François Cevert had alles: de looks van een halfgod, hij reed voor een topteam, was Grand Prix-winnaar, een toekomstig wereldkampioen. Hij was de kroonprins, de beoogde opvolger van Jackie Stewart. Tot op een zaterdagochtend op Watkins Glen. Een longread over de man die vijftig jaar geleden om het leven kwam.
Een halve eeuw geleden was de Formule 1 nog niet zo alom aanwezig in de media als tegenwoordig. Er waren nog maar twee televisienetten in Nederland, die alleen ‘s avonds uitzonden, en op woensdag- en zaterdagmiddag wat kinderprogramma’s. Live-uitzendingen van races bestonden nog niet. Althans niet in Nederland. Als prille Formule 1-fan was ik aangewezen op Studio Sport, waarin soms helemaal aan het eind een ultrakorte samenvatting van een Grand Prix te zien was.
Af en toe kwam de Formule 1 in het Journaal, maar dan wist je meteen dat er weer iemand dood was. Zoals op 6 oktober 1973. Ik hoor de stem van nieuwslezer Rien Huizing nu nog. ‘Autosport. Bij de trainingen voor de Grand Prix van Amerika op het circuit van Watkins Glen is de Franse autocoureur François Cevert om het leven gekomen. Cevert werd negenentwintig jaar.’
Oorlog
In 1905 vluchtte Charles Goldenberg met zijn ouders uit Rusland voor de vele pogroms. In Parijs werd hij een welgestelde juwelier. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij ondergedoken bij de achttien jaar jongere Huguette Cevert, die hij kort voor de oorlog had leren kennen. De kinderen die in die tijd werden geboren, kregen begrijpelijkerwijs de naam van hun moeder. Na de oorlog zal de oudste zoon de zaak overnemen. Een tweede zoon moet concertpianist worden. François blijkt inderdaad een begaafd pianist, maar sinds hij de auto van zijn vader heeft mogen besturen op weg naar huis, denkt hij alleen nog maar aan racen.
Papa vindt het maar niks. Racen is iets voor roekeloze playboys, François moet naar de diamantschool in Antwerpen. Een ontmoeting met Nanou, een jonge, getrouwde vrouw, brengt verandering. Zij wil ook autocoureur worden. Ze gaan het samen doen. Zij betaalt. Op de cursus krijgt Nanou al snel een advies: ‘Mevrouw houd uw geld op zak, want hoe snel u ook zult rijden, om een winnaar te worden mist u iets tussen uw benen.’ Andere tijden.
Helderziende
Maar die jongen die ze bij zich heeft, moet zo snel mogelijk meedoen aan de Volant Shell! De Volant Shell is een talentenprogramma voor jonge coureurs, om het Franse racen een boost te geven. Nanou raadpleegt een helderziende, die voorspelt dat hij de talentenjacht zal winnen. Ze voorziet nog veel meer succes, maar schrikt dan en zegt dat hij zijn dertigste verjaardag niet zal vieren. François wuift het hele verhaal weg: tegen de tijd dat hij dertig is, is hij allang wereldkampioen. In 1966 wint François Cevert de Volant Shell.
De hoofdprijs is een Alpine Formule 3-auto. In 1967 reist Cevert, samen met Nanou en zus Jacqueline de circuits af: Barcelona, Nogaro, Magny-Cours, Pau. Geen cent te makken. De Beatles op de radio en een barrel van een auto op de trailer. Soms moeten ze na een klapband midden in de nacht op zoek naar een Austin om er een wiel onder vandaan te stelen. Alleen zo’n wiel past onder de trailer. Aanmodderen. Rijke vaders van vriendjes uit de buurt willen wel wat bijdragen aan een betere auto, een Tecno.
Debuut Zandvoort
In 1968 wordt hij Frans Formule 3-kampioen. Zijn ster is rijzende. In 1969 verslaat hij in Reims zelfs Jackie Stewart in een Formule 2-race.
Wanneer Formule 1 teambaas Ken Tyrrell in 1970 een vervanger zoekt voor de geblesseerd afgehaakte Johnny Servoz-Gavin, wijst Stewart hem op Cevert. Tyrrell aarzelt. De jonge Fransman voldoet volgens hem niet echt aan het profiel van een Formule 1-coureur; hij is te vrolijk, te mooi en te gelukkig. Maar als hij Cevert ziet racen is hij om. Op Zandvoort maakt Cevert zijn debuut in de Formule 1.
Cevert leert het vak van zijn teamgenoot Jackie Stewart. Stewart, onbetwist de beste coureur van zijn generatie, leert hem vloeiend racen, de auto afstellen; ieder detail wordt uitvoerig doorgesproken. Met succes. In 1971 wordt Stewart met overmacht kampioen, en steeds vaker volgt Cevert in zijn spoor.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Terwijl Stewart wint, trekt Cevert alle aandacht. Met zijn knappe verschijning doet hij het goed in de snel groeiende media. Hij past perfect bij de droomwensen van zijn tijd, die gaan over luxe, avontuur en seksuele vrijheid. Hij staat net zo makkelijk tussen de royalties in de Paris Match, als naast de Rolling Stones en Charles Aznavour in de popblaadjes. Welke vrouw valt niet voor hem? Is hij nu toch die playboyracer geworden, die zijn vader zo verafschuwde? Zijn vader vindt het echter geweldig. In ieder restaurant in Parijs wordt meteen voor hen plaatsgemaakt, dat was dertig jaar eerder wel anders.
Sekssymbool
Op een autosalon wordt Cevert gesignaleerd met sekssymbool Brigitte Bardot. Beide gestoken in lange bontmantels, glaasje champagne in de hand. Aan het eind van het seizoen wint Cevert zijn eerste Grand Prix, in Amerika op Watkins Glen. Het leven is één groot feest.
In 1972 gaat het feest vrolijk verder, al wordt er op het circuit minder gewonnen. De John Player Specials van Lotus stelen de show en Emerson Fittipaldi wordt kampioen. Maar op Watkins Glen, de race met de grootste prijzenpot van het jaar, zegevieren de Tyrrells, Stewart voor Cevert.
Het is de opmaat naar 1973, waarin de Tyrrells opnieuw domineren. Stewart, die in het geheim al besloten heeft dat het zijn laatste jaar in de Formule 1 zal zijn, boekt vijf zeges. Vaak met Cevert in zijn spoor. Zo ook op Zandvoort. Daar zie ik hem in de zomer van 1973 racen, achter Stewart. Het is mijn eerste Formule 1-race. Cevert valt mij op, omdat hij op bijna dezelfde dag jarig is als ik – zulke dingen tellen als je elf bent. Mijn zus is verrukt over zijn portret in het programmaboekje: ‘Wat een knappe vent!’
Loyaliteit Cevert
Cevert is het grote talent, hij is de toekomstige kampioen, bovendien loyaal aan zijn leermeester. Loyaliteit was bij ons thuis misschien wel de belangrijkste eigenschap. Volgens Stewart had Cevert in 1973 gemakkelijk een paar races kunnen winnen, waaronder die op Zandvoort, maar trouw hielp hij zijn illustere teamgenoot aan de titel. ‘Zo lang jij er bent, heb ik vrede met een tweede plaats’, lachte de kroonprins hem toe.
Natuurlijk werd die wedstrijd op Zandvoort ontsierd door het fatale ongeluk van Roger Williamson. De overweldigende energie, het brute lawaai, de snelheid en de schoonheid van de race zelf hadden mij echter voorgoed de Formule 1 ingetrokken. De dood hoorde erbij, hoeveel pijn dat van binnen ook deed. Vijftig jaar later kunnen we ons dit echt niet meer voorstellen.
Crash met Scheckter
In Monza stelt Stewart zijn derde titel veilig. Er zijn nog twee races te gaan. In Canada crasht Cevert met wildebras Jody Scheckter. Hij raakt geblesseerd aan zijn enkel. Wanneer ze de volgende dag de Niagara Falls bezoeken draagt Stewart Cevert de hele trip op zijn rug. In de twee weken voor de race in Amerika verblijft hij met Stewart en diens vrouw Helen in een hotel op de Bermuda’s. Zwemmen, pianospelen. Nog steeds weten de andere twee niet dat Stewart na deze race, het wordt zijn honderdste, zal stoppen. Al hebben ze natuurlijk wel een vermoeden en maken ze er voortdurend grapjes over.
Het is een gelukkige tijd. Het blijkt een afscheid. Op zaterdagochtend op Watkins Glen, op jacht naar de snelste trainingstijd, vliegt de Tyrrell van Cevert om onbekende oorzaak in de snelle Esses bergop van de baan. Hij kleunt rechts tegen de vangrail, vliegt diagonaal de baan over en slaat dan ondersteboven op de vangrail aan de overzijde. De rail scheurt, auto en coureur worden gruwelijk uiteengereten. Formule 1 in de jaren zeventig. Het hele circus is van slag. De kroonprins, te vrolijk, te gelukkig…
Tranen over de wangen
Stewart probeert nog te achterhalen wat er gebeurd is. Hij kan niet anders concluderen dan dat Cevert een fout heeft gemaakt. Team Tyrrell trekt zich terug voor de race van zondag, die gewoon doorgaat. Een paar dagen later maakt Stewart zijn afscheid van de racerij bekend.
Die zaterdagmiddag 6 oktober zet Charles Goldenberg in Parijs zijn televisie aan om het laatste nieuws te vernemen over de oorlog die is uitgebroken in Israël. Het eerste nieuws gaat echter over zijn zoon. ’s Avonds kijk ik niets vermoedend naar het Journaal. Als de nieuwslezer het bericht droogjes opleest, zinkt mijn hart, bijna letterlijk, een meter naar beneden. volgende ochtend komt mijn zus langs: ‘Heb je het al gehoord van Cevert?’ Ik knik en dan stromen de tranen over mijn wangen.
Ieder jaar denk ik eraan terug, en besef ik welk een groot goed het is dat dit soort wreedheid nagenoeg is uitgebannen in de Formule 1.
Bekijk hier alvast de volledige F1-kalender voor 2024
Nieuwe editie
Het dubbeldikke ‘Jaar van Max’ (132 pagina’s!) van FORMULE 1 Magazine ligt NU in de winkel (of bij je thuis als abonnee). Het blad is ook digitaal te lezen en te bestellen, met gratis bezorging in heel Nederland. Geniet van boeiende interviews, achtergronden en reportages vanuit de paddock, van historische verhalen, scherpe columns, schitterende fotografie en nog veel meer. In dit nummer onder andere:
- Openhartig gesprek met Max: ‘Sportief succes bepaalt niet mijn hele leven’
- Exclusief interview: Jos Verstappen over pieken en dalen
- Op bezoek bij Jens Munser: Zo wordt Max’ helm gespoten
- Interview met Nico de Jong, het brein van Verstappen.com
- Fotoreportage: Het jaar van Max door de lens van Peter van Egmond
- Doe mee en win: De grote F1 fotoquiz met prachtige prijzen
- Extra: dubbelzijdige megaposter Max met de kalender van 2024
- Win gesigneerde F1-boeken en de EA Sports F1 Game 2023
- Alles over de laatste twee GP’s van 2023 in Las Vegas & Abu Dhabi en nog veel meer!