Hoe Renault het karwei afmaakte
Ondanks het voldoen aan de opdracht beleefden Fernando Alonso en Renault nog een hectisch weekendje in Brazilië. Onverwachte weersomstandigheden, verre van ideale banden en een klein probleem met de motoren, van een leien dakje ging het allemaal niet.
Na de race en voordat het echte feest losbarstte sprak Adam Cooper met Alonso’s race-engineer Rod Nelson en met Dennis Chevrier, hoofd van Renaults motorafdeling over het weekend in Interlagos. Uiteindelijk zag het er allemaal zo makkelijk uit, toen Alonso als tweede over de finish was gekomen in Brazilië. Het zorgde er voor dat hij het seizoen besloot met een voorsprong van dertien punten op Michael Schumacher, die de titel op basis van het meeste aantal overwinningen nog had kunnen winnen. In het constructeurskampioenschap lag het dichter bij elkaar, maar een marge van vijf punten was voor Renault meer dan genoeg voor de tweede opeenvolgende titel. Maar natuurlijk, er was heus wel spanning aan de pitmuur. Zolang Alonso bleef rijden zag het er allemaal goed uit, maar in de slotfase was er nog een klein kansje voor Schumacher. Stel dat Alonso nog uit zou vallen en Schumacher voorbij Jenson Button kon komen, dan had Felipe Massa hem heus wel voor laten gaan. Maar uiteraard, het kwam er niet van. Het resultaat was dus goed, maar zo makkelijk was het achter de schermen allemaal niet gegaan. Nog voordat de eerste vrije training begon op vrijdag had Alonso van motor gewisseld. Hij kreeg de motor van zijn reservewagen, die van dezelfde specificatie was. In zijn eigen motor zat een onderdeel dat voor gefronste wenkbrauwen zorgde na een test op de proefbank donderdag in Europa. Zin in het nemen van risico had Renault niet, dus vandaar. Het zorgde voor enig comfort, want na Monza was iedereen zich er van bewust dat er nog van alles kon gebeuren. Dan waren er nog de banden. Productieschema’s en alles wat daar bij komt kijken betekende dat Renault nog voor Japan had moeten kiezen, terwijl Ferrari wat extra bedenktijd had. Het kwam er op neer dat de geel/blauwen drie mogelijkheden hadden, waarvan er woensdagavond twee werden gekozen. Het team had de weersvoorspelling geanalyseerd en verwachtte aan de hand daarvan dat het het hele weekend vrij koel zou blijven. Vandaar dat er banden werden gekozen die onder die omstandigheden beter zouden presteren. Helaas voor Renault was het op zaterdag een stuk warmer dan verwacht en die trend zette zich zondag voort. Dat was verre van ideaal, al is het over het algemeen beter om ’koude’ banden te hebben als het warm is dan andersom. Dat was het geval in Hongarije. Nu was er tenminste geen sprake van een crisissituatie, dat dan net niet. ,,De laatste tien dagen hebben we de voorspellingen op de voet gevolgd”, vertelde Michelins Formule 1-directeur Nick Shorrock na de race. ,,We hadden inderdaad verwacht dat het koelere weer aan zou houden. Dus we zaten er naast. Dit seizoen is het zeer belangrijk geweest om de juiste keuze te maken. Als je buiten het window viel zat je er ook meteen goed naast.” ,,De banden deden het niet slecht, maar die van de concurrent waren extreem snel. Alle lof voor Bridgestone. Over het algemeen waren we tevreden over de prestaties van onze banden. Ze reageerden zoals we dat hadden verwacht. Maar daarmee alleen win je geen races, dat heeft ook te maken met het gedrag van de auto en de coureur die er in zit. Bij Renault zat dat prima, Fernando en Giancarlo waren exceptioneel.” Er was dus best wel wat stress, maar de problemen van Schumacher waren toch wel wat groter waardoor Renault feitelijk geen moment in de problemen kwam. Uiteindelijk kwam het neer op een goede voorbereiding en niks overlaten aan het toeval. Er moesten compromissen worden gesloten. Door Director of engineering Pat Symonds in het bijzonder. Enkele dagen voor de race beviel zijn dochter in Spanje van zijn eerste kleinkind, maar Symonds stelde het eerste bezoek aan zijn kleinkind uit tot na Brazilië. Dát is pas toewijding… Na het vallen van de vlag sprak ik met Nelson en Chevrier. Nelson: ’Volgens verwachting van Engeland (en Frankrijk)’ Gedurende zijn tijd bij Renault is Alonso’s engineer, Rod Nelson, ongetwijfeld de man geweest die het dichtst bij de coureur stond. De voormalig werknemer van Arrows en Simtek kwam in 1997 bij Benetton en is sindsdien één van de sleutelfiguren geweest. Engineer en coureur brengen veel tijd met elkaar door en het is van cruciaal belang dat ze elkaar begrijpen – en niet alleen als er over de boordradio wat wordt gezegd. Naarmate de jaren vorderen wordt de relatie closer en closer.
,,Ik ben blij, enorm blij”, lachte Nelson toen het feest begon vlak nadat Alonso was gefinisht. ,,Er speelden wel wat dingetjes, maar what the hell, dat kunnen we nu allemaal vergeten.” Nelson gaf toe dat de banden Renault toch wel een doorn in het oog waren naarmate het weekend vorderde. ,,In één woord: ja! Maar het was ok. Ik had verwacht dat Fernando zou klagen over zijn auto, maar het ging allemaal wel goed. Hij was zelfs redelijk tevreden. We hebben wat gespeeld met de druk in de banden, maar al te dramatisch was het allemaal ook weer niet. Lang niet zo slecht als had verwacht althans.” Het motorprobleem speelde ook vooral op de achtergrond, al kon Nelson toch niet veel meer doen dan zijn vingers kruisen en hopen dat het goed zou gaan. Wat hij wel kon doen was er voor zorgen dat Alonso zo min mogelijk van zijn motor eiste. ,,Eerlijk gezegd, er speelde van alles. Ik heb me best wel zorgen zitten maken. Na de motorwissel op vrijdag heb ik het allemaal maar verdrongen.” ,,Fisichella reed met de E-specificatie, wij moesten het doen met de D5. De enige reden dat we dat hebben gedaan was omdat we minstens één kampioenschap wilden winnen. Moesten winnen zelfs. Maar als je er zo op terugkijkt hadden we wat meer kunnen doen, alleen hoefde Fernando dat niet. Aan de andere kant, als je kijkt naar zijn sectortijden in de race, hij was enorm snel. Ook in de tweede sector, waarin de motoren het echt zwaar hebben. Hij was echt snel.” Voor aanvang van het weekend werd er veel gesproken over de manier waarop Ferrari en Renault gebruikt zouden maken van de one-race engines en dat ze gebruik konden maken van meer high rev-ronden (zie analyse Japan). Uiteindelijk nam Alonso het risico niet. ,,Nee, we hebben er niet één ronde gebruik van gemaakt. Onze high revs rijden we onder ’Revs 7’, maar 75 procent van de race reed hij op ’Revs 2’. Bijna zo laag als het maar kon dus”, legde Nelson uit. Hoewel Schumacher er anderhalf uur lang de druk op probeerde te zetten, maakte Nelson zich niet overdreven veel zorgen. ,,We waren er vrij zeker van dat we voor Michael zouden eindigen. Hij zou vier of vijf seconden achter ons terug komen op de baan na de tweede stop en no way dat hij voorbij Fernando zou geraken. Maar hij reed echt als een kampioen, laat dat duidelijk zijn. Hij bleef er voor gaan en zijn toewijding was geweldig. Hij reed een fantastische race.” Het meest indrukwekkende was dat er in 2005 niet te overdreven gepusht hoefde te worden om te auto te blijven verbeteren. Simpel gezegd: het onderste hoefde niet uit de kan. Dit seizoen is dat een dubbel voordeel gebleken, want McLaren heeft het juist daarom misschien dit jaar niet kunnen bolwerken. Zo kun je ook zeggen dat Ferrari een voordeel had, omdat ze zich al vroeg op 2006 konden richten. Bij Renault was de balans volledig in orde. Rod is het daarmee eens: ,,Tussen augustus en december was het wat lastig voor de mannen die zich toe hebben gelegd op het ontwerpen, want we waren druk bezig met de R25 en we moesten ook de R26 zo snel mogelijk op de rails hebben staan. De feiten liegen er niet om: we hebben vijf van de eerste zes races gewonnen. De mannen op de fabriek hebben geweldig werk geleverd.” Er bestaat geen twijfel over dat het prolongeren van een titel indruk maakt. Zeker als je bedenkt dat de nieuwe motorregels (van V10 naar V8) van kracht werden, wat de prestatie alleen maar knapper maakte. ,,Het is zelfs vier op rij”, grapte hij, de constructeurstitels meetellend. ,,Dit geeft aan dat het niet alleen geluk is geweest. Het is een fantastisch team, een briljante auto. Misschien dat Bridgestone aan het einde sterk was en de overhand had, maar een seizoen gaat over achttien races.” Het is lang niet altijd makkelijk geweest, en Nelson was keihard toen de stress vat leek te krijgen op verschillende zaken. ,,Vanaf Indy hadden Fernando en ik het moeilijk. Je bent winnen gewend en dat lukt dan plotseling niet meer. Hij had er net vier op rij gewonnen en nu werd hij verslagen door zijn teammaat, die gewoon een goed weekend had. Het werd tijd om alles eens goed op een rijtje te zetten en na te denken over wat je doet en waarom. Fernando was er boos over, maar hij heeft zich er in vast gebeten en is verder gegaan.” Maar vanaf nu is de relatie tussen Alonso en Nelson verworden tot die van goede vrienden, in plaats van een team. ,,Ik zal hem zeker gaan missen. Hij is mijn link met Spanje en ik heb een Spaanse vriendin. Maar ja, het leven gaat verder.” Het lijkt logisch dat Nelson volgend seizoen gaat samenwerken met Heikki Kovalainen, maar de mogelijkheid bestaat dat hij switch naar ’Fisico’. ,,Dat staat allemaal nog niet vast. In alle eerlijkheid, Fisi is de man die bij het team blijft. Kijk naar zijn race in Interlagos. Hij was groots. Maar we moeten nog even kijken, er is nog niks besloten.” De Franse connectie Het zou te makkelijk zijn om alleen naar de Britse kant van Renault te kijken en zodoende te vergeten dat er ook nog een grote groep mensen werkt in Viry. Want in de buurt van Parijs wordt gewerkt aan de fantastische motor die dit seizoen de R26 heeft aangedreven. De man die daar de touwtjes in handen heeft is Dennis Chevrier, die successen heeft gekend bij Williams en bij het vroegere Renault-team. Zijn weekend begon niet echt denderend toen hij viel op een trede van de helling die van het paddock naar het parkeerterrein loopt, waardoor hij veel last had van zijn linkerarm. Gelukkig weerhield het hem er niet van om na de race met champagne te spuiten. ,,Dit is heel mooi natuurlijk”, zei hij. ,,Na Suzuka hadden we vandaag zoveel te verliezen en door dat gegeven kwamen we ongelofelijk onder druk te staan. Als we het kampioenschap alsnog hadden verspeeld, dan was dat echt rauw op ons dak gevallen. We hebben één van de beste rijders en het zou erg teleurstellend zijn geweest als hij geen kampioen was geworden.” ,,Hetzelfde gold eigenlijk voor de titel bij de constructeurs. We zijn er in geslaagd om onze coureurs het beste te bieden, waardoor ze erg dicht bij elkaar zaten. We hebben het hele seizoen de technische mogelijkheden gehad om beide coureurs het maximum te geven. Het zou enorm zonde zijn geweest als het kampioenschap aan onze neus voorbij was gegaan.” Net als Nelson zag ook Chevrier de toegevoegde waarde in van het winnen van twee opeenvolgende titels. ,,Dat is altijd goed, zeker omdat we twee keer een andere uitdager hadden. Dat geeft aan hoe moeilijk het is en hoe zwaar de concurrentie is geweest. Als we dezelfde uitdager opnieuw hadden verslagen, dan was het gevoel toch anders geweest. Ferrari en Michael Schumacher zijn jaren onaantastbaar geweest, dus dit voelt zeker goed.” Chevrier was het middelpunt van de discussie waarin werd besloten om Alonso’s motor te wisselen. Daar moet niet te zwaar aan worden getild, vond hij. Simpelweg omdat het was om onnodige risico’s uit te sluiten. ,,Ik kan het niet genoeg benadrukken, het was puur uit voorzorg. In welk ander geval dan ook zouden we niet wisselen. De mogelijkheid diende zich aan, dan kun je je wel voor je kop slaan als je achteraf fout zit. Na grondig inspecteren hadden we drie procent meer vertrouwen in een wissel, dus hebben we dat gedaan.” ,Er was geen serieus probleem, wel waren er wat aanwijzingen dat er iets zou kunnen gebeuren, maar omdat we niet enorm hoefden te pushen in Interlagos was het risico ook weer niet zo groot. Het was niet honderd procent normaal en we zouden de motor sowieso al niet tot het uiterste laten gaan. Maar we hadden de mogelijkheid om een andere krachtbron te gebruiken. Precies dezelfde, want er zat geen verschil tussen de specificaties. That’s it.” Chevrier bevestigde dat Alonso in de opbouw naar de race zo voorzichtig mogelijk was met wat hij verlangde van zijn motor. En inderdaad, high revs werden niet gebruikt. ,,Dat vertelde hij aan het begin van de race en hij heeft woord gehouden. Normaal gesproken maken we er wel gebruik van, maar als je het leven van een motor moet beheren neem je op een gegeven moment wel eens gas terug.” ,,Dat is bijna vanzelfsprekend, verschil was nu dat we vanaf het begin van de race zo werkten. Alleen rond de pitstops moesten we even een tandje bijschakelen en dat hebben we Fernando toen ook gezegd. We wisten hoe groot het gat met de andere coureurs was, dus wist hij precies wat hij moest doen om de concurrentie voor te blijven. Bijvoorbeeld Jenson Button.” Chevrier heeft met vele grote coureurs gewerkt, zeker als je zijn jaren bij Williams meetelt. Voor Alonso heeft hij een zwak. ,,We zullen hem zeker missen, want hij heeft enorm veel talent. Vooral op het menselijke vlak, want hij voelt zich enorm verbonden met het team. Zijn relatie met de teamleden was geweldig, mensen die zo gelukkig waren om in zijn directe nabijheid te verkeren onderschrijven dat. Kijk ook maar naar zijn houding op het podium, dan zie je de spirit van een geweldig mens.” Het was onvermijdelijk dat er in Brazilië veel aandacht uitging naar Michael Schumachers laatste race, maar het einde van de succesvolle samenwerking tussen Alonso en Renault was ook een moment waar we bij stil moeten staan. Volgend seizoen moet duidelijk worden of de Spanjaard zich bij een compleet ander team als McLaren net zo goed zal weten te nestelen. Velen hebben zo hun twijfels. Maar vergeet niet dat hetzelfde werd gezegd toen Schumacher Benetton elf jaar geleden verliet ten faveure van Ferrari, na het winnen van twee titels…
Na de race en voordat het echte feest losbarstte sprak Adam Cooper met Alonso’s race-engineer Rod Nelson en met Dennis Chevrier, hoofd van Renaults motorafdeling over het weekend in Interlagos. Uiteindelijk zag het er allemaal zo makkelijk uit, toen Alonso als tweede over de finish was gekomen in Brazilië. Het zorgde er voor dat hij het seizoen besloot met een voorsprong van dertien punten op Michael Schumacher, die de titel op basis van het meeste aantal overwinningen nog had kunnen winnen. In het constructeurskampioenschap lag het dichter bij elkaar, maar een marge van vijf punten was voor Renault meer dan genoeg voor de tweede opeenvolgende titel. Maar natuurlijk, er was heus wel spanning aan de pitmuur. Zolang Alonso bleef rijden zag het er allemaal goed uit, maar in de slotfase was er nog een klein kansje voor Schumacher. Stel dat Alonso nog uit zou vallen en Schumacher voorbij Jenson Button kon komen, dan had Felipe Massa hem heus wel voor laten gaan. Maar uiteraard, het kwam er niet van. Het resultaat was dus goed, maar zo makkelijk was het achter de schermen allemaal niet gegaan. Nog voordat de eerste vrije training begon op vrijdag had Alonso van motor gewisseld. Hij kreeg de motor van zijn reservewagen, die van dezelfde specificatie was. In zijn eigen motor zat een onderdeel dat voor gefronste wenkbrauwen zorgde na een test op de proefbank donderdag in Europa. Zin in het nemen van risico had Renault niet, dus vandaar. Het zorgde voor enig comfort, want na Monza was iedereen zich er van bewust dat er nog van alles kon gebeuren. Dan waren er nog de banden. Productieschema’s en alles wat daar bij komt kijken betekende dat Renault nog voor Japan had moeten kiezen, terwijl Ferrari wat extra bedenktijd had. Het kwam er op neer dat de geel/blauwen drie mogelijkheden hadden, waarvan er woensdagavond twee werden gekozen. Het team had de weersvoorspelling geanalyseerd en verwachtte aan de hand daarvan dat het het hele weekend vrij koel zou blijven. Vandaar dat er banden werden gekozen die onder die omstandigheden beter zouden presteren. Helaas voor Renault was het op zaterdag een stuk warmer dan verwacht en die trend zette zich zondag voort. Dat was verre van ideaal, al is het over het algemeen beter om ’koude’ banden te hebben als het warm is dan andersom. Dat was het geval in Hongarije. Nu was er tenminste geen sprake van een crisissituatie, dat dan net niet. ,,De laatste tien dagen hebben we de voorspellingen op de voet gevolgd”, vertelde Michelins Formule 1-directeur Nick Shorrock na de race. ,,We hadden inderdaad verwacht dat het koelere weer aan zou houden. Dus we zaten er naast. Dit seizoen is het zeer belangrijk geweest om de juiste keuze te maken. Als je buiten het window viel zat je er ook meteen goed naast.” ,,De banden deden het niet slecht, maar die van de concurrent waren extreem snel. Alle lof voor Bridgestone. Over het algemeen waren we tevreden over de prestaties van onze banden. Ze reageerden zoals we dat hadden verwacht. Maar daarmee alleen win je geen races, dat heeft ook te maken met het gedrag van de auto en de coureur die er in zit. Bij Renault zat dat prima, Fernando en Giancarlo waren exceptioneel.” Er was dus best wel wat stress, maar de problemen van Schumacher waren toch wel wat groter waardoor Renault feitelijk geen moment in de problemen kwam. Uiteindelijk kwam het neer op een goede voorbereiding en niks overlaten aan het toeval. Er moesten compromissen worden gesloten. Door Director of engineering Pat Symonds in het bijzonder. Enkele dagen voor de race beviel zijn dochter in Spanje van zijn eerste kleinkind, maar Symonds stelde het eerste bezoek aan zijn kleinkind uit tot na Brazilië. Dát is pas toewijding… Na het vallen van de vlag sprak ik met Nelson en Chevrier. Nelson: ’Volgens verwachting van Engeland (en Frankrijk)’ Gedurende zijn tijd bij Renault is Alonso’s engineer, Rod Nelson, ongetwijfeld de man geweest die het dichtst bij de coureur stond. De voormalig werknemer van Arrows en Simtek kwam in 1997 bij Benetton en is sindsdien één van de sleutelfiguren geweest. Engineer en coureur brengen veel tijd met elkaar door en het is van cruciaal belang dat ze elkaar begrijpen – en niet alleen als er over de boordradio wat wordt gezegd. Naarmate de jaren vorderen wordt de relatie closer en closer.
,,Ik ben blij, enorm blij”, lachte Nelson toen het feest begon vlak nadat Alonso was gefinisht. ,,Er speelden wel wat dingetjes, maar what the hell, dat kunnen we nu allemaal vergeten.” Nelson gaf toe dat de banden Renault toch wel een doorn in het oog waren naarmate het weekend vorderde. ,,In één woord: ja! Maar het was ok. Ik had verwacht dat Fernando zou klagen over zijn auto, maar het ging allemaal wel goed. Hij was zelfs redelijk tevreden. We hebben wat gespeeld met de druk in de banden, maar al te dramatisch was het allemaal ook weer niet. Lang niet zo slecht als had verwacht althans.” Het motorprobleem speelde ook vooral op de achtergrond, al kon Nelson toch niet veel meer doen dan zijn vingers kruisen en hopen dat het goed zou gaan. Wat hij wel kon doen was er voor zorgen dat Alonso zo min mogelijk van zijn motor eiste. ,,Eerlijk gezegd, er speelde van alles. Ik heb me best wel zorgen zitten maken. Na de motorwissel op vrijdag heb ik het allemaal maar verdrongen.” ,,Fisichella reed met de E-specificatie, wij moesten het doen met de D5. De enige reden dat we dat hebben gedaan was omdat we minstens één kampioenschap wilden winnen. Moesten winnen zelfs. Maar als je er zo op terugkijkt hadden we wat meer kunnen doen, alleen hoefde Fernando dat niet. Aan de andere kant, als je kijkt naar zijn sectortijden in de race, hij was enorm snel. Ook in de tweede sector, waarin de motoren het echt zwaar hebben. Hij was echt snel.” Voor aanvang van het weekend werd er veel gesproken over de manier waarop Ferrari en Renault gebruikt zouden maken van de one-race engines en dat ze gebruik konden maken van meer high rev-ronden (zie analyse Japan). Uiteindelijk nam Alonso het risico niet. ,,Nee, we hebben er niet één ronde gebruik van gemaakt. Onze high revs rijden we onder ’Revs 7’, maar 75 procent van de race reed hij op ’Revs 2’. Bijna zo laag als het maar kon dus”, legde Nelson uit. Hoewel Schumacher er anderhalf uur lang de druk op probeerde te zetten, maakte Nelson zich niet overdreven veel zorgen. ,,We waren er vrij zeker van dat we voor Michael zouden eindigen. Hij zou vier of vijf seconden achter ons terug komen op de baan na de tweede stop en no way dat hij voorbij Fernando zou geraken. Maar hij reed echt als een kampioen, laat dat duidelijk zijn. Hij bleef er voor gaan en zijn toewijding was geweldig. Hij reed een fantastische race.” Het meest indrukwekkende was dat er in 2005 niet te overdreven gepusht hoefde te worden om te auto te blijven verbeteren. Simpel gezegd: het onderste hoefde niet uit de kan. Dit seizoen is dat een dubbel voordeel gebleken, want McLaren heeft het juist daarom misschien dit jaar niet kunnen bolwerken. Zo kun je ook zeggen dat Ferrari een voordeel had, omdat ze zich al vroeg op 2006 konden richten. Bij Renault was de balans volledig in orde. Rod is het daarmee eens: ,,Tussen augustus en december was het wat lastig voor de mannen die zich toe hebben gelegd op het ontwerpen, want we waren druk bezig met de R25 en we moesten ook de R26 zo snel mogelijk op de rails hebben staan. De feiten liegen er niet om: we hebben vijf van de eerste zes races gewonnen. De mannen op de fabriek hebben geweldig werk geleverd.” Er bestaat geen twijfel over dat het prolongeren van een titel indruk maakt. Zeker als je bedenkt dat de nieuwe motorregels (van V10 naar V8) van kracht werden, wat de prestatie alleen maar knapper maakte. ,,Het is zelfs vier op rij”, grapte hij, de constructeurstitels meetellend. ,,Dit geeft aan dat het niet alleen geluk is geweest. Het is een fantastisch team, een briljante auto. Misschien dat Bridgestone aan het einde sterk was en de overhand had, maar een seizoen gaat over achttien races.” Het is lang niet altijd makkelijk geweest, en Nelson was keihard toen de stress vat leek te krijgen op verschillende zaken. ,,Vanaf Indy hadden Fernando en ik het moeilijk. Je bent winnen gewend en dat lukt dan plotseling niet meer. Hij had er net vier op rij gewonnen en nu werd hij verslagen door zijn teammaat, die gewoon een goed weekend had. Het werd tijd om alles eens goed op een rijtje te zetten en na te denken over wat je doet en waarom. Fernando was er boos over, maar hij heeft zich er in vast gebeten en is verder gegaan.” Maar vanaf nu is de relatie tussen Alonso en Nelson verworden tot die van goede vrienden, in plaats van een team. ,,Ik zal hem zeker gaan missen. Hij is mijn link met Spanje en ik heb een Spaanse vriendin. Maar ja, het leven gaat verder.” Het lijkt logisch dat Nelson volgend seizoen gaat samenwerken met Heikki Kovalainen, maar de mogelijkheid bestaat dat hij switch naar ’Fisico’. ,,Dat staat allemaal nog niet vast. In alle eerlijkheid, Fisi is de man die bij het team blijft. Kijk naar zijn race in Interlagos. Hij was groots. Maar we moeten nog even kijken, er is nog niks besloten.” De Franse connectie Het zou te makkelijk zijn om alleen naar de Britse kant van Renault te kijken en zodoende te vergeten dat er ook nog een grote groep mensen werkt in Viry. Want in de buurt van Parijs wordt gewerkt aan de fantastische motor die dit seizoen de R26 heeft aangedreven. De man die daar de touwtjes in handen heeft is Dennis Chevrier, die successen heeft gekend bij Williams en bij het vroegere Renault-team. Zijn weekend begon niet echt denderend toen hij viel op een trede van de helling die van het paddock naar het parkeerterrein loopt, waardoor hij veel last had van zijn linkerarm. Gelukkig weerhield het hem er niet van om na de race met champagne te spuiten. ,,Dit is heel mooi natuurlijk”, zei hij. ,,Na Suzuka hadden we vandaag zoveel te verliezen en door dat gegeven kwamen we ongelofelijk onder druk te staan. Als we het kampioenschap alsnog hadden verspeeld, dan was dat echt rauw op ons dak gevallen. We hebben één van de beste rijders en het zou erg teleurstellend zijn geweest als hij geen kampioen was geworden.” ,,Hetzelfde gold eigenlijk voor de titel bij de constructeurs. We zijn er in geslaagd om onze coureurs het beste te bieden, waardoor ze erg dicht bij elkaar zaten. We hebben het hele seizoen de technische mogelijkheden gehad om beide coureurs het maximum te geven. Het zou enorm zonde zijn geweest als het kampioenschap aan onze neus voorbij was gegaan.” Net als Nelson zag ook Chevrier de toegevoegde waarde in van het winnen van twee opeenvolgende titels. ,,Dat is altijd goed, zeker omdat we twee keer een andere uitdager hadden. Dat geeft aan hoe moeilijk het is en hoe zwaar de concurrentie is geweest. Als we dezelfde uitdager opnieuw hadden verslagen, dan was het gevoel toch anders geweest. Ferrari en Michael Schumacher zijn jaren onaantastbaar geweest, dus dit voelt zeker goed.” Chevrier was het middelpunt van de discussie waarin werd besloten om Alonso’s motor te wisselen. Daar moet niet te zwaar aan worden getild, vond hij. Simpelweg omdat het was om onnodige risico’s uit te sluiten. ,,Ik kan het niet genoeg benadrukken, het was puur uit voorzorg. In welk ander geval dan ook zouden we niet wisselen. De mogelijkheid diende zich aan, dan kun je je wel voor je kop slaan als je achteraf fout zit. Na grondig inspecteren hadden we drie procent meer vertrouwen in een wissel, dus hebben we dat gedaan.” ,Er was geen serieus probleem, wel waren er wat aanwijzingen dat er iets zou kunnen gebeuren, maar omdat we niet enorm hoefden te pushen in Interlagos was het risico ook weer niet zo groot. Het was niet honderd procent normaal en we zouden de motor sowieso al niet tot het uiterste laten gaan. Maar we hadden de mogelijkheid om een andere krachtbron te gebruiken. Precies dezelfde, want er zat geen verschil tussen de specificaties. That’s it.” Chevrier bevestigde dat Alonso in de opbouw naar de race zo voorzichtig mogelijk was met wat hij verlangde van zijn motor. En inderdaad, high revs werden niet gebruikt. ,,Dat vertelde hij aan het begin van de race en hij heeft woord gehouden. Normaal gesproken maken we er wel gebruik van, maar als je het leven van een motor moet beheren neem je op een gegeven moment wel eens gas terug.” ,,Dat is bijna vanzelfsprekend, verschil was nu dat we vanaf het begin van de race zo werkten. Alleen rond de pitstops moesten we even een tandje bijschakelen en dat hebben we Fernando toen ook gezegd. We wisten hoe groot het gat met de andere coureurs was, dus wist hij precies wat hij moest doen om de concurrentie voor te blijven. Bijvoorbeeld Jenson Button.” Chevrier heeft met vele grote coureurs gewerkt, zeker als je zijn jaren bij Williams meetelt. Voor Alonso heeft hij een zwak. ,,We zullen hem zeker missen, want hij heeft enorm veel talent. Vooral op het menselijke vlak, want hij voelt zich enorm verbonden met het team. Zijn relatie met de teamleden was geweldig, mensen die zo gelukkig waren om in zijn directe nabijheid te verkeren onderschrijven dat. Kijk ook maar naar zijn houding op het podium, dan zie je de spirit van een geweldig mens.” Het was onvermijdelijk dat er in Brazilië veel aandacht uitging naar Michael Schumachers laatste race, maar het einde van de succesvolle samenwerking tussen Alonso en Renault was ook een moment waar we bij stil moeten staan. Volgend seizoen moet duidelijk worden of de Spanjaard zich bij een compleet ander team als McLaren net zo goed zal weten te nestelen. Velen hebben zo hun twijfels. Maar vergeet niet dat hetzelfde werd gezegd toen Schumacher Benetton elf jaar geleden verliet ten faveure van Ferrari, na het winnen van twee titels…
Gerelateerd nieuws