Niemand wil het zijn, maar hij is er altijd geweest en zal er ook altijd blijven: de tweede coureur van het team, de secondant, de ruggensteun.
Het is een rol die – vraag het maar eens aan Valtteri Bottas of Sergio Pérez – een coureur meestal tegen wil en dank vervult, maar als je teamgenoot simpelweg sneller is dan heb je eigenlijk geen keuze. Voor FORMULE 1 Magazine zetten we een aantal iconische tweetallen op een rij.
Valtteri Bottas vs Lewis Hamilton (Jaren: 5 – Zeges: 10/50)
Wingman. Mocht je ooit Valtteri Bottas tegenkomen, noem ‘m dan nooit wingman. De coureur van Alfa Romeo debuteerde in 2013 bij Williams en bleek daar – na een aarzelende start – het gaspedaal aardig te kunnen vinden. Zijn negen podiums vormden de ideale sollicitatie toen bij Mercedes eind 2016 het stoeltje van Nico Rosberg vrij kwam. Bottas werd gekoppeld aan Lewis Hamilton, op dat moment drievoudig wereldkampioen en de absolute oogappel van het team. De Fin had direct kunnen weten dat het binnen Mercedes nooit echt om hem zou draaien. In hetzelfde persbericht waarin Bottas werd aangekondigd en hijzelf sprak over zoveel mogelijk overwinningen pakken, bezigde Toto Wolff woorden als ‘die bescheiden jongen’ en ‘teamspeler’. Daarmee plaatste de teambaas meteen, maar wat piketpaaltjes waar het ging om de hiërarchie binnen zijn team. Hamilton was en bleef nummer 1. Dat werd een jaar later bevestigd toen Wolff Bottas na de GP van Hongarije de ideale wingman van Hamilton noemde. Weliswaar zwakte de Oostenrijker die woorden later weer wat af, maar twee maanden later volgde de definitieve doodsteek voor Bottas’ kampioensaspiraties. Hij had zich in Sotsji naar pole gereden en leidde ook de race, voor Hamilton op P2. Die laatste had in het kampioenschap een marge van veertig punten op Sebastian Vettel, maar om zijn voorsprong te vergroten, besloot Mercedes de posities op de baan te wisselen en Hamilton de zege te gunnen. Aan chef strategie James Vowles de taak om dat Bottas duidelijk te maken. Vowles begon zijn slecht-nieuwsverhaal met de inmiddels beroemde woorden: “Valtteri, it’s James…” Bottas was na afloop zwaar teleurgesteld over die teamorder. Het begon hem die dag te dagen dat hij nooit nummer 1 zou zijn: “Ik realiseerde me ‘oké, mijn rol is nu eigenlijk alleen nog maar helpen’ en dat kon ik niet echt verwerken.”
Mark Webber vs Sebastian Vettel (Jaren: 5 – Zeges: 9/38)
Als er ooit een moment was waarop het Mark Webber duidelijk werd dat hij de tweede viool speelde bij Red Bull Racing, dan was dat na de derde vrije training voor de Grand Prix van Engeland in 2010. Red Bull had een nieuw type voorvleugel meegenomen naar Silverstone, waarvan beide coureurs er één tot hun beschikking hadden, maar Vettel beschadigde de zijne in de laatste vrije training. Op voorspraak van teambaas Christian Homer werd het enige andere exemplaar van de auto van Webber geschroefd en op die van Vettel gemonteerd. Dit gebeurde, zo vertelde Homer, “op basis van de positie in het wereldkampioenschap, de prestatie in de trainingen en de feedback van de coureurs”. Maar Vettel stond slechts twaalf punten voor op Webber en pas sinds de voorgaande race was Vettel zijn teamgenoot voorbij in het tussen klassement. Webber was ziedend. De volgende dag reed hij de race van zijn leven en won hij de Grand Prix van Engeland. De boodschap die hij over de boordradio sprak werd beroemd: “Niet slecht voor een tweede rijder, nietwaar?” Het was Webber op z’n best, maar feit is dat de Australiër het in een rechtstreekse confrontatie meestal moet afleggen tegen Vettel. De verhouding tussen de twee stond in 2010 toch al op scherp na een incident in Turkije. Webber leidde die race van poleposition en kreeg in de veertigste ronde de opdracht over te schakelen naar een zuiniger brandstofprogramma. Het gaf Vettel de gelegenheid zijn teamgenoot aan te vallen, wat resulteerde in een aanrijding die Vettel de zege opleverde ten koste van Webber.
(Tekst gaat verder onder afbeelding)
Felipe Massa vs Fernando Alonso (Jaren: 4 – Zeges: 0/11)
Twee weken na het incident tussen Webber en Vettel op Silverstone in 2010 was het bij de race in Duitsland Ferrari dat op niet mis te verstane wijze teamorders uitvaardigde. Felipe Massa leidde toen zijn engineer Rob Smedley de nauwelijks verholen opdracht gaf om Fernando Alonso voorbij te laten. “Fernando is sneller, heb je dat begrepen?” Massa had het begrepen, maar hield in elk geval nog een deel van de eer aan zichzelf door zijn teamgenoot op zeer opzichtige wijze de ruimte te geven. Zo wist iedereen dat het een instructie van hogerhand was. Het was een jaar nadat Massa door een ongeluk op de Hungaroring de helft van het seizoen had gemist en er was na zijn terugkeer weinig twijfel over wie Ferrari aan de wereldtitel moest helpen. De incidenten tussen Vettel en Webber en de nog duidelijkere teamorder bij Ferrari zorgden wel voor vragen aan het adres van de FIA, die in 2002 een officieel verbod op teamorders had ingesteld, nadat Barrichello op de rem moest voor Schumacher. Ook bij Ferrari. Het autosportorgaan concludeerde dat massaal de hand ermee werd gelicht en kon niets beters verzinnen dan de regel dan maar helemaal af te schaffen. Ferrari werd desondanks steeds geniepiger met zijn teamorders, omdat je er bepaald niet de populariteitspolls mee wint. In 2012 werd Massa bij de Grand Prix van Amerika teruggezet op de startopstelling omdat het team aan zijn versnellingsbak had gewerkt, waarmee niets mis bleek te zijn. Door de vijf plaatsen straf die het foefje opleverde, schoof Alonso welgeteld één plekje op. Massa’s loyaliteit werd altijd zeer op prijs gesteld. Vandaar dat hij, ondanks prestaties die in het niet vallen bij Alonso, tot eind 2013 bij Ferrari mocht blijven.
(Tekst gaat verder onder afbeelding)
Gerhard Berger vs Ayrton Senna (Jaren: 3 – Zeges: 3/16)
Drie jaar lang, tussen 1990 en 1992, vormden ze een onafscheidelijke tandem bij McLaren. Gerhard Berger wist wat zijn plaats was toen hij aan het eind van 1989 zijn handtekening onder het contract zette. Alain Prost en Ayrton Senna samen in een team, dat ging niet langer, en dus moesten de Fransman en de Braziliaan hun vete voortaan maar in twee verschillende auto’s uitvechten. McLaren-baas Ron Dennis wilde rust in de tent en een tweede coureur waar hij van op aan kon. Prost nam de wijk naar Ferrari, waar Berger vandaan kwam. Berger meende bij zijn aanstelling dat hij gelijkwaardig materiaal en gelijke kansen zou krijgen als Senna, maar al snel merkte hij dat de praktijk anders was. De McLaren MP4/5B was een doorontwikkeling van de auto van het voorgaande jaar en die was ontworpen voor Senna en Prost. Nu was Berger niet direct een reus, maar vergeleken bij die twee was hij wel flink uit de kluiten gewassen. Ergo: hij paste maar net in de auto en trachtte dit nadeel te compenseren met een agressieve rijstijl, die hem meer spins dan punten opleverde.
(Tekst gaat verder onder afbeelding)
Hoewel McLaren de auto gaandeweg het seizoen aan Bergers wensen aanpaste, was het kwaad al geschied: Senna werd kampioen en herhaalde dat in 1991. Pas in 1992, toen Senna noch Berger opgewassen was tegen de dominantie van Williams, kon Berger in de buurt blijven van zijn illustere teamgenoot. “We hadden een uitstekende verstandhouding”, vertelde de Oostenrijker jaren later. “Ik kwam bij McLaren in de wetenschap dat hij goed was, maar ik was vastbesloten hem te verslaan. Pas daarna ontdekte ik hoe goed hij werkelijk was. Ayrton was simpelweg onverslaanbaar.”
Deze longread verscheen in FORMULE 1 Magazine 05. Deze ligt nu in de winkel. In deze extra dikke Classic Special boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews over 100 jaar Grand Prix-racing. Met onder meer:
- De allereerste overwinning van Ayrton Senna
- Het Formule 1-avontuur van Jan Lammers
- James Hunt: de laatste playboy racer
- Reportage: bad boys in de Formule 1
- Exclusief interview met Jacky Ickx
- Foto’s: De mooiste liveries door de jaren heen
- Reportage: De horrorcrash van Jackie Stewart
- Eregalerij: de mooiste foto’s van de grootste kampioen