Jan Lammers staat deze week vol in de schijnwerpers als directeur sportief van de Dutch GP in Zandvoort. Vierenveertig jaar geleden waren ook alle ogen op de Zandvoorter gericht, toen vanwege zijn allereerste Formule 1-race, in Buenos Aires 1979. FORMULE 1 Magazine ging met Jan Lammers terug in de tijd naar de dag van een onvergetelijk debuut.
Onderstaand verhaal verscheen eerder in de Classic Special van FORMULE 1 Magazine.
Tekst: Nando Boers
In de winter van 1979 vliegen Jan Lammers en zijn manager Gerard van der Storm afzonderlijk naar Argentinië voor Lammers’ Grand Prix debuut. Het is het begin van een moeizaam jaar en een moeizame Formule 1-carrière die nooit goed van de grond zal komen. Lammers en Van der Storm, hoewel totaal verschillend van karakter, hadden die tijd niettemin nooit willen missen. Vierenveertig jaar terug in de tijd, naar Buenos Aires, 21 januari 1979.
Het is onbedaarlijk warm. Stervensheet zo gezegd. Gerard van der Storm is net in een taxi gestapt en hij vervloekt het pak dat hij draagt. God wat een hitte. Circuito, zegt hij tegen de Argentijnse chauffeur terwijl hij de koffers in de achterbak kiepert. Verder reikt zijn Spaans niet in die dagen.
Hij ziet onderweg veel militaire politie op straat. Hij weet dat er een dictatoriaal regime de macht heeft in het Zuid-Amerikaanse land. Angstaanjagend, vindt Van der Storm het. Een ander woord kan hij er niet voor vinden.
Lees ook: Max Verstappen bezig met opzetten van eigen raceteam
Ook hij weet natuurlijk van de protestacties die in Nederland een half jaar eerder zijn opgelaaid toen het Nederlands elftal zich voorbereidde op het wereldkampioenschap voetbal van 1978. Maar, denkt hij, als de internationale autosportbond de race hier heeft goedgekeurd, zal het wel best zijn. Bovendien, een politiek getinte mening kun je er niet op nahouden,want als Lammers de eerste race om het wereldkampioenschap van 1979 zou boycotten, zet die Don Nicols zo een ander in één van zijn twee racewagens. Daarom kun je in de sport maar beter alle geloofsovertuigingen overboord zetten, meent Van der Storm. “Als je met sport bezig bent, moet je ook doen wat die sport van je verlangt”, zal hij later zeggen op zijn kantoor in de haven van Delft.
Jan Lammers, 22 en al scheurend in rijdende benzinebommen
Hij stapt uit bij de ingang van het circuit. Hij is moe. Niet alleen is er een hoop gedonder geweest over de af te sluiten verzekering van tachtigduizend dollar mocht Lammers door lichamelijk letsel niet in staat zijn te racen (Samson moet dan wel doorbetalen aan Shadow terwijl de reclamecampagne op slag waardeloos is geworden), Van der Storm is ook bekaf van de lange reis en van de spanningen met zijn vliegangst om te gaan. Hij zit ook in over Jan Lammers. Pas 22 jaar en nu al scheurend in die rijdende benzinebommen. Hij heeft er al zoveel zien gaan vanaf de dagen in 1958 dat hij in Zandvoort rondliep. Hij voelt zich verantwoordelijk, want Jan is als een zoon voor hem, terwijl ze nog geen tien jaar schelen.
Als Van der Storm voor het eerst het circuit op wandelt, weet Lammers de weg daar al lang en breed. Hij is er bovendien begin december al eens geweest toen hij had vernomen dat er testritten waren en besloot al eerder naar Buenos Aires te reizen. Moe, afgetraind en mager als een lat, beschrijft De Telegraaf Lammers voor vertrek naar Buenos Aires. Het ‘broekie van 22 dat er uitziet als zestien’ (Lammers’ eigen woorden 25 jaar later) vertelt het dagblad weken in de duinen te hebben gerend en aan de gewichten te hebben ‘gesjord’. “Het moet maar kunnen nu”, antwoordt hij op de vraag of hij denkt lichamelijk klaar voor de strijd te zijn. Hij heeft ook verscheidene sessies achter de rug met Ron Nansink, karatespecialist te Zandvoort.
Ze zijn van ver gekomen, Lammers en Van der Storm. Het begon voor hen drie zomers eerder, in 1976. Lammers werkte als jong mannetje op de slipschool van Rob Slotemaker en Van der Storm reed voor fun met Opel Ascona’s. Bovendien was hij als directeur van het Haarlemse kantoor van de hypotheekbank Westland/Utrecht sponsor van een aantal teams. Van der Storm kwam Slotemaker zodoende geregeld tegen en hij kreeg dan de vip-behandeling van Slotemaker. Hij voelde zich er al net zo thuis als Lammers. “En waar Rob was, was ik”, zegt Lammers. “En andersom.”
In de herinnering van Van der Storm vraagt Lammers hem te helpen een plek in de Formule 3 te bemachtigen. Ik heb nul ervaring, krijgt Lammers te horen. Maar dat betekent niet dat Van der Storm een afwachtende houding aanneemt. In tegendeel. Lammers ziet een man aan het werk die zich ‘vastbijt’ in het project en perfectionistisch is tot op het bot. Van der Storm stort zich op de uitdaging met een voor Lammers haast onvoorstelbaar verantwoordelijkheidsgevoel.
Jan Lammers debuteert in 1977 bij Hawke en wint in 1978 rijdend voor Racing Team Holland het Europees kampioenschap Formule 3. Rob Slotemaker is vaak toeschouwer bij de races. Tegen het einde van het successeizoen vervult Slotemaker een kleine, maar erg belangrijke rol als de onderhandelingen met het Formule 1-team van Shadow in een beslissende fase zijn beland.
Een ex-CIA-agent, zo gaat het verhaal
In de Formule 3 is Jan Lammers goed op dreef en hij heeft aangegeven de stap te willen maken naar de Formule 1. Op Brands Hatch vindt de eerste ontmoeting plaats en een paar weken later zitten Lammers en Van der Storm aan tafel met een lange, oude man die het liefst in het zwart gekleed gaat. Hij draagt een baard. Ex-CIA-agent, zo gaat het verhaal. “Nicols was relaxed en heel Amerikaans”, herinnert Lammers zich die eerste ontmoetingen. “Rustig. Hij bekeek de Formule 1 van een afstand.”
Tijdens de Grand Prix van Italië is er een volgende ontmoeting. Er ligt een concept op tafel. Achthonderdduizend dollar voor een jaar, 100.000 dollar aan te betalen voor 1 november 1979. Lammers pakt het contract van tafel en bladert het eens door. Hij denkt: vroeger had mijn moeder niet eens 85 cent voor me als het sneeuwde en ik met de bus naar school moest. Blakend van vertrouwen zegt hij dat het allemaal wel goed zit en hij vraag aan Nicols: waar kan ik tekenen? Van der Storm zegt niets, omdat het erg onprofessioneel overkomt als je onderling gaat discussiëren. De Koning van de Spontaniteit heeft even de overhand.
Kortom: Lammers zet zijn handtekening. “De dottertechniek was toen nog niet bekend, maar Gerards hart zal wel dicht geslibd zijn op dat moment, want die zat naast me een partij te hyperventileren, te imploderen.”
Slotemakers boot heet even Jantje Samson Lammers
Gelukkig kan Van der Storm nog wat bijspijkeren aan het officiële contract. Dat gebeurt op zondagmiddag, vlak voor de race. Niet veel later is het feest op Slotemakers boot. De aanbetaling is op tijd binnen door toedoen van Slotemakers borgstelling (Van der Storm: ‘Ontzettend lief van Rob’. Lammers: ‘Rob liep van ons drietjes het meeste risico, want hij had het geld ook echt’) en de sponsor die zou opduiken als de eerste berichten in de krant zouden staan is tabakfabrikant Samson uit Groningen. Slotemakers boot heet in november voor even de Jantje Samson Lammers. Te lelijk om over na te denken vindt Lammers nog altijd, maar het effect is er niet minder om. In het bijzijn van Nicols flitsen de camera’s.
Op 19 januari 1979 beginnen de vrije trainingen van de Grand Prix van Argentinië. Het zijn de eerste officiële meters van Jan Lammers als Formule 1-coureur. Het gevoel is overweldigend. Hier ben ik, ik ben er. Nicols doet mee aan de euforie. Hij vertelt de media dat Jan in de toekomst races voor Shadow gaat winnen. Lammers daarentegen is voorlopig al blij als hij de Shadow-Ford DN/9-B al weet te kwalificeren voor de race. En als dat is gelukt hoopt hij de race uit te kunnen rijden. Dat lijkt hem al heel wat.
Maar lange sessies in de Shadow zijn wel wat anders dan ritjes in de Formule 3-wagen van Ralt. Lammers heeft moeite, zo vertelt hij meegereisde Nederlandse journalisten, zijn lichaam bij elkaar te houden door de hoge acceleratiesnelheid en superremmen die in de Formule 1 worden gebruikt. Bovendien is het zoals gezegd een bakoven.
Daarnaast heeft Van der Storm al rap in de gaten dat die andere debutant meer aandacht krijgt dan Lammers. De twintigjarige Elio de Angelis, zoon van een steenrijke vader, heeft een streepje voor. “Geld spreekt dezelfde taal”, klinkt het nog altijd een beetje beteuterd. Maar Lammers zegt tegen Van der Storm dat hij zich er nu niet over moet opwinden, en dat er in Engeland op de fabriek wel over gesproken gaat worden.
Op zondag is dat gevoel bij Van der Storm er nog altijd. Lammers begint de race vanaf plaats 21, De Angelis staat ver voor hem: zestiende – precies een seconde sneller in de kwalificatie. Hij loopt naar Lammers toe op de grid. Bloednerveus is hij. Zo gespannen dat hij zich later voorafgaande aan races meestal niet meer zal laten zien. “En Jan, die zat daar in die wagen alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Hij leek alles te vergeten. Poeprustig, niet uit het veld te slaan en hij maar mij proberen te kalmeren. Ik schaamde me rot, donder op joh, niet normaal. Komt allemaal goed Van der Storm, zei hij nog.”
Jan Lammers is niet helemaal een blok ijs
Toch is Lammers niet helemaal een blok ijs. Hij geeft toe in die dagen best geïntimideerd te zijn door de Formule 1. Maar nu staat hij daar in Buenos Aires, tussen de grote jongens, op de startopstelling zelfs voor Niki Lauda, tweevoudig wereldkampioen voor Ferrari, opgestaan uit de dood. Niet dat hij ooit maar fan is geweest van een andere sporter, maar Lauda, die problemen had gekend in de trainingen met zijn Braham-Alfa Romeo en als 23ste van start mag, dat was toch wel een ‘magische man’ voor Lammers. “Lauda was niet zo’n idiote racegek en dat vond ik wel mooi. Pragmatisch, recht door zee. Vrij van enig theater. Moet vaak denken aan Silverstone 2002 toen hij teambaas was van Jaguar en Cosworth en die problemen bij Arrows ontstonden over betaling van de motoren. ‘Ze hebben betaald, ze kunnen rijden’, was het enige dat hij zei na dat crisisoverleg. Heerlijk.”
Verwachtingen voor de race? Tevreden als hij de finish kan halen.
Bijna gaat het mis voor hem als de wagens vertrekken en vooraan een chaos ontstaat: zeven auto’s knallen op elkaar en met moeite weet Lammers al zigzaggend de brokstukken te omzeilen. Van der Storm sterft een paar minuten lang duizend doden, totdat teammanager Jo Ramirez hem vertelt dat er niets aan de hand is. Nelson Piquet (Brabham Alfa-Romeo) en de latere wereldkampioen Jody Scheckter (Ferrari) hebben dusdanig letsel dat de doktor hen verbiedt aan de herstart deel te nemen. Als de wagens 75 minuten later wederom op de eerste bocht afstormen gaat alles goed.
Na 42 ronden is de pret over voor Lammers: gebroken aandrijfas. Gelukkig heeft een baanpost een fles water voor hem. Hij beseft dan pas hoe heet het was en hoeveel dorst hij heeft. Hij lag elfde. “Ik kon wel janken”, zegt Van der Storm.
Lammers teamgenoot De Angelis is knap als zevende geëindigd en zal hem het hele verdere jaar aftroeven, met als hoogtepunt een vierde plaats in Watkins Glen. Uiteindelijk wint hij nog twee races in een Lotus (Oostenrijk 1982 en San Marino 1985) voordat hij in 1986 tijdens een testrit in de vlammen sterft van de laag uitgesneden Brabham-BMW.
Lees ook: Longread: Jacky Ickx ging tot limieten die je niet voor mogelijk hield
Jan Lammers komt in 1979 in de langzame Shadow nooit verder dan een negende plaats in Canada – zijn beste prestatie uit zijn gehele Formule 1-loopbaan. Lammers, een paar dagen na zijn debuut in De Telegraaf: ‘Als Elio als een gek wil gaan, dan doet hij dat maar. Ik zoek liever langzaam de grens op. Als ik nu al meteen op de limiet zou rijden, heb ik kans dat ik door mijn gebrek aan ervaring van de baan schuif. En ik heb geen zin om als een tomaatje op de vangrail uiteen te spatten’.
Veel gelukkiger dan op 21 januari 1979 zal Jan Lammers niet worden in een Formule 1-wagen. Hoogtepunten zijn op de vingers van één hand te tellen zoals de vierde startpositie in Long Beach 1980 en na een paar seizoenen is de Formule 1-loopbaan voorbij, om nog een keer op te flakkeren als hij eind 1992 nog twee races rijdt voor March.
Jan Lammers: ‘Ik reed tijdens mijn debuut te behoudend’
“Ik reed tijdens mijn debuut te behoudend”, weet Lammers inmiddels. “Een beetje zoals het Nederlands elftal voetbalt. Ik wist dat ik goed was en ik vertrouwde er op dat de rest dan ook wel goed zou komen. Ik herinner me dat ik niet met het bit tussen de tanden reed en ik niet aan de gordels zat te trekken omdat ik vond dat het niet hard genoeg ging. Ik was niet bezig te presteren, eerder wat je nu zou noemen freewheelen. Bovendien dacht ik ook dat ik die Shadow wel even naar voren zou rijden.”
Ze waren te behoudend, beaamt Van der Storm. Het idee was: we gaan voor Shadow als Europees kampioen Formule 3 en doen ervaring op. In 1980 zal er een beter team voor ons beschikbaar zijn. Maar nee, je wordt direct beoordeeld op je prestaties en op de hoeveelheid geld die je tot je beschikking hebt. Dus koos Colin Champman eind 1979 na een testrit niet voor Lammers maar voor De Angelis.
Luister hier naar onze podcast Formule 1 Paddockpraat met Jan Lammers over de Dutch GP 2023
Lammers: “Ik had misschien slimmer moeten zijn en dus beter kunnen onderhandelen toen ik Europees kampioen was. Maar zo rationeel ging dat in die dagen niet. Het was impulsief en achteraf fout. Aan de andere kant; het heeft zo moeten zijn. Ik was gewoon niet wijzer op dat moment. Eén ding is zeker, als ik het anders had gedaan, had ik nooit die sponsoring van Samson gekregen. En ik ben er gelukkig mee dat het zo is gegaan.”
‘Jan Lammers was niet interessant genoeg voor multinationals’
Van der Storm daarentegen heeft nog altijd meer last van de frustraties als hij terugkeert in de tijd. Hij kan het eigenlijk nog steeds niet begrijpen dat ‘een jongen met zoveel talent ’ nooit de kans bij een topteam heeft gekregen. Natuurlijk, ook hij heeft fouten gemaakt of tenminste gebreken gehad. Maar het was allemaal ander geweest als Lammers een Fransman was geweest, of een Engelsman. Dat is althans de mening van Van der Storm. “Jan was niet interessant genoeg voor multinationals. Die kozen liever voor een Fransman (Alain Prost) of Braziliaan (Nelson Piquet), coureurs die in hun Formule 3-dagen minstens gelijkwaardig aan Jan waren.”
En over Lammers zelf zegt hij in alle eerlijkheid dat die misschien te lief, te goed en te zacht was. Laatste voorbeeld, zegt Van der Storm. Hij herinnert zich nog goed besprekingen die hij voerde met Jackie Oliver van Arrows. Het was eigenlijk in kannen en kruiken: Jan Lammers met de Duitser Jochen Mass, Samson en Warsteiner als sponsors. “Maar Jan wilde niet. Die had nog wel een gesprek met Oliver, maar hij bleef het een vervelende man vinden en dus zei hij nee. Een jaar later zet Riccardo Patrese die wagen op pole-position en rijdt hij een race aan de leiding. Maar ik begrijp het ook wel: als je je niet prettig voelt, doe je het niet. Je legt in feite toch je leven in handen van zo’n kerel.”
“Weet je?”, besluit hij. “Graag had ik de loterij gewonnen, de superloterij. Had ik tegen die teambazen gezegd: wat kost die hut van je? Opdonderen dan, dan geef ik Jan een echte kans en ik weet zeker: Jan was dan in de Formule 1 goed terechtgekomen.”
Lees hier alles over de Dutch GP op Zandvoort met o.a. het complete tijdschema
Bovenstaand verhaal over het Formule 1-debuur van Jan Lammers verscheen eerder in een reguliere editie van FORMULE 1 Magazine. Lees in deze extra dikke Classic Special nog veel meer boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews over 100 jaar Grand Prix-racing. Met verder onder meer:
- De allereerste overwinning van Ayrton Senna
- James Hunt: de laatste playboy racer
- Reportage: bad boys in de Formule 1
- Foto’s: De mooiste liveries door de jaren heen
- Jacky Ickx, de Belgische racelegende
- Eregalerij: de mooiste foto’s van de grootste kampioen
Gratis verzending in Nederland!