Daan de Geus
29 april 2016
Kevin Magnussen is na de vrijdagtrainingen in Sotsji de meer gelukkige Renault-coureur. De Deen rept over een redelijk dag, teamgenoot Jolyon Palmer worstelde meer.
Toch was het Magnussen die de eerste training moest uitzitten om testrijder Sergej Sirotkin de kans te geven voor eigen publiek op te treden. Sirotkin kwam tot 24 ronden en een dertiende tijd, waarmee hij sneller was dan Palmer.
“Het ging erom het programma van het team af te werken, maar het is altijd goed als je rondetijd er goed uitziet. Ik voelde me bovendien prima achter het stuur, ook al zat m’n zitje niet geweldig”, lacht Sirotkin.
“Ik ben echter blij dat mijn samenwerking met Renault zo positief is begonnen”, vervolgt de Rus, die in VT2 weer plaats moest maken voor Magnussen, die daarin maar liefst 41 ronden reed en een vijftiende tijd neerzette.
“Mijn eerste indruk is dat het wel oké gaat en de auto het niet slecht doet”, vat Magnussen zijn dag samen. “Het ging er vooral om de banden te evalueren. De slijtage is zoals verwacht laag, met weinig verschil tussen de compounds.”
“Voor in de race is dat interessant, maar we hebben morgen in VT3 nog wel wat werk te doen, ook al zit er qua pace denk ik niet heel veel rek meer in”, geeft Magnussen toe.
“Hopelijk verloopt de kwalificatie echter probleemloos en kunnen we in de race kansen grijpen als die zich voordoen”, rondt hij af met de typische opmerking van een coureur wiens team moeilijk op eigen kracht kan scoren.
Zoals gezegd was teamgenoot Palmer minder happy, met twee achttiende klasseringen achter zijn naam. “Ik kon maar geen goede balans vinden, wat het een enigszins frustrerende dag maakte.”
“De betrouwbaarheid was gelukkig wel goed, dus er is genoeg data om te gebruiken om ons te verbeteren. Als het daarbij lukt het overstuur eruit te krijgen, vinden we vast ook extra tempo”, denkt Palmer.