Le Mans: Audi houdt geloof in zichzelf
Peugeot gooide hoge ogen door tijdens de kwalificatie onder de ‘magische grens’ van 3 minuut 20 te duiken. Ze zijn torenhoog favoriet. Desondanks geven de Audi-coureurs de moed niet op.De Audi-veteranen wekken juist de indruk te genieten van het onderlinge gevecht. Sinds hun debuut tien jaar geleden heeft de renstal uit Ingolstadt al zeven keer Le Mans gewonnen. Op zo’n dominante wijze dat je je kunt afvragen wat de fabrikant nog te bewijzen heeft. Bewijzen heeft het team niks, deelname aan Le Mans is voor hun meer dan alleen een prestigeproject. Het geeft de fabrikant kennis en inzicht om hun straatauto’s te verbeteren of zoals zij het stellen: ‘Vorsprung durch Technik’.
Audi heeft er destijds specifiek voor gekozen om af te zien van deelname aan de Formule 1. Een sport protype-programma zoals de LMP1-klasse op Le Mans geeft de engineers enorm veel vrijheid en is technisch gezien enorm interessant en uitdagend. Voor Audi is het bovendien van groot belang dat de techniek gebruikt voor de Le Mans-motoren toegepast kunnen worden op de ‘straatversies’. De introductie van de R10 diesel sportcar in 2006 is Audi’s meest recente paradepaardje. Ze schreven geschiedenis door in 2006 voor het eerst met een diesel de 24 uur van Le Mans te winnen.
Het mooie van die motor (650 pk) is dat die zo ontworpen is dat die veel minder benzine gebruikt dan een vergelijkbare injectiemotor. Met als gevolg dat er minder CO2-uitstoot is. De benzine die Audi gebruikt is eveneens baanbrekend. Benzinepartner Shell heeft hun V-Power Diesel racebrandstof gemengd met BTL-brandstof (Biomass to Liquids). Het is de eerste keer dat een biobrandstof van de tweede generatie op de 24-uurs race van Le Mans wordt gebruikt. Dr. Wolfgang Ullrich, motorsport chef van Audi: ,,Cruciaal voor het succes van de Audi R10 TDI op Le Mans is te zorgen dat we de juiste brandstof hebben om de auto meer vermogen gedurende een langere periode te geven.”
Ondermeer door die benzinebesparing denkt Audi het gevecht met de snellere Peugeot aan te kunnen. Allan McNish, samen met Tom Kristensen en Rinaldo Capello bestuurder van de nummer 2 Audi, heeft er een goed gevoel over. ,,Er ligt meer druk op Peugeot dan op ons, omdat het voor hun de eerste kan worden dat ze Le Mans winnen. Wij gaan daarentegen voor het eerst de race in als underdogs en dat is ook wel eens fijn.”
McNish benadrukt bovendien dat men zich niet teveel moet blindstaren op Peugeots kwalificatietijd. ,,Goed, ze zijn snel over één rondje, maar daar win je de race nog niet mee. Daar komt strategie, kennis en precisie bij kijken. Wij hebben daar ervaring mee: wij weten hoe we Le Mans moeten winnen.”
Toch geeft McNish toe dat extreme weersomstandigheden Audi wel een beetje kan helpen. ,,Ik denk dat ik vlak voor de race nog even een Schots regendansje doe: in de regen zijn wij namelijk veel competitiever.” Voor Tom Kristensen hoeft niet per se te regenen. Extreem warm is ook goed wat hem betreft: ,,Wij rijden met een open auto, veel last zullen wij er dan niet van hebben. De Peugeot-coureurs daarentegen zullen het in dat geval – met hun dichte auto – wel zwaar krijgen.”
De zevenvoudig Le Mans-winnaar begrijpt de interesse voor het duel tussen Peugeot en Audi, maar volgens hem wordt de Franse fabrikant teveel kansen toegedicht. ,,De race moet nog beginnen. Voor hen is het geweldig dat ze van pole vertrekken, maar op maandag telt dat niet meer. Wie weet er nu nog wie er vorig jaar van poleposition vertrok? Het gaat om het resultaat op zondag, de rest is onbelangrijk.”
Gerelateerd nieuws