Robin Frijns denkt dat Max Verstappen op basis van diens kwaliteiten moeiteloos zou kunnen instappen tijdens de 24 uur van Le Mans. Maar dan ook meteen de snelste zijn, is een ander verhaal. Frijns, die dit weekend deelneemt aan de raceklassieker, schrijft dat in zijn column voor FORMULE 1 Magazine. Die lees je hieronder.
“Er zijn zóveel bijzondere autosportevenementen, maar zo bijzonder als de 24 uur van Le Mans zijn er maar weinig. Ik sta bepaald niet alleen in die mening, veel coureurs vinden dat. Veel fans natuurlijk ook. Het is een geweldig spektakel, een wedstrijd die anders is dan alle andere en ook zijn eigen bijzondere historie heeft. Om al die redenen snap ik bijvoorbeeld wel waarom Max Verstappen het er vaak over heeft en zegt dat hij de 24 uur van Le Mans ook ooit wel eens wil rijden.
Ik zie hem dat ook zeker wel doen. Misschien niet nu al, nu hij nog Formule 1 rijdt, maar hij zou het heus kunnen. Het is natuurlijk niet gemakkelijk, integendeel. Het is zelfs compleet wat anders dan in de Formule 1 rijden. Maar Max is zo goed als coureur, ik ben ervan overtuigd dat hij zomaar in zou kunnen stappen om mee te doen op Le Mans.
De snelste zijn, is dan de vraag. Maar het simracen wat hij ook op dit vlak doet, helpt dan zeer zeker wel mee. En geef toe, Max Verstappen op Le Mans, dat is sowieso geweldig. Wie wil dat nou niet zien? Ik zie ‘m in elk geval graag komen. En hoewel ik hem niet heel vaak spreek, denk ik dat we als coureurs wel bij elkaar zouden passen. Dus als hij nog een teamgenoot zoekt…
En over teams gesproken: ik heb er zin in met mijn huidige team mee te doen aan deze editie, want dat is in de Hypercar met BMW. Een geweldig mooi vooruitzicht. Favorieten voor de winst zijn we niet meteen, de auto’s van Ferrari en Toyota zijn erg snel. Maar het is enorm spannend dit seizoen in de Hypercar in het WEC. En op Le Mans zijn er misschien wel achttien auto’s die kunnen winnen. Zeker omdat je nooit weet wat er allemaal gebeurt in die 24 uur, in licht en donker.
Geen problemen krijgen. Geen fouten maken. Goede snelheid. En wat gelukt. Zo kom je een eind, voor ons moet top-zes er dan wel in zitten. En wie weet meer, zoals in 2021. Het was mijn eerste deelname en ik kwam er als een leek. Om dan meteen te winnen, toen in de LMP2, was fantastisch. Ik weet dat er genoeg coureurs zijn die het jarenlang proberen en het lukt niet. En ik won meteen bij mijn debuut. Dat blijft je wel bij.
Het was ook een editie die bewees hoe spannend het kan zijn tot het laatste moment. Wij lagen voor, hadden alles onder controle en in de slotfase hadden we toch problemen door een gescheurde diffuser. Met zeventienden voorsprong konden we de auto achter ons nog net voorblijven, zo wonnen we nipt.
Waar je trouwens ook eindigt, mooi is de beleving van Le Mans sowieso. Je ruikt in de auto de geur van de BBQ die de toeschouwers langs de baan massaal aan zetten, geweldig is dat toch? Je hoort het ook van andere coureurs. En in de nacht racen is natuurlijk ook bijzonder, in elke 24-uursrace. En omdat ik goede ogen heb, ben ik vaak de pineut, haha: dan mag ik de nachtsessies doen.
Dat zorgt voor een bijzonder gevoel: omdat je minder ziet, heb je het idee dat je veel sneller gaat dan in werkelijkheid het geval is. Maar waar je bij daglicht alles al ziet, referentiepunten en bijvoorbeeld een viaduct verderop, zie je in de winter dat soort zaken pas op het laatst en flitst een en ander razendsnel voorbij.
Bijzonder dus, Le Mans. Ook dit jaar ongetwijfeld weer.”
Deze column staat in het extradikke vaderdageditie van FORMULE 1 Magazine, dat nu in de winkel ligt. Haal ‘m snel, of bestel hieronder online (met gratis bezorging in heel Nederland!)