Hamilton heeft zich er al eerder over beklaagd dat elk weekend sinds zijn debuut hetzelfde format heeft gevolgd.
Hamilton: ‘F1 moet meer met formats experimenteren’
De Formule 1 moet niet bang zijn openlijk nieuwe formats uit te proberen en seizoen 2016 daar juist voor gebruiken als voorbereiding op 2017. Dat vindt Lewis Hamilton.
Aangezien de regels in 2017 sowieso op de schop gaan, moet de sport 2016 gebruiken om vrijuit te experimenteren met nieuwe opzetten voor de Grand Prix-weekends, zo pleit de wereldkampioen in gesprek met Autosport.
“Ik vind dat we niet bang moeten zijn om nieuwe dingen te proberen en dit jaar als kans moeten aangrijpen om nieuwe ideeën en formats voor de raceweekends te testen”, stelt Hamilton.
“Nadat we na het falen van de eliminatiekwalificatie terug hebben gegrepen op het oude format, zijn er bijvoorbeeld geen nieuwe ideeën meer aangedragen, wat niet goed is”, vindt Hamilton, die meer variatie wil in de weekendopzet.
“De laatste tien jaar is elk raceweekend van donderdag tot en met zondag precies hetzelfde geweest, maar ik denk juist dat het spannend zou zijn als het format wat vaker zou veranderen”, verklaart de Engelsman.
“Ik zeg niet dat het elk weekend helemaal omgegooid moet worden, maar met 21 Grand Prix-weekend in een seizoen denk ik dat je best wel eens iets anders kan doen.”
Als voorbeeld oppert Hamilton, al erkent hij ook het antwoord op de problemen van de sport niet te weten, bijvoorbeeld dat het leuk zou zijn om sprint- of kwalificatieraces te houden, of meerdere kart-achtige race heats.
“In de GP2 vond ik het cool dat je op zaterdag een korte en zondag een lange race had, want zo heb je elke dag een andere uitdaging. Je kan echter ook denken aan races waarin je juist wel of niet mag pitten, zodat je variatie hebt.”
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Claire Williams, de adjunct-teambaas van Williams die vindt dat de Formule 1 niet langer ‘openlijk moet experimenteren’, meent Hamilton dus dat dit geen kwaad kan en dringt hij hier zelfs op aan.
“Ik denk dat de fans het best zouden begrijpen als je eens iets probeert dat niet werkt. Tuurlijk, op zo’n moment vinden ze het vast niet leuk, maar ze zouden heus wel snappen dat we iets testen met oog op de toekomst.”
