Supermarketen heeft bekendgemaakt na dit seizoen te stoppen met de sponsoring van Max Verstappen én de Dutch GP op Zandvoort. Hiermee komt een einde aan een tijdperk. Sinds Verstappen in 2013 de overstap maakte van de karts naar de Formule 3 gold Jumbo als loyale sponsor van de Limburger, met voormalig topman Frits van Eerd als initiator van de samenwerking.
Van Eerd, die zichzelf een ‘Max Verstappen-fan van het eerste uur’ noemt, geloofde heilig in het partnership. Aanvankelijk was hij binnen het concern zo’n beetje de enige. “Ik heb eerst intern enorm veel scepsis moeten overwinnen”, zo vertelde hij eerder exclusief aan FORMULE 1 Magazine.
Het gesprek met Frits van Eerd, die vorig jaar bij Jumbo opstapte aangezien hij als verdachte geldt in een strafrechtelijk onderzoek naar frauduleuze praktijken, vond plaats tijdens de Dutch GP in Zandvoort. Hij was op dat moment nog CEO van Jumbo. Onderstaand verhaal verscheen eerder in FORMULE 1 Magazine.
Laten we bij het begin beginnen. Hoe lang ga je eigenlijk al terug met de familie Verstappen?
“Goh, heel ver terug. Ik ken Jos nog uit de tijd dat hij Formule 1 reed en ik wel eens demo’s deed met Formule 1 auto’s. Ik verzamel die wagens en liet Jos er wel eens in rijden. Dan was Max er vaak bij, als kleine ukkepuk.”
Je bent Max meteen na zijn kartperiode gaan sponsoren. Ook vanuit de persoonlijke relatie, neem ik aan.
“Deels. Jos stond in die tijd echt op een kruispunt: zetten we Max nog een extra jaar in de kart of gaan we de autosport in? En als we dat doen, hoe ga ik het dan financieel bolwerken? Ik heb daar met Jos over gesproken en we waren het eens: dit is het momentum. We moeten Max gewoon in een auto zetten. Hoewel het allesbehalve gewoon was, want hij was in die tijd 15. Ik ben blij dat ik een steentje heb mogen bijdragen.”
Lees ook: Jumbo stopt met sponsoring Max Verstappen
“Tegelijkertijd was het ook een zakelijke afweging, laat ik daar helder over zijn. Wij doen veel met topsporters en als je iets doet, dan benader je het zakelijk. Echter, ik geloof dat je talent eerst moet helpen om te ontwikkelen en verder te komen alvorens je er commercieel echt iets mee kunt doen.”
Veel bedrijven kiezen voor het sponsoren van succesvolle sporters of teams. Zij investeren meer in de finish dan in de start van een carrière.
“Ik vind het mooi dat je dat zegt, want dat is nou precies één van mijn grootste irritaties. Als er geïnvesteerd moet worden in een mooi concept of een veelbelovend talent, dan geven veel mensen niet thuis. En zodra er gewonnen wordt, zit het vol. Hoezo dan? Met Max was het zo: hij had een grote droom, namelijk om het allerhoogste podium te bereiken. En ik geloofde daar ook in. Dan is het mooi om daarin te helpen. Mijn affiniteit met de autosport speelde daarin ook een rol, maar wel altijd met het perspectief in het achterhoofd. Als je talent niet maximaal kunt ontwikkelen, dan heeft het geen zin iemand te ondersteunen.”
“Voor de duidelijkheid: ik zie autosport niet als sponsoring. Sponsoring heeft voor mij toch een zweem van vrijwilligheid en vrijblijvendheid. Iets in de trant van: hier heb je geld, kijk maar wat je ermee doet. Ik zie de ondersteuning van Max als marketinggeld. Ik moest Jumbo zien te positioneren als een merk waar mensen graag voor willen werken, waar jonge mensen kansen krijgen. Jumbo moet staan voor avontuur en ambitie. Bij ons gebeurt altijd iets wat je aanspreekt. Topsport kan helpen om dat te bereiken. Voor mij was de match Max en Jumbo meteen zonneklaar. Vanaf het begin al. Max staat voor talent, ambitie en prestatie. En voor dromen.”
Waarom zeg je dat laatste er nadrukkelijk bij?
“Jos en Max hebben altijd de droom van Formule 1 gehad. En ze zijn er vol voor gegaan. Dat vind ik mooi. Mensen die dromen en er vervolgens ook vol voor willen gaan. Die het gewoon doen.”
“Jos is een gouden vent. Hij wist wat er precies moest gebeuren. Wie heeft er nu zo’n unieke leerschool gehad als Max? Niemand toch. En Max heeft ook nog eens een moeder die kon sturen. Met zo’n unieke achtergrond, dan moet je gewoon all-in gaan. Je kunt het niet even proberen en halverwege stoppen. Het is alles-of-niets. Jos zag dat ook zo. Hij heeft zelf daarnaast enorm veel verstand van techniek en van alle verhoudingen binnen de Formule 1. Hij heeft Max mega kunnen helpen in zijn eerste jaren in de autosport. Jos krijgt daar ook wel waardering voor, maar in mijn ogen niet genoeg. Zijn aandeel in het succes wordt nog steeds onderschat.”
“Maar om terug te komen op het dromen. Ik heb zelf ook altijd hardop gedroomd hoe mooi het zou zijn als dat ventje ooit op een dag in de Formule 1 zou belanden. En daarin ook nog eens goed zou presteren. Dat zou geweldig zijn voor Jumbo. Vanaf het begin was dat mijn ultieme droom, maar ik heb er ook altijd het volste vertrouwen in gehad. Als je terugkijkt naar de kartperiode; de resultaten van Max in de kart waren beter dan die van Lewis Hamilton of welke andere karter dan ook. In die zin is hij echt uitzonderlijk.
De keuze om als bedrijf groot in de autosport te investeren was destijds niet meteen de meest voor de hand liggende keuze. Heb je binnen Jumbo destijds veel scepsis moeten overwinnen?
“Enorm! Bij heel veel supermarkten liep je continu tegen borden aan met voetbalplaatjes. Ik heb vervolgens intern gezegd: ‘Jongens, wij gaan geen voetbalplaatsen doen. Ik vind het niet leuk, niet spannend en het is totaal niet onderscheidend. Wij gaan autosport doen’. Nou, ik kan je vertellen, ik heb heel wat moeten uitleggen. Er was enorm veel scepsis. Schadelijk voor het milieu, gevaarlijk, een elitesport; ik heb het allemaal gehoord. En ik heb ze kunnen overtuigen dat het allemaal niet waar is.”
“Ik zal je vertellen, ik durfde in het eerste jaar niet eens Jumbo-reclame op Max z’n auto te zetten. Dat heb ik eerst laten inwateren. Het was zelfs zo dat men voor de eerste race van Max in de Formule 3 uit eigen beweging al heel groot Jumbo op de auto had geplakt. Dat heb ik er nog af laten halen. Ik wilde mensen bij Jumbo eerst meenemen in het verhaal. Dat proces heeft anderhalf jaar geduurd.”
“Toen Max in 2015 een stoeltje kreeg bij Scuderia Toro Rosso, hadden we een heel klein stickertje onder op de monocoque. Later heb ik een sticker laten plakken op de helm, onder zijn neus. Ook heel klein, maar wel vaak in beeld. Daar had nog nooit iemand aan gedacht.”
Sinds die tijd is er veel gebeurd met de populariteit van Formule 1 in Nederland om het maar voorzichtig uit te drukken.
“Als je ziet was er nu aan de hand is in Nederland, hoe snel het feitelijk gekanteld is, dan vind ik echt geweldig. In alle bescheidenheid denk ik dat te kunnen zeggen dat de autosport in Nederland er nu heel anders had uitgezien als we vanuit Jumbo indertijd niet de Jumbo Racedagen in Zandvoort hadden georganiseerd.”
“De eerste keer dat Max Verstappen een demo kwam doen op Zandvoort was in 2015, met 100.000 mensen op de tribunes en in de duinen. Ik wilde Nederland laten zien wat een F1-auto is. Kort erna werd ik door Dietrich Mateschitz, de mede-oprichter van Red Bull, uitgenodigd op zijn kantoor in Salzburg. Hij begreep er niets van. Hij had een eigen circuit en twee F1-teams en kreeg nog niet de helft van het aantal mensen naar het circuit. Ik ken Red Bull al heel lang, al ver voordat Max Formule 1 ging rijden. En heb altijd een goede relatie met hem gehad. Wij zijn hem gaan helpen en hebben uiteindelijk een leuke activatie gedaan, met de Orange Army. Sindsdien is het elk jaar gekker geworden. Tegenwoordig heeft Max drie thuisraces: Oostenrijk, België en natuurlijk Zandvoort.”
Die gekte rondom Max. Heb je daar een verklaring voor, afgezien van zijn snelheid?
“De verklaring is Max zelf. Hij maakt het allemaal mogelijk. Met zijn talent en karakter, waarmee hij ook de sympathie heeft van iedereen. Max draagt in zijn eentje de gehele autosport. Zonder hem was de Dutch GP er niet geweest, daar kunnen we duidelijk over zijn. En ondertussen blijft hij 100 procent zichzelf en gewoon normaal en nuchter. Dat is een kunst op zich, maar niet als je Max kent. Max is gewoon Max, die zal nooit veranderen of gekke dingen gaan doen. En anders grijpt Jos wel in.”
“Max doet het ook niet voor de roem, de bekendheid of het geld. Hij is gewoon een liefhebber. En dat gaat veel verder dan veel mensen denken. Als hij ’s avonds thuiskomt na een GP, kan hij hem in zijn sim thuis nog een keer helemaal over doen. Dat heet passie. Wat ik er maar mee wil zeggen is dat alle randzaken hem niet boeien. Hij wil de snelste tijd en die race winnen.”
Die passie en ambitie, is dat een parallel tussen jullie?
“Ik zie hele veel parallellen tussen topsport en ondernemen. Uiteindelijk komt het op hetzelfde neer: als je niet bereid bent om er alles voor te doen en tot het uiterste te gaan, dan win je nooit. Als ik mezelf niet tot uiterste drijf om de mooiste winkels te bouwen met de mooiste assortimenten en de lekkerste dingen, dan is iedere dag een gevecht en gebeurt er niets. Dan word je een grijze muis.”
“Het zit ‘m niet in het gemiddelde, het zit ‘m in wat er ver boven zit. Je moet jezelf challengen om er alles uit te halen, iedere dag opnieuw. Het is heel makkelijk gezegd, maar het is wel zo. Mensen die me niet goed kennen, die zeggen vaak: ‘Je bent nooit tevreden’. Dat is niet waar. Ik ben supertevreden, maar het kan altijd beter. En als je daar niet voor wilt gaan, dan moet je niet met mij samenwerken. Want dan heb ik helemaal niets aan jou. Dat accepteer ik niet. Van mezelf niet en van mensen om me heen al helemaal niet.”
Een gewetensvraag dan. Jumbo is op een breed vlak actief in de sport, onder andere in het schaatsen en het wielrennen. Maar gevoelsmatig heb je het meest met Max Verstappen. Klopt dat?
“Daar heb je wel gelijk in, ook vanwege de persoonlijke band met Max en de mensen om hem heen. Maar dat heb ik ook met motorcrosser Jeffrey Herlings.”
“Het is ook wel logisch. In deze sporten zit de kern van mijn passie, daar heb ik veel meer verstand van dan van schaatsen en wielrennen. Ik heb zelf nooit geschaatst of gewielrend, dus als ik daar ga kijken ben ik een passagier bij het evenement. Daarentegen, als ik bij een F1-race ben, zoals eerder dit seizoen in Zandvoort, dan weet ik precies wat er gaande is. Ik race zelf nog steeds, fanatiek en met veel plezier. Al zo’n 30 jaar. Plat gezegd, ik zit al langer in de autosport dan dat Max leeft.”
Wat heeft de sponsoring van Max het merk Jumbo gebracht?
“Het merk Jumbo heeft het DNA van samen ondernemen, samen winnen. Daar draait het om. Ondernemen is vandaag alles veranderen wat morgen beter kan. Gewoon dingen doen, niet bang zijn. Ergens vol voor gaan. En dat is iets waar Max ontzettend goed in is. Hij heeft die enorme drive om altijd de beste te willen zijn. Hij is wat mij betreft de belichaming van het DNA van Jumbo. Daarom past het zo goed.”
“Jumbo kijkt ook in andere sporten echt wel naar jong talent. Het is belangrijk dat we ook in het schaatsen juniorteams hebben. Als we succesvol willen blijven in deze sporten moeten we stoppen met mensen aantrekken die al goed zijn, dan moeten we zelf opleiden. Dat is in essentie ook wat de samenwerking met Max voor mij zo mooi en écht maakt. Max zat nog niet in de Formule 1 toen we hem vanuit Jumbo vol gingen supporteren.”
Lees ook: Manager Max Verstappen: ‘Heb contract met Jumbo er nooit bij hoeven te pakken’
“We kijken ook in andere sporten echt wel naar talenten. Juniorteams, ook bij schaatsen en wielrennen. Ik vind het belangrijk dat we onderaan blijven aanvullen. Als we willen blijven voortbestaan in deze sporten moeten we stoppen met mensen naar ons toe halen die goed zijn, dan moeten we zelf opleiden. Dat is ook wat het verhaal van Max ook zo mooi en zo echt maakt. Max zat nog niet in de Formule 1 toen we vol zijn gaan supporteren. Er was geen plan, alleen een ambitie en een heilig geloof in zijn kwaliteiten.”
Je was dit seizoen ook actief als coureur in de lange afstandsracerij met Racing Team Nederland. Ben je de afgelopen jaren eigenlijk een betere coureur geworden?
“Volgens mij wel. Ik heb veel in mezelf geïnvesteerd. Ik heb veel in de simulator gezeten en heb goede, snelle mensen om me heen. Ik mis de natuurlijke snelheid, ook omdat ik wat ouder ben, maar ik heb er plezier in. En vergis je niet, het niveau is hoog hoor.”
Welke ambities heb je nog als zogenoemde ‘Gentleman Driver’?
“Ik heb dezelfde drive met het racen als met het ondernemen. Dat moet ook wel, anders moet je het niet doe. En ik doe en laat er serieus veel voor. Iedere keer als ik iets in mijn mond stop, denk ik: word ik hier langzamer of sneller van? Ik train om de dag, soms vaker. Ik ben 55 jaar en superfit. Weet je, voor mij is de autosport een stok achter de deur. We proberen allemaal oud te worden, maar ik probeer het écht. Ik heb ook nog zoveel plannen. Ik wil nog heel lang blijven ondernemen.”
“Het racen helpt me echt, ook in het zakendoen. Als ondernemer moet je fit zijn. Wakker. Als je niet scherp bent, van maandagochtend tot vrijdagavond, red je het niet. Zo simpel is het. Sport is voor mij een enorme energiebron. Fysiek, maar zeker ook mentaal. Even met je hoofd in een andere wereld zitten, ook al is het maar een paar dagen, werkt enorm verfrissend en inspirerend.”
Heeft het racen je geholpen in het zakendoen?
“Absoluut. Ik weet zeker dat ik nooit zo succesvol was geweest als ik niet zo vol in de autosport had gezeten. Autosport is voor mij echt een eyeopener geweest, op heel jonge leeftijd al. Alles draait om details. Veel mensen denken: een goede auto, een snelle motor en een getalenteerde coureur en dan ben je klaar, maar zo werkt het dus echt niet. Het zit hem echt in de aller-allerkleinste details. Als je die niet voor elkaar hebt, doe je niet mee. In zakenleven is het precies zo. Je moet de kennis in huis hebben of halen om mee te doen. Dat besef komt echt uit de autosport.”
Nog even terug naar de Formule 1 en Max. Je was er in 2021 bij toen hij in Abu Dhabi voor de eerste keer wereldkampioen werd. Weet je nog hoe je die race hebt beleefd?
“En of ik dat weet. Tjonge, wat was dat intens. Zo spannend. Toen Max over de finish kwam was ik ongelooflijk blij, zoals de hele wereld, op een paar mensen na. En toen was daar ineens het protest van Mercedes en sloeg de sfeer helemaal dood. Bij iedereen. Bij Max, bij Helmut Marko. Die was des duivels. Ik ben op het circuit gebleven totdat de titel zeker was. Ik ging ’s nachts pas om vier uur het circuit af en het voelde alsof het vroeg was.”
Was je emotioneel? Ik herinner me het beeld van een innige omhelzing (foto boven).
“Toen wel. Het is zo’n bijzonder traject geweest en die avond was er de ontlading. Het is ongelooflijk mooi en bijzonder dat het allemaal zo is uitgepakt. En de hechte relatie met Jos, Max, Raymond en een aantal andere mensen maakt het extra intens. Onze relatie? Dat is vriendschap. Heel warm en we hebben vreselijk veel lol. We zitten karakterologisch ook wel hetzelfde in elkaar denk ik. We hoeven elkaar niets uit te leggen, we begrijpen elkaar.”
Tenslotte, wat heb je van Max geleerd?
“Haha. Ik reed in de LMP2-klasse, maar Max ook. Alleen hij doet het online. Daar hadden we het wel eens over. Over afstellingen en dat soort zaken…”
“Maar buiten de auto? Ik ben een heel gelukkig mens en ik prijs mezelf gelukkig dat ik veel bijzondere mensen in mijn omgeving heb. Max is iemand die onder alle omstandigheden normaal blijft doen en trouw blijft aan zichzelf. Ik ben zelf ook nooit afgedwaald. Ik heb respect voor iedereen. Dat heeft Max zeker ook. Nee, dat is niet iets wat ik van hem geleerd heb, maar ik vind het wel mooi om mensen om me heen te hebben die ondanks alle succes van de wereld oprecht, eerlijk en zichzelf blijven.”
FORMULE 1 Magazine nummer 6 ligt nu in de winkel, maar kan ook online worden besteld. In deze uitgave alles over de door Max Verstappen gewonnen GP van Miami en volop boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews. Met onder meer:
- Max Verstappen: balen in Bakoe, meesterlijk in Miami
- Ernest Knoors wekt Arrows uit 1985 tot leven
- Interview: Pierre Hamelin: de souffleur van Nyck de Vries
- Reportage: hoe Haas meelift op Amerikaanse F1-gekte
- Columns Rengers van der Zande & Amber Brantsen
- Gallery: de allermooiste beelden van Peter van Egmond
Gratis verzending in Nederland!