gemakkelijk leventje leiden. Als ik dan zoiets als Le Mans zou doen, zou dat puur voor de lol zijn en niet met de volle overtuiging zoals ik nu race. Dat is niet de juiste instelling en bovendien niet eerlijk tegenover je team. Ik sta er dus niet heel enthousiast tegenover, maar zeg nooit nooit.”
“De eerste keer dat het fout ging, reed ik achter Frank Biela richting Indianapolis. Als ik het me goed herinner, was hij bezig met een inlap, dus ging hij voor mij aan de kant. Ik zat in zijn slipstream, passeerde hem en voor ik het wist ging de auto omhoog. Er was geen enkele mogelijkheid om de auto onder controle te houden. De Mercedes kantelde. Ik was bang dat ik het bos in zou vliegen, maar belande uiteindelijk tegen de vangrail. De auto was zwaar beschadigd, mijn nek deed pijn en mijn knieën en ellebogen waren beurs, maar verder was ik oké.”
Lees ook: